Politiek

SCP: weinig besef van effecten van ‘participatiesamenleving’

17-06-2014 13:15

De directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stelt in een vandaag uitgekomen essay dat er nog te weinig besef is van de effecten van de aankomende ‘participatiesamenleving’. Het betreft niet alleen een abstracte term, maar een daadwerkelijke omslag in de relatie tussen burger en overheid, wat die verandering inhoudt is echter nog weinig bekend. Directeur prof. dr. Kim Putters constateert dat de ‘grootste herziening van de verzorgingsstaat ooit’ nog weinig in het politieke en publieke debat doorklinkt.

Te hoge verwachtingen

In het essay spreekt Putters van ‘te hoge verwachtingen’ van de participatiesamenleving. Een fundamentele verandering in de rollen van overheid en burger zal meer tijd vragen dan alleen de processen die nu al in gang zijn gezet. Beleidsmatig wordt er nu veel aan de nieuwe verhoudingen ‘opgehangen’ en dit leidt tot teveel en te hoge verwachtingen op het terrein van arbeid, (mantel)zorg en vrijwillige inzet van mensen.

De participatiesamenleving is dus niet binnen een paar jaar gerealiseerd, waar er uit de manier van beleid maken wel een verwachting spreekt die anders doet vermoeden. Verder is de burger nog weinig doordrongen van de effecten die de veranderende rolverdeling met zich meebrengt. Er is onvoldoende besef dat de burger straks eerst zelf aan zet is. Recht op een aantal uren professionele hulp of ondersteuning door de overheid is in eerste instantie straks niet meer vanzelfsprekend.

Directeur Putter constateert verder vooral problemen op lokaal niveau. Zo betekent lokaal bestuur niet automatisch goede zorg, zal het bestuur nu (zelf) normen voor bestaanszekerheid moeten stellen én loopt de lokale politiek het risico van vervreemding. Er is hier sprake van een democratisch gat vergelijkbaar met het democratisch tekort op Europees niveau, zo constateert hij.

Problemen bij decentralisatie

De problemen die Putters constateert hangen deels samen met de decentralisatie die een onderdeel vormt van de opzet van ‘de participatiesamenleving’. Daarin moet de centrale overheid volgens hem een helpende hand bieden in de vorm van kennis en educatie om gemeenten zo te ondersteunen. De decentralisatie gaat echter met forse bezuinigingen gepaard, en het gevaar bestaat dat de lokale overheden de nieuwe taken zo onvoldoende kunnen oppakken. Een situatie die we overigens moeten kennen: het ICT-beleid van overheden heeft het al jaren moeilijk door decentralisatie. Waar de centrale overheid aan de ene kant vraagt om een meer overkoepelende visie en een speciale commissaris aanstelt, delegeert ze tevens zorgtaken gekoppeld aan ICT-beleid naar gemeenten.

Lokale Wmo-ambtenaren zijn pessimistisch over de discrepantie tussen decentralisatie en teruglopende financiering, zo merkt Putters in zijn essay, Rijk geschakeerd, op. (pdf) Er wordt wel gekeken naar een meer integrale manier van werken en dus gezocht naar eenheid in methodiek van taakuitoefening (in plaats van eenheid qua uitvoerende instantie) om problemen te voorkomen. Of gemeenten financieel en bestuurlijk dan wel ‘uitkomen’ is echter maar de vraag.