Zonder het te weten had ik een profiel op Badoo (spreek uit Ba-doe), waar ik als Anne door het leven ging. Voor de oudere lezers onder ons zoals mijn leraar essay; Badoo is een website waar mensen elkaar ontmoeten om te chatten, te flirten en te daten.
Naast een verjongingskuur van zes jaar, een groeispurt van ongeveer twintig cm, een nieuw kapsel en een interessante seksuele voorkeur, werkte Anne ook als model en woonde in Putten. Zij was niet vies van piercings en tatoeages en tippelde graag rond in Chanel minijurkjes terwijl ze naar Rihanna zou luisteren. Anne had met mijn foto’s een profiel aangemaakt en was hiermee al onopgemerkt anderhalf jaar aan het ‘social flirten’.
Na Badoo maakte Tinder zijn intrede. Een app gebaseerd op het ‘historische’ Hot or Not waar je op basis van een paar foto’s iemand liked of disliked. Bij een like van beide partijen ontstaat er een match en kun je met elkaar gaan chatten om vervolgens met elkaar te daten.
Één van mijn niet-single vrienden gebruikt Tinder puur als (leed)vermaak, om bij het vrouwelijk schoon te controleren of hij nog steeds kan meedingen in de markt der vleeskeuringen of om bij de afzichtelijke vrouwen te lachen om de netvliesterreur. En ja bij het zien van de foto’s en het lezen van de bio’s van sommige vrouwen springen de tranen in mijn ogen, net zoals bij mijn opa die een rechtsomkeert maakte bij de ingang van de plaatselijke klaverjasclub toen hij daar de vrouwen aan tafel zag zitten; een soort van Tinder voor bejaarden.
Daarnaast kende ik Tinder door de facebookpagina Klaas en zijn lieve Tindermatches. Klaas laat geen spaan van vrouwen over in een chatconversatie, maakt vervolgens een printscreen van het gesprek en publiceert het gesprek vervolgens op Facebook.
Zelf ben ik single. Daar heb ik geen problemen mee maar toch sluimert er iets in mijn onderbewustzijn wat mij zorgen baart. De gemiddelde man die ik de afgelopen maanden heb gesproken, lijkt alleen nog te communiceren via the digital highway. Urenlang heb ik gesprekken via een scherm, ondersteunt door geluidsfragmenten en selfies. Een echte date lijkt vaak teveel moeite. Waar zijn de mannen gebleven die nog wel die moeite nemen? Dan toch op Tinder? Tijd voor onderzoek.
Het eerste gesprek is precies wat ik ervan verwacht en was precies dàt waar ik bang voor ben. Voor mijn gevoel heb ik Klaas, die van de lieve tindermatches, meteen gevonden. De jongen in kwestie: Rob- ik noem hem gewoon bij zijn naam omdat ik vind dat hij dat verdient- opende het gesprek met de ‘zin’ in de letterlijke en figuurlijke betekenis: “dat hij op mij wel een wipje wilde maken.”
De tweede idioot die geen man genoemd mag worden, vroeg of ik vol was en wel een ‘Dubbel D’ moest hebben, en reageerde met een “bah” toen ik zei dat, dit niet het geval was. Ik verwees hem door naar mijn moeder.
Het derde gesprek opende zich met de vraag waarom ik geen spreuk, quote of credo bij mijn bio had staan omdat zijn spreuk van de dag nu weer van het toiletpapier moest komen.
Mijn persoonlijke missie voor Tinder, om niet meteen met Tinder te willen stoppen, word dus ook een onderzoek naar de grenzen van lompheid. Hoe lang zou het duren voordat ik een normale date heb? Daarvoor moet ik zelf ook een beetje uit mijn comfortzone komen. Op een zaterdagmiddag in de kroeg, geef ik mijn telefoon aan J.G. en hij gaat onder mijn naam Tinderen.
Gesprek 1.
Tijd: 00:18
Persoon: jongen met een ronde bril, met twee handen een laserpistool omklemmend op de camera gericht.
Bio: 1,98m
J.G. : Hey 007, wil jij mij redden?
007: Uiteraard bij mij ben je veilig.
J.G.: Gelukkig zeg, een stoere jongen aan mijn zijde.
007: Make love, not war!
J.G.: Smooth 007, wat doe je in het echte leven?
007: Ik werk op een kantoor in de buurt van Schiphol en ik woon al mijn hele leven in Amsterdam.
J.G.: Teleurstellend, waarom zit je op Tinder?
007: Ik Tinder om leuke mensen te leren kennen en ook wel omdat ik single ben. Vroeger wilde ik altijd brandweerman worden, maar die droom heb ik laten varen.
Zo hebben we nog een paar gesprekken. Tegen de één zeggen we dat ik zwanger ben, tegen de ander dat ik in een inrichting zit. Het schijnt niets uit te maken, iedereen doet een voorstel om af te spreken. Dit moet dan toch gaan om een ‘bootycall’?
Als ik allang weer thuis ben, gaat mijn telefoon weer over. De jongen van de toiletpapiercredo’s, probeert ons gesprek te redden door mij te wijzen op het grote gemis van Tinder: de regenboogeenhoornkat die Facebook wel heeft. Hij legt mij uit dat dat logica is, om naast smileys ook gevoelens uit te drukken met katten in pizzadozen, en katten die deegrollen en natuurlijk de emotie die je enkel en alleen kan uitdrukken met de regenboogeenhoornkat.
Dat ik alles kan zeggen wat ik wil en dat het goed wordt ontvangen geeft zelfvertrouwen. Of is het zelfvertrouwen vals? Want waar gaat het in godsnaam over? Sinds de opkomst van social media, heb ik steeds meer contacten te onderhouden. Mijn onrust over mannen in het echte leven is vervangen door virtuele romantiek en ik denk mij zelfverzekerder te voelen.
De man van de regenboogeenhoornkatten blijkt een oud-collega van mijn huisgenoot. We spreken af voor een etentje. De dag van het etentje ben ik gezegend met een koortslip. Even overweegt de ijdele kant in mij de date af te zeggen. De andere kant is nieuwsgierig hoe de date zal verlopen aangezien ik nu zeker beschermd ben voor lichamelijke activiteiten. Ik kleed mij niet eens om en leen een goedkoop flesje wijn van een huisgenoot.
Hij woont een paar straten verderop. Dat is dan wel weer een Tindervoordeeltje. Als de deur opengaat kijk ik in twee heldere blauwe ogen. Zijn lengte is korter dan ik mij aan de hand van de foto’s had voorgesteld. Hij draagt een casual grijs T-shirt met een lage V-hals, een donkere spijkerbroek en rode Adidas schoenen. Zelf zou ik meer van het type Nike zijn maar oké. Tot overmaat van ramp is de man ook nog een kunstenaar en staat hij graag naakt (!) op het podium. Niets matcht met het eisenlijstje wat ik in mijn hoofd had maar waarom baal ik dan dat ik slecht aangekleed met koortslip en al aanwezig ben.
Nu, vier maanden later samen ken ik deze extraverte, zelfverzekerde, arrogante en bovenal naakte man nog steeds. Het was Tinder op het eerste gezicht.