U heeft er misschien iets van meegekregen. Recentelijk kwam in het nieuws dat het Brabantse stadje Veghel geteisterd door ‘jongeren’, of nauwkeuriger: Marokkaanse en Ethiopische jongeren die het centrum van de gemeente onveilig maken door middel van het slopen van rolluiken, het werpen van vuurwerk, scheuren op brommers en anderszins intimiderend dan wel hinderlijk gedrag, met als klap op de anekdotische vuurpijl het wegschoppen van een rollator onder de armen van een bejaarde winkelganger.
“Ik zal de jongeren en hun ouders aanspreken op hun verantwoordelijkheden”, aldus een vastberaden klinkende burgemeester (Ina Adema, VVD) onlangs in een verklaring, om daar aan toe te voegen: “De overlast die bewoners van het centrum ervaren, kan en wil ik niet tolereren. Jongeren die zich niet gedragen, zijn hier niet welkom. Ik zet dan ook stevig in op de aanpak van deze overlast”.
Klinkt kordaat, nietwaar? Visioenen van een don’t bullshit me-stijl kenau dienen zich aan, een plaatselijke Iron Lady die met opgestroopte mouwen het snoeimes zet in het onkruid dat haar stad dreigt te overwoekeren, van iemand die de stadsbewoners vriendelijk ‘goedemiddag’ wenst terwijl ze bevelen blaft in het oor van de politiecommissaris. Een burgemeester, kortom, in het bezit van daadkracht waar daadkracht vereist is.
Maar wat blijkt: het centrum wordt al minstens zes jaar helemaal de moeder geteisterd door blinkende kansenparels ter plaatse, en de autoriteiten zijn blijkbaar niet bij machte er iets tegen te ondernemen. Voor Adema en de rest van het stadsbestuur kwam het recente nieuwsfeit kennelijk als een totale verassing; pas toen de provinciale zender Omroep Brabant besloot het probleem breed uit te meten op hun website, en de provinciale PVV vragen begon te stellen, zag het lokale bestuur aanleiding om in allerijl maatregelen af te kondigen, zoals het tijdelijk plaatsen van camera’s, een samenscholingsverbod, en het uitnodigen van de ouders ‘voor een stevig gesprek’.
Nu past deze ontwikkeling- zowel de problemen zelf als de bestuurlijke onkunde om deze het hoofd te bieden- naadloos in het landelijke patroon van vernieling en geweld, vaak veroorzaakt door jongeren van allochtone afkomst. Het feit dat juist vanaf begin deze maand het geweld toeneemt doet vermoeden dat het explosieve element ramadan en de daarmee gepaard gaande bezinning een rol spelen, bij wijze van katalysator om de toch al prominent aanwezige problematiek tussen de maaltijden door op te voeren naar de volgende versnelling.
Laat ik in dit verband de Almeerse burgervader Franc Weerwind (D66) in herinnering brengen, die naar aanleiding van vernielingen aan stadsbussen in zijn stad lastige vragen pareerde met zulke onontwarbare taalknopen als “de gemeente werkt nauw samen met onze partners om een oplossingsgerichte aanpak te ontwikkelen’ en andere dooddoeners uit het de-escalatiehandboek mediatraining van Jack de Vries. Afijn, er sneuvelt geen busraam minder door, maar het geeft wel aan hoe hoog de ambtelijke muur wordt opgericht zodra een lokale problematiek landelijke aandacht krijgt.
Maar nu burgemeester Adema per 1 juli aanstaande Veghel verruilt voor het Anton Pieckachtige Lelystad worden we plotseling daadkracht gewaar. Daadkracht die de afgelopen zeven jaar in geen velden of wegen te bekennen was.
Kort na de afgegeven persverklaring wist de regionale omroep te melden dat bewoners zich ‘erg blij’ en ‘opgelucht’ weten over de door Adema aangekondigde maatregelen, vooral toen er aan werd toegevoegd dat deze met onmiddellijke ingang in werking zouden treden. Een algemene bewering die overigens nergens wordt gestaafd met ondersteunend cijfermateriaal, het schaapjescredo indachtig dat het ons- burgers onderhorig aan de koning- past om te vertrouwen op de goede afloop.
Het is echter lastig om je geloof in de goede afloop te bewaren wanneer je rollator onder je vandaan wordt getrapt. Mevrouw Adema zal het falen of succes van de crack down in elk geval niet meer meemaken: zij mag zich verheugen op een twee maanden durende vakantie, waarna ze op 1 september de stadssleutel van Lelystad in handen krijgt om daar wél adequate bestuursvaardigheden aan de dag te leggen.
De problemen in Veghel reiken veel verder terug dan 2009, het jaar dat Adema werd aangesteld als burgemeester in de Brabantse Meijerij. In 1975 opende de toenmalige cultuur- en recreatieminister Harry van Doorn een Marokkaanse gemeenschapsruimte in het tot die tijd uitsluitend katholieke Veghel. Let wel: dit was nog in een tijd dat je door de zeepbellen het bos niet kon zien, één en al maakbaarheidsapegaperij, waar geen feit tegen opgewassen was- zelfs niet later, in 1999, toen de eerste Nederlandse school shooting plaatsvond in Veghel of all places (oorzaak: eerwraak.) De lokale SP had zich al in 2010 beklaagd over het gebrek aan daadkracht van de gemeente om een jongerencentrum voor elkaar te boksen. Daar kon de multiculturele avond ‘met vier buffetten met een diversiteit aan lekker eten’ helaas geen verandering in brengen, net zo min als de ‘wervelende modeshow’ en andere verstrooiende activiteiten die de plaatselijke projectgroep ‘intercultureel talent’ bij elkaar heeft geknutseld in de loop der jaren. Imagine my shock.
Goedbedoelde jongereninitiatieven zoals de vestiging van jongerencentrum Noordkade mochten ook niet baten, ondanks de verzekering van de Jongerenraad-voorzitter Mathieu Ogay dat het bedoeld was als plek waar jongeren vanaf 15 jaar kunnen ‘chillen’. Of wat te denken van dat andere leuk-ludieke initiatief, ‘henna schilderen voor Veghels blauw’, waarvan de organisatie hoopte ‘dat vrouwen en meisjes uit de Marokkaanse en Turkse gemeenschap hun kennis en creativiteit willen laten zien of zich willen verbeteren’?
Aan de lokale katholieke bitterballenvreters zal het ook niet gelegen hebben, want die hebben met inzet van de welbekende paapse nijverheid allerlei initiatieven op touw gezet om de banden met de allochtone stadsgenoten aan te halen, zoals het ter beschikking stellen van een plaatselijke kapel aan de Turkse gemeenschap, die deze prompt omvormde tot moskee. Omdat katholieken zichzelf in de regel even serieus nemen als een clown in het circus, kun je altijd rekenen op spectaculaire bellenblazerij- én graaierij wat dat aangaat, zoals die trip naar zonnig Australië die de Veghelse vereniging Multi-Culti (ik verzin het niet) voor zichzelf in 2009 had geregeld. Ondertussen blonken de kansenparels in en nabij Veghel vrolijk verder, zoals onder meer blijkt uit dit incident in 2015, toen drie ‘jongeren’ zich zo vrij voelden hun slachtoffer te scheiden van zijn gebit.
Daarom besloot ik afgelopen zaterdag de temperatuur eens op te nemen bij winkeliers en bewoners in het geteisterde gebied, een weinig veldwerk wellicht om de multiculturele theorie te toetsen aan de barre praktijk.
Een snelle blik op de website van de gemeente Veghel onthult een in meer dan alleen demografisch opzicht non-descripte gemeente bestaande uit een grotendeels vergrijsd middenstuk, een ondanks decennialang PvdA-prutsbeleid opgebloeid ondernemersklimaat, verveelde ritalinslikkende jeugd a la Urk, en een onbestemde groep Marokkaanse- en Ethiopische jeugd met een monopolie op straatterreur, ergo: wij begroeten in Veghel een middelgrote, gemiddelde gemeente in het koninkrijk, ook al lezen wij op de gemeentelijke website de boude bewering dat Veghel beschikt over ‘een smaakmakend centrum waar wonen, werken, winkelen en recreëren een genot is’, wat zoiets is als zeggen dat een Cambodjaanse vuilnisbelt een kindvriendelijke plek is die wordt gekenmerkt door hygiene, reinheid en recreatieve rustiek.
Mijn eerste indruk was er één van algehele droefmoedigheid. Het centrum van Veghel is in feite één groot overdekt winkelcentrum, een parel van weerzinwekkendheid waarin alleen de meest atmosferisch-stoïcijnse types zich staande weten te houden, waar intense droefheid zich mengt met een naargeestig Vroom & Dreesman-achtig jaren ’80 sfeertje, inclusief onevenredig veel cappuccino-zaakjes, IKEA-stijl Japanse bloemenperkjes her en der verspreid over het centrum en veel rondscharrelend kortpittigs (een milfologische ground zero, zeg maar). Je zou er bijna straatterrorist van worden!
De door mij ondervraagden reageerden over het algemeen met schouderophalende onverschilligheid op de aangekondigde maatregelen, in het ergste geval nagevolgd door een sceptische grom. Too little too late, was de algemene opvatting bij ondervraagden, net als de teleurstelling bij de winkeliers over het aanstaande vertrek van Adema als burgermeester. Adema, zo blijkt, is zeer geliefd in Veghel en men peinst er niet over om de situatie in het centrum aan hun geliefde burgemeester toe te schrijven. Een van die winkeliers noemde haar zelfs “warm en betrokken”, en geen onvertogen woord passeert de lippen van hen die dagelijks te kampen hebben met de gevolgen van haar wanbeleid.
Ik sprak met een winkelier (die graag anoniem wil blijven) over de problematiek in en rondom zijn winkel. Door de ligging van zijn winkel bevindt zich hij zich letterlijk middenin het probleemgebied. Tuig van Marokkaanse afkomst dat zich over het algemeen in kuddes van ongeveer 10 man door het centrum begeeft veroorzaakt al jaren enorme overlast, vertelde hij mij. Winkelgangers worden lastiggevallen, met name vrouwen die de vreselijkste verwensingen naar het hoofd geslingerd krijgen (‘kankerhoer’, om een bekende te noemen). Ook gooien ze met blikjes naar de gevels en wordt er lustig op los gedeald. Zelf is hij herhaaldelijk door de jongens bedreigd met geweld, maar omdat hij niet bang is uitgevallen is hij verschillende keren de confrontatie met de jongens aangegaan, zij het zonder succes. Je kijkt wel uit een al te grote mond op te zetten wanneer je wordt omringd door een schare parels die niks te verliezen heeft.
Hoewel hij benadrukt dat hij en andere winkeliers regelmatig te kampen hebben met de problematiek, zijn het de bewoners die de ergste overlast in de avonduren te verduren krijgen. Hij voegt er aan toe dat het met name de bewoners zijn geweest die de regionale pers hebben opgezocht om zo niet goedschiks danwel kwaadschiks de gemeente in beweging te krijgen en aan te sporen tot actie. Ook hebben de bewoners een app gemaakt om elkaar op de hoogte te houden van de te mijden hotspots en meldingen te doen aan de politie.
Hoewel het recente pakket maatregelen (cameratoezicht, samenscholingsverbod en jongeren ‘uitnodigen voor een gesprek’) nu van kracht is, doen bewoners op de Facebook-pagina van de politie nog steeds melding van dezelfde ongeregeldheden in andere delen van het centrum en zelfs daarbuiten, waarmee de angst van de winkelier in Molenwieken bewaarheid wordt en de woorden van de winkelier die ik sprak worden bevestigd toen hij te kennen gaf dat de oorzaak van het probleem niet wordt aangepakt en het huidige pakket aan maatregelen, hoewel noodzakelijk, de problematiek alleen maar zal verplaatsen naar andere delen van het centrum. Op het verwijt van diverse bewoners aan het adres van de Veghelse dienders veel te weinig te patrouilleren door de wijk, reageert de politie op de Facebook-pagina met een bits: “Dat doen wij natuurlijk ook, maar je zult je verbazen hoe druk het kan zijn in Veghel en omliggende dorpen met meldingen.”
Leest u mee, burgemeester? Of zit u al met uw hoofd in Lelystad? Probeer uw aandacht er nog heel even bij te houden: De politie geeft met zoveel woorden toe over onvoldoende capaciteit te beschikken om regelmatige patrouilles uit te voeren in een wijk die al minstens sinds zes jaar bekend staat als onrustig.
In de paar middagen die ik spartaans in dit smaakmakende tranendal heb doorgebracht heb ik de jongens, samenscholend en al, zien rondstruinen door het centrum, slinkse blikken werpend op het winkelend publiek, zich blikjesvoetballend door het centrum verplaatsend. Gezegd moet worden dat de politieaanwezigheid wel merkbaar is maar niet al te nadrukkelijk aanwezig in het straatbeeld. Ik heb ze tweemaal zien aanrukken en tweemaal onverrichter zaken zien terugkeren naar hun auto’s waarna de overlastgevende groepjes prompt terugkeerden. De maatregelen lijken alles tegen elkaar wegstrepend te zijn toe- noch afgenomen. Een beeld ter besluit: een jonge vrouw is bellen aan het blazen terwijl de politie het overdekte centrum verlaat. Een treffender beeld is nauwelijks denkbaar.
Het beeld dat tevoorschijn komt uit in het recente en minder recente verleden wordt gekenmerkt door onwil vanuit de gemeente, en dan met name de burgemeester, om de situatie met gepaste maatregelen het hoofd te bieden, maar het geeft wel aan dat Veghel al dik zeven jaar zit opgezadeld met een falend openbaar bestuur dat na jarenlang er met de pet naar te hebben gegooid nu op de valreep de indruk van oplossingsgerichtheid wil wekken. Wie herkent het niet, de burgervaderspose die veel gezagsdragers zich hebben eigengemaakt om te aller tijden de indruk te wekken de situatie volledig onder controle te hebben? Uiterlijk blijft men onbewogen, en lopen vragenstellers steevast op tegen de eerder genoemde muur van ambtelijke onwil.
Nu sluit ik niet uit dat dit aan mij ligt, dat men als het ware terugdeinst voor mijn algeheel robuust-mannelijke voorkomen, maar waarschijnlijker is dat decennialang beleidsmatig wegkijken en wensdenken voor een zekere gewenning heeft gezorgd in het geven van non-antwoorden, of zelfs helemaal geen antwoorden. U zult mij vergeven dat ik met opgelucht gemoed het stadje uitreed met de verzuchting: ‘Je zult er maar wonen!’
Met de woorden wij-werken-nauw-samen-met-onze-partners nog nagalmend in mijn oor constateer ik een beleidsklimaat dat verantwoordelijk mag worden gehouden voor de bedroevende veiligheidssituatie ter plaatse en de jarenlange staat van bestuurlijke lamlendigheid die eraan vooraf ging. Dat de burgemeester zich nu met een acute aanval van ogenschijnlijke daadkracht er vanaf probeert te maken kan niet anders worden gezien als een schijnbeweging om haar ambtsperiode tot een min of meer waardig einde te brengen. Op zichzelf al genoeg aanleiding om de burgemeester grove nalatigheid en wanbeleid ten laste te leggen, vooral nu alle goede bedoelingen impotent zijn gebleken.
Nogmaals: Veghel is hierin volstrekt niet uniek. Anno 2016 is het schering en inslag voor gezagsdragers om zich in geheimzinnigheid te hullen terwijl buiten het stadhuis de brommers op standje Dukes of Hazard door de straten scheuren. En zoals het geval in zoveel smeltkroesparadijzen in Nederland schiet ook de gemeente Veghel in de kaakklemreflex die je wel vaker ziet wanneer er ad hoc een mededeling naar de pers moet uitgaan.
Er wordt, zo gaf ook de gemeente Veghel als reactie op de vraag om wederhoor mijnerzijds, steevast ‘samengewerkt met partners’, ‘maatregelen worden genomen’ dat het een aard heeft (wellicht begrijpelijk met het zicht op een aankomend jaar te plaatsen noodopvang voor asielzoekers in de gemeente), maar een beetje klaarheid en daadkracht aan de kant van het lokale stadsbestuur zou niettemin zeer op prijs worden gesteld.
Je kunt het ook zo formuleren: na al in het bezit te zijn van de wisselbeker van wie het langst kan wegkijken, kijk ik er niet van op als Veghel in de nabije toekomst ook bekerwinnaar wordt van bestuurlijk paniekvoetbal. Vanuit welke hoek je de situatie ook bekijkt, het is zonneklaar dat de gemeente Veghel de zaak onder de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid van burgemeester Adema al minstens zes jaar volledig op haar beloop heeft gelaten, met als gevolg dat er nu in allerijl verordeningen worden uitgevaardigd, vergezeld van de bijpassende obligate spierballentaal.
Tja: het is makkelijk blaffen als je koffers al gepakt zijn. Maar misschien oordeel ik te hard. Mevrouw Adema heeft al te kennen gegeven “alles opnieuw te willen ontdekken”.
Laat ik deze klaagzang dus afsluiten met een vrolijke noot: wij van TPO wensen mevrouw Adema een fijne, leerzame en vooral daadkrachtige tijd toe in Flevoland. Hopelijk ontdekt ze “alles opnieuw” en hebben de laatste drie dagen in het mistroostige Veghel haar de nodige handvatten verschaft om in een constructieve samenwerking met partners een plan van aanpak te ontwikkelen.