ThePostOnline

PVV stoft ongebruikte strafbepaling af

12-10-2009 16:38

Geert Wilders ”laat het er niet bij zitten.” Een parlementariër heeft het recht om van minister Van der Laan te weten wat een immigrant de belastingbetaler kost, maar de minister weigert de PVV-fractie de antwoorden omdat niet burgers, maar beleid wordt geëvalueerd. Dat gaat Geert te ver.Daarom heeft de PVV-fractie uit de krochten van het wetboek van strafrecht een artikel gehaald dat na de introductie in 1886 in essentie nooit meer is veranderd, en dat nog nooit tot een rechtszaak heeft geleid. Niettemin meent de PVV dat minister Van der Laan een ambtsmisdrijf heeft begaan door de weigering van de antwoorden. “Het opzettelijk nalaten uitvoering te geven aan de bepalingen van de Grondwet is een ambtsmisdrijf voor een minister, zoals staat omschreven in artikel 355 onder 4 Wetboek van Strafrecht.” Een boude stelling.

De werkelijkheid ligt genuanceerder, in het voordeel van de minister. De Grondwet verplicht ministers weliswaar om de kamer(s) mondeling of schriftelijk de gevraagde informatie te verstrekken, maar die plicht geldt slechts als dat “niet in strijd is met het belang van de staat”. De staatsrechtgeleerde Kortmann zegt over het belang van de staat: “In beginsel kan hier alles er eronder vallen, lopend van staatsveiligheidskwesties tot de waarborging van de eenheid van de kroon of de bescherming van belangen van onderdanen.”

Het is juist ter voorkoming van polarisering of negatieve beeldvorming voor de allochtone onderdanen dat de minister heeft geweigerd om de kamervragen te beantwoorden. En omdat het finale oordeel of sprake is van strijd met het belang van de staat uiteindelijk bij de regering ligt, lijkt het verzoek van de PVV om een vervolging voor het opzettelijk niet verstrekken van informatie in te stellen bij voorbaat kansloos. Een storm in een glas water, zo u wilt.