Daar zijn de voorstanders van een vrij internet vorige week toch mooi pootje gelicht. Nauwelijks keek men optimistisch de toekomst tegemoet, of daar ging men al weer met het gezicht de modder in. Niet in de laatste plaats doordat liberale krachten weer eens struikelde over de klassieke tegenstellingen in die stroming. In Finland kreeg men onlangs nog het recht op internettoegang. 1Mbps, dat is nu het grondrecht van elke Fin. En naast Finland is de toegang tot internet in Europa alleen in Frankrijk vastgelegd, zo lazen we verder. Maar Frankrijk, was daar niet juist een wet aangenomen waardoor mensen hun internet toegang kwijt kunnen raken na driemaal een waarschuwing wegens downloaden te pakken te hebben?
De situatie, zo blijkt, ligt nog iets complexer, maar gelukkig wordt een zoektocht naar de internetrechten van de Europeaan langzamerhand door steeds meer organisaties gemakkelijker gemaakt. Nog in Augustus werd in Nederland Bits of Freedom heropgericht, een organisatie die op komt voor de online rechten van de Nederlander. In andere landen bestaan er andere organisaties, en dan hebben we ook nog zoiets als de Amerikaanse EFF, die zich deels ook internationaal profileert. In Europa is er sinds 2002 ook nog een overkoepelende organisatie, het EDRi.
Met na Frankrijk ook Finland met als grondrecht internettoegang, lijken de rechten van de Europeaan met betrekking tot toegang tot het net steeds beter gewaarborgd. Maar inderdaad; de waarheid is complexer, het lijkt er juist op dat aan deze waarborging steeds vaker geknaagd wordt vanuit de verschillende overheden. Is het niet gek dat aan de ene kant steeds vaker geluiden opklinken tot het waarborgen van journalistieke waarden en de oproep klinkt tot het behouden van de “essentiële taak van de media”, terwijl men aan de andere kant het internet staat dicht te timmeren?
Hier lijkt sprake van een vreemde schizofrene houding binnen de politieke blokken. Misschien de klassieke tegenstrijdige krachten aan de liberale kant tussen libertair en conservatief. Aan de ene kant wil men die oude media steunen, een machtsblok koste wat kost behouden. Aan de andere kant wil men maar wat graag zelf de leiding over de “nieuwe media” ten minste ten dele in handen kunnen hebben, daarmee en pasant over de eigen voeten struikelend door nieuwe economische grootmachten voor de voeten te lopen.
Een belangrijk ander punt is de stroperigheid en vooral onduidelijkheid van het Europese machtsspel. Men lijkt te gokken op het verslappen van de aandacht bij de burger. Waar welke afspraken worden vastgelegd is niet altijd zo’n eenvoudige zaak, een organisatie die op Europees en Frans niveau de situatie steeds beter in kaart weet te brengen is La Quadrature du Net, welke zelfs een Europese wiki heeft waar men kan zien welke Europarlementariër wat stemde inzake telecomwetgeving. Het grondrecht in Frankrijk waar over gesproken werd ligt juist in Frankrijk steeds meer onder vuur van de regering. Na een, mede door La Quadrature gesteunde, actie tegen de gehate zogenaamde HADOPI wetgeving sneuvelde deze wetgeving in eerste instantie. Cynische kranten konden echter niet voorkomen dat minister uiteindelijk alsnog de three strikes and you’re out wetgeving door het parlement wist te loodsen. En inderdaad, een grondrecht bleek van waarde want een rechter verwees de nieuwe regelgeving daarna rechtstreeks naar de prullenbak; het kwijtraken van toegang zou de rechten van de Franse burger teveel schaden.
Geen probleem voor de politiek, die via andere wegen de wetgeving alsnog probeerde door te voeren. En helaas, met succes. De kwestie was velen een huwelijkscrisis waard, wellicht, maar niet genoeg; Amendement 138 is uiteindelijk keihard gevallen. (Update: we hebben nog een kans, zie de reactie hieronder) En ook in het land met dat mooie grondrecht, Frankrijk, is men er uit; de vernieuwde HADOPI wetgeving is daar aangenomen. De Europese burger heeft inmiddels misschien nog geen three strikes tegen gekregen, maar is wel buiten spel gezet.
CC Foto: Alina Zienowicz