Zouden kijkers van de Generatie X-Factor eigenlijk wel weten dat het door de winnares van 2009 Lisa Hordijk uitgebrachte Hallelujah een origineel kent dat zó tranentrekkend mooi is dat het eigenlijk niet eens in je op zou mogen komen om er een eigen versie van te maken? En heeft Amerikaans-Nederlands doorbraaktalent Laura Jansen eigenlijk het schrijnende Use Somebody van Kings of Leon wel eens in het echt gehoord voordat ze de tablatuur en de tekst er bij pakte om een cover op te nemen? Op het zangtalent van beide dames valt weinig af te dingen, maar op hun keuze voor de nummers die voor een doorbraak moeten zorgen des te meer. Sommige platen lenen zich nou eenmaal slecht voor Top 40-vluggertjes. Een oppoetsverbod voor dergelijke liedjes, dáár zou Buma/Stemra zich eens over moeten buigen.
Lisa, Laura, let op. Het originele Hallelujah is van een – inmiddels – oude man genaamd Leonard Cohen, die het nummer schreef voor zijn album Various Positions (1984). Op bijna vlakke toon opent hij het nummer, alsof hij op voorhand al weet dat deze uitvoering hem niet terug zal brengen wat hij is kwijt is geraakt, een conclusie die ongeveer halverwege het nummer bijna nonchalant en op ijskoude toon voorbij komt:
Love is not a victory march/It’s a cold and it’s a broken Hallelujah
Verlaten, eenzaam, desolaat, alsof hij ieder moment de handdoek in de ring kan gooien en het nummer ergens middenin af gaat breken, zo zingt Cohen. Achtergrondvocalen moeten hem naar het einde slepen, ieder nieuw refrein ademt een sterker wordende levensmoeheid van een man die binnen zeven minuten twintig jaar ouder wordt. Desondanks klampte Cohen zich vast aan dit nummer, schreef 80 verschillende coupletten, deed daar twee jaar over en vond uiteindelijk nog steeds niet wat hij zocht tussen de gevallen herfstbladeren om hem heen. Waarmee het nummer een bijna magische kracht krijgt, de luisteraar desolaat achterlatend, altijd hunkerend naar meer. Had Cohen Various Positions maar enkel gevuld met die 80 coupletten.
QWERTY
Dan Lisa’s versie. Die weet de luisteraar vrij moeiteloos te overtuigen van het simpele maar voldongen feit dat ze kan zingen, goed kan zingen. Maar daar houdt het op. Het tijdloze Hallelujah is afgestoft en opgepoetst, ontdaan van zijn moeilijkheidsfactor en hoge aandachtseisen en volledig ondergeschikt gemaakt aan de commerciële voorwaarden van de Top 40. In die lijst is het liedje op herkenning (van X-Factor, niet van het origineel), op bewondering voor Lisa’s stem en – vooral – op gemakzucht van de gemiddelde luisteraar een vier minuten durend succes geworden. Het is Lisa gegund. Maar van het nummer blijft niets over. Twee keer tijdens het opstellen van deze tekst speelt Cohens versie op de achtergrond, twee keer stopt het toetsenbord met ratelen en twee keer is de wereld even donker en stil. Eén keer tijdens het schrijven speelt Lisa’s versie. Halverwege is het nummer al verdrongen door boos rammelend QWERTY.
Van een hele andere orde dan Leonard Cohen zijn Kings of Leon. De band uit het Deep South van de Verenigde Staten oreert banale teksten tegen een decor van gruizige instrumentale bombast, maar zanger Caleb Followill weet de hedendaagse kampvuurvertellingen over seks, auto’s en alcohol in sommige nummers een smekende eenzaamheid mee te geven die weinigen hem na kunnen doen. Zeker geen lieve Laura Jansens met kristalhelder gestemde piano’s. Use Somebody, de plaat die Laura’s doorbraak moet betekenen, is zo’n nummer.
De stem van Caleb breekt en smeekt in het van slechts een paar regels tekst voorziene nummer. Liefde zoekt hij, een tegenpool om zich aan op te trekken. Het onbereikbare bereikbaar maken. Tja, welke zanger doet dat niet? Wat Calebs Use Somebody onderscheidt van de middelmaat zit in het feit dat hij muziek en mijmering los weet te koppelen van elkaar, en vervolgens weer bij elkaar brengt. Caleb zingt niet over liefde, hij zingt voor liefde. Zijn hartekreet bestaat buiten de muziek om, maar wie weet… Wie weet wordt hij opgemerkt als hij schrijft, componeert en samenvoegt:
Off in the night
why’d you live it up
I’m off to sleep
waging wars to shape the poet and the beat
I hope it’s going to make you notice…
I hope it’s going to make you notice…
Someone like me…
Rafelranden
De rafelige randen die de instrumenten aan het eigenlijk volledig symmetrische nummer schuren, brengen de luisteraar in verwarring en dwingen tot aandacht voor het vuige viertal uit Nashville. In samenspel weten ze een gelaagde lading aan de track mee te geven die Laura Jansen in haar eentje waarschijnlijk nooit aan de dag kan leggen. Haar versie van het nummer doet precies hetzelfde als wat Lisa doet met Hallelujah: Het overtuigt de luisteraar van de zangkwaliteiten van Laura, maar het nummer zelf verliest alle emotionele kracht, alle ingrediënten die het donkere, schurende origineel maken tot wat het is. Ook Laura maakt kristalheldere kerstliedjes door alle stress, wanhoop en puurheid uit het origineel te halen totdat er een draak van een cover overblijft. Mooi gezongen hoor, maar een draak van een cover.
Meisjes met piano’s en gitaren, er zijn er veel van tegenwoordig. Allemaal is ze het succes en de roem van harte gegund. Maar kan iemand ze in godsnaam vertellen dat het coveren van ontembare tracks ze juist níet onderscheidt van de grote hoop, maar ze in het beste geval juist ergens midden in die hoop gooit en ze in het slechtste geval keihard door de mand doet vallen?
CC-Foto: Rama