Het is grauw, koud en nat. Komt door El Niño, zegt mijn gids Nicolás, taxichauffeur en een jaar of vijftig woonachtig in Tijuana. Er zijn dan ook weinig mensen op straat in een stad die normaal gesproken zucht onder een woestijnhitte. Jammer, ik wilde graag de groepjes Mexicanen zien die een poging willen ondernemen om de grens met de Verenigde Staten te slechten. Maar wetbacks zijn net PvdA-stemmers: als het regent, komen ze niet opdagen.
Tijuana, ingeklemd tussen de grens met Verenigde Staten enerzijds en de kust van de Grote Oceaan anderzijds, is waarschijnlijk de bekendste grensstad ter wereld. Het is in ieder geval de meest bezochte. En dat is vanuit toeristisch oogpunt vreemd, want als attractie is Tijuana een regular shithole. Geen mooie monumenten, geen koloniale pracht, geen fraaie straten. Tijuana is een samengeraapt zootje half vervallen gebouwen met toevallig wat straten die de boel een beetje overzichtelijk houden. In het centrum is er dan nog de Avenida Revolución, een verloederde straat met lelijke kleine barretjes, winkels die goedkope prullaria aanbieden en een hoop zwerfvuil. Revolución is echter bijzonder populair bij Amerikaanse toeristen, want die schijnen nu eenmaal onweerstaanbaar te worden aangetrokken door goedkoop, verlept en stijlloos.
“Tijuana is enorm gegroeid in de laatste veertig jaar,” zegt Nicolás, terwijl hij zijn forse Chevrolet-taxi vanuit Revolución door de rommelige straten richting de luchthaven manoeuvreert. “Het was vroeger niet veel meer dan een dorp. De afgelopen decennia zijn er enorm veel mensen naar Tijuana gekomen, allemaal in de hoop de grens over te kunnen steken. Velen is het niet gelukt om la frontera over te steken. Ze zijn toen maar hier blijven hangen. Het leven was hier niet slecht. Goed klimaat, veel werk.” La Libertad (‘De Vrijheid’), waar we doorheen rijden, is zo’n would-be-migrantenwijk.
Conservatieve reflex
La frontera. Tijuana wordt volledig gedefinieerd door de alom aanwezige grens. Het is die afscheiding met de VS die de stad (die haar naam volgens de legende dankt aan het feit dat er ooit een landhuis stond dat werd beheerd door Tía Juana, ofwel Tante Jans) haar bestaansrecht geeft, die de economie en de lokale cultuur kneedt en vormgeeft. Het is ook diezelfde grens die van Tijuana één groot brok ironie maakt. Want het land waarvan een voormalig president ooit een luchtbrug met West-Berlijn opende en zichzelf een Berlijnse bol noemde, heeft Tijuana veranderd in een soort Oost-Berlijn. De grens is sinds enkele jaren van een enkele kabel met wat hekjes tot een drievoudige afscheiding met camera´s, infrarood-scanners, tientallen jeeps met gewapende manschappen van de Border Patrol geworden. Allemaal in een poging de massale immigratie van Mexicanen te stoppen. Zoals alle maatregelen die worden ingegeven door conservatieve reflexen is de muur én een zinloze bak geldverspilling, én zet het kwaad bloed bij een hoop Mexicanen.
De beslissing werk te maken van de grens kwam in 2006, met een wetsvoorstel van George W. Bush. In een poging een het migrantenvraagstuk in de VS uit de impasse te halen, liet hij meer dan duizend kilometer extra beveiligde grensafscheiding aanleggen. Tijuana, het grote hoofdpijndossier in de kwestie, kreeg er twee extra afscheidingen bij. De twee-eenheid die Tijuana en buurstad San Diego altijd zijn gewest, werd zo meer dan ooit als een Koude-oorlogs Berlijn bruut in tweeën gehakt.
Sukkelaars
Nicolás en ik rijden vanaf de luchthaven langs een lang stalen hek, daartussen een braakliggende strook land en daarachter een ruim tien meter hoog hek met prikkeldraad en camera’s op palen. Aan de Mexicaanse kant hangt het hek vol kruizen en leuzen als ‘Hoeveel nog?’ en ‘Sodemieter op van grens, gringos!’. “Die kruizen zijn een monument voor alle immigranten die zijn omgekomen in een poging de VS te bereiken,” legt Nicolás uit, “het zijn er meer dan zevenhonderd. Op ieder kruis staat de naam van het slachtoffer.” Op sommige kruizen staat alleen ‘onbekend’ – de sukkelaars die geen paspoort bij zich hadden en als een soort Onbekende Soldaat in het monument zijn opgenomen. Mensenrechtenorganisaties komen jaarlijks bij de muur bijeen om de protesteren tegen het strenge Amerikaanse grensbeleid. Zij menen dat de afscheiding immigratie niet tegenhoudt, maar intussen wel honderden migranten de moeilijke route door de woestijn en daarmee de dood injaagt. Vele wetbacks worden het slachtoffer van slangenbeten, schorpioenen en zelfs poema’s. Een enkeling wordt ‘per ongeluk’ doodgeschoten of -geslagen door overijverige agenten van de Border Patrol.
“Wij noemen dit La Cortina de Fierro, het Stalen Gordijn. De afscheiding heeft veel kapotgemaakt. Vroeger kwamen families uit San Diego en Tijuana bij elkaar aan de grens, dat kan nu niet meer.” Het verkeer tussen beide steden is een stuk moeilijker geworden, getuige de enorme opstopping voor de grensovergang, waar we net langsrijden. “Ik heb een broer en een zus die om vijf uur ‘s-ochtends moeten opstaan om in San Diego te kunnen werken. Het kost ze soms twee uur om de grens over te kunnen steken.” Immigratie wordt door de muur niet gestopt, zegt hij. “Vorige week nog probeerden een groepje per kano langs het deel van het Gordijn dat in zee staat te varen. Het is ze niet gelukt, maar velen lukt het wel.” De migranten krijgen hulp van de polleros (= kippenhoeders, de migranten worden pollos, kippen, genoemd), die ze voor een paar duizend dollar de grens over helpen. Sinds in 1994 het vrijhandelsverdrag NAFTA in werking is gegaan, steken steeds meer Mexicanen de grens over om in fabrieken in de speciale vrijhandelszones op de grens te werken. De paradox is dat het ze door de nieuwe afscheiding wel heel erg moeilijk wordt gemaakt naar hun werk te gaan.
Escalatie
Behalve de vele verongelukte pollos zorgt de grens ook voor grotere drugsproblematiek. Als grensstad is Tijuana van oudsher een favoriete plek geweest voor drugssmokkelaars. De grens dwingt de drugskartels in de regio te investeren in innovatie: tunnels, vliegtuigen, onderzeebootjes, zelfs volgestouwde lijken worden gebruikt. Sinds enkele maanden neemt ook het geweld in de onderlinge territoriumstrijd stevig toe. Eerder deze maand werd El Teo, een leidende drugsbaas in de stad gearresteerd, het traditionele Tijuana Kartel is zieltogend. Nieuwe narcos stromen de stad binnen. De regering reageert door honderden extra soldaten te sturen, waardoor het geweld verder escaleert.
De grens. Alles in Tijuana draait om de grens. Vroeger werden de economie, de cultuur en het karakter van de stad erdoor bepaald. Tegenwoordig worden vooral de problemen in de stad door de grens veroorzaakt. Tijuana was altijd al een rovershol vol sjacheraars, maar vroeger was het dat met flair. Tegenwoordig is de stad een gevangene van de Muur. Zal er ooit een president naar de stad komen om ´Ich bin ein Tijuanaer´ te roepen?
Jan-Albert Hootsen werkt sinds oktober 2009 als freelance correspondent in Mexico voor verschillende Nederlandse media.