Weekblad HP/De Tijd liet de afgelopen maanden een redacteur undercover stage lopen bij de PVV. Ik deed vijf jaar geleden min of meer hetzelfde: ik meldde me aan als stagiair, maar toen bij D66. Ik was weliswaar geen redacteur, maar wilde net als Karin Geurtsen weleens achter de coulissen van de politiek kijken. Na haar vier PVV-dagboeken is de vraag: wat zijn de verschillen met D66? Laten we kijken naar Geurtsen’s grootste ontdekkingen.
1) Geurtsen constateert dat er een grote afstand bestaat tussen de Kamerleden en de medewerkers. Bij D66 was het niet anders. De circa tien stagiairs verdrongen zich elke week om mee te mogen naar de fractievergadering, maar meestal moesten ze doorwerken. De Kamerleden waren er nooit, ik sprak mijn Kamerlid maandelijks ongeveer een kwartier en heb hem nooit echt leren kennen. De observatie van Geurtsen dat er geen mogelijkheden zijn om kritiek te uiten op Wilders of andere PVV-ers kan ik wel plaatsen: bij D66 was dat net zo.
2) Geurtsen stelt dat de Kamerleden onderling niet altijd respectvol met elkaar omgaan en suggereert dat de een de ander dom vindt. Tijdens mijn stage werd Francine Giskes vervangen door Fatma Koser-Kaya, die nog steeds Kamerlid is. Onder de stagiairs werd druk geroddeld over het feit dat Koser-Kaya eigenlijk ontzettend dom is en welke fractieleden dat allemaal bevestigd zouden hebben. Als Geurtsen meldt dat Wilders graag dubbelzinnige sms-jes stuurt naar vrouwelijke medewerkers, kan ik melden dat een homoseksuele medewerker een mannelijke heterostagiair opdringerig vertelde dat hij ‘zo’n zin’ had.
3) Geurtsen mag dikwijls zelf bepalen wat de PVV ergens van vindt en is verbaasd dat haar teksten zo door Kamerlid De Roon in de Kamer worden voorgelezen. Men zou bij het genuanceerde D66 iets anders verwachten, maar het tegendeel is waar: lobbyisten kwamen aanzetten met teksten over het verdiepte spoor bij Almelo en een Kamerlid las ze zonder enige schroom in de Kamer voor. Eigenlijk is dat dus nog erger dan bij de PVV. Ter verdediging moet gezegd worden dat D66 behalve stagiairs nauwelijks personeel had.
4) Geurtsen stelt vast dat PVV-ers niet altijd respectvol over de eigen achterban spreken: deze zou ‘niet erg intellectueel’ zijn. Tja, ik zat met stagiairs van D66 in het Kamerrestaurant, met op de achtergrond demonstranten tegen het kabinet waar D66 ook deel van uitmaakte. De algemene mening van de stagiairs was dat de demonstranten geschift waren en hun eigen belangen niet begrepen, die belangen werden immers zo goed door D66 behartigd. Overigens hadden de meeste stagiairs zelf geen inhoudelijke kennis van de voorstellen, want zij werkten op andere beleidsterreinen. Anders dan de PVV?
Undercover
Er was heel wat kritiek op de stage van Geurtsen: was deze undercover-actie wel geoorloofd? Het hangt ervan af hoe je ernaar kijkt. Als HP/De Tijd de PVV wilde ontmaskeren, heeft het niets opgeleverd: de stage moet uitermate saai zijn geweest. De uitkomsten zijn bovendien voorspelbaar: alleen als men wilde aantonen dat politiek mensenwerk is, is de actie geslaagd. Maar dan blijft de vraag waarom de PVV het doelwit was. Stagiairs van andere partijen zouden hetzelfde vertellen: Geurtsen’s observaties zeggen meer over politieke partijen in het algemeen dan over de PVV.
Blijkt de PVV bij nader inzien toch een hele gewone partij te zijn, net als alle andere.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie. Na avonturen bij D66 en VVD is hij principieel partijloos (www.chrisaalberts.nl)