Het is 28 februari, een zonnige winterse dag in het oosten van het land. De ganse Turkse gemeenschap is erop uitgetrokken om een groot feest te vieren; er wordt getrouwd! En terwijl de laatste restjes baklava weggesnaaid worden door de kleintjes, grijpt een oudere man met grote borstelsnor de microfoon. Of de mensenmenigte zich in drieën wilt delen, ieder in een hoek van de zaal.
Stemmen verdelen
Er moet namelijk gestemd worden woensdag, en voor de dorpse gemeenteraad staan drie Turken op de kieslijst. De man met de snor pakt een groot wit formulier met allemaal lijsten en begint uit te leggen. Groep 1, linksvoor, stemt op lijst 1 plek 8. En de groep achter in de zaal moet ook op de meest linkerlijst het twaalfde vakje aankruisen. De rechtergroep moet de 2e lijst hebben, daar staat op plek 6 een Turkse-Nederlander.
Er klinkt wat gemor onder een paar jonge, modern ogende feestvierders, maar soit, het is een feestdag en de discussies over de wenselijkheid van verkazing zullen ook vandaag niet beslecht worden. Wanneer de uitslagen vrijdag binnenrollen, blijkt waar iedereen al op rekende uitgekomen: alle Turkse kandidaten zijn gekozen.
Is dit een unicum? Nee, het gebeurde in het hele land. Op bruiloften, in moskeetjes of via de mail werd ervoor gezorgd dat de kandidaten die niet op een verkiesbare plaats stonden, hoger zouden komen. Terwijl men – terecht – verontwaardigd was wanneer ouderen aangaven wel PvdA te willen stemmen maar gewoon op een Hollander en niet op een hoofddoekje, werd twee straten verderop elke allochtoon erop gewezen dat ze wel op de Marokkaanse moesten stemmen. ’Ach, u bent Turks? Die leveren wij ook, dan stemt u op plek 19.’
Natuurlijk trapt niet iedereen hier in, en maakten vele Marokkanen, Turken of Somaliërs zelf hun afweging. Maar het is wel tekenend dat juist de progressieve partijen om de tafel kropen met conservatieve ´vertegenwoordigers´ om stemmen te vergaren. ‘Het gaat niet om je afkomst, maar om je toekomst’ klonk het overal. Maar blijkbaar niet als er zieltjes gewonnen kunnen worden.
Rassenkaart
Bleef het hierbij? Nee. Allerhande allochtone kandidaten werden door hun eigen partijen gesommeerd vooral naar de ‘achterban’ te gaan. Dan wordt ook op links de rassenkaart te pas en te onpas vrolijk getrokken. En juist die drinkende, tuigaanpakkende raadsleden die zich de afgelopen jaren hadden ontworsteld aan de soms verstikkende sociale controle uit de achterban, kregen vanuit hun eigen partij telefoontjes: ‘als je niet vaker naar de moskee komt gaan we niet op je stemmen’.
Is dat erg? Ja. Want voor wat hoort wat, zeker in de politiek. En dus zullen al die nieuw gekozen politici gedwongen worden naar de pijpen van hun achterban te dansen. Belofte maakt immers schuld, en we kunnen best nog wat meer parkeerplaatsen voor de moskee gebruiken. In Rotterdam blijkt zelfs dat het grootste obstakel voor een coalitie van PvdA – Leefbaar cliëntilistische verkiezingsbeloftes te zijn. Dat zou toch het hek van de dam moeten zijn. En niet zo’n beetje ook.
Ook de komende maanden zullen weer in het licht staan van prachtige staaltjes electoraal gepaai. En natuurlijk hoort dat bij verkiezingen. Maar dat gepaai kan en mag nooit zo bepalend worden dat principes opzij gezet worden. Cohen zal van alle kanten ongetwijfeld het advies krijgen zijn imago als allochtonenknuffelaar uit te buiten en stemmen te winnen op het breedgedragen anti-Wilders sentiment. Maar waar dit misschien tot een overwinning op 9 juni kan leiden, is dit vanaf 10 juni een enorm blok aan het been: hoe de kiezers met oerconservatieve gedachten tevreden te houden en tegelijkertijd het programma over gelijke rechten uit te voeren?
De progressieve partijen moeten de komende maanden niet dezelfde fout maken. Ze moeten een onverdeeld links geluid laten horen, gelijke kansen voor iedereen maar zeker ook gelijke rechten. En wanneer dit bij een aantal lokale stamhoofden tot gemor leidt, dan is dat maar zo; juist de partijen die op willen komen voor de minderheden lijken te onderschatten hoeveel nieuwe-Nederlanders de oude knuffelpraatjes zat zijn. Juist zij willen op een moderne boodschap stemmen en niet op basis van hun huidskleur voor het karretje van de zoveelste carrière-allochtoon worden gespannen. Voor de toekomst van de progressieve partijen zijn deze vrijgevochten topallochtonen veel belangrijker dan het orthodoxe anti-Wilders stemvee. Dat hoorde eigenlijk toch al niet op links thuis.
Arne Mosselman staat in zijn vrije tijd graag foldertjes uit te delen voor Marokkaanse kandidaten, ondanks zijn blonde haren en blauwe ogen.
CC foto: Ed Brambley