Kiezend Nederland lijkt de grootste gekte voorbij, Geert Wilders keldert in alle peilingen. De ironie viert hoogtij, want populisme neemt af in populariteit. Althans, zo lijkt het. De harde waarheid is dat de hoge mate van beïnvloedbaarheid van de kiezer er nog net zo is als een paar maanden terug, toen de PVV – met de grote ‘P’ van populisme – de grootste leek te worden. De kans dat D66 in de zes weken tot 9 juni naar 25 zetels gaat, is even groot als de kans dat zij daalt naar vijf.
Het verschil zit hem niet in het feit dat het populisme is ingehaald door gezond realisme, zoals wenselijk zou zijn in de politiek. Dat zou het vertrouwen in gezag vergroten en het landelijk bestuur stabiel houden. Dit líjkt nu te gebeuren. Een groeiende groep liberalen keert terug op het oude VVD-nest na een korte overnachting in het PVV-kamp. Eenzelfde aantal progressieve kiezers verkiest nu weer PvdA boven D66. Toch is het populistisch stemgedrag hiermee alleen maar toegenomen. Ongewild zijn Cohen en Rutte deel geworden van een generatie kiezers die in een lijsttrekker een merk zien.
Verzuiling
Nederland heeft lange tijd een verzuild karakter gehad, al spreken we dan over een ver verleden. De keuze was links, rechts of confessioneel en die werden traditioneel verkozen door respectievelijk de arbeider, zijn werkgever en de kerk. De keuze werd stiekem al gemaakt tijdens de geboorte: iemand uit een ‘arbeidersgezin’ verkoos de arbeiderspartij boven de kapitalistische inslag van de partij van zijn werkgever. De verzuiling had hiermee grote nadelen, die bijvoorbeeld lagen in het langs elkaar heen leven van verschillende lagen binnen de samenleving, maar resulteerde wel in een stabielere politieke omgeving, waarin stemgerechtigden kennis van zaken hadden. Tegenwoordig eist iedere willekeurige marktkoopman een betweterige positie op, zonder vaak te weten met hoeveel kennis van zaken en toewijding die 150 kamerleden in Den Haag te werk gaan.
Job Cohen
Vandaag de dag is stemgedrag grilliger dan ooit. Het politiek spectrum is vergroot, door de grote keuze uit een groeiend aantal politieke partijen. Veel te veel jongeren hebben tegenwoordig geen idee hoe rechtse en linkse partijen in thema’s als financieel beleid van elkaar verschillen. De grote vetlaag die de PVV in peilingen eind vorig jaar cadeau kreeg bestond ook uit vroegere SP-kiezers. Rijzende sterren Job Cohen en Mark Rutte lijken populistische beweegredenen van kiezers om hun te verkiezen boven de helden van een paar maanden terug in te willen dammen. De drive achter een switch naar hun partij moet het realisme zijn, waarmee ze een sfeer proberen te creëren waarin de kiezer langere tijd bij dezelfde partij blijft. Het is de hoop dat zij hier in slagen en de rust in het politieke landschap kunnen doen wederkeren. Het is tijd voor een samenleving met geloof in de regering, waarmee we afstappen van het zwartmaken van de zojuist door diezelfde samenleving verkozen poppetjes op het pluche.