Stel: de overheid besluit om het btw-tarief op vlees te verhogen naar 19 procent. Is die maatregel dan een vorm van betutteling, of getuigt die maatregel van het nodige respect voor uw keuzevrijheid? Nederlanders laten zich niet graag de les lezen, en zijn bovendien fanatieke vleesconsumenten. De eerste interpretatie heeft dus duidelijk de overhand. Toch zijn beide antwoorden correct. Het verhogen van het btw-tarief op vlees is net zo goed een vorm van betutteling als dat het van respect getuigt voor uw keuzevrijheid. In de partijprogramma’s van Groenlinks, D66 en de PvdA staat inmiddels het voorstel om het btw-tarief op vlees te verhogen.
Slimme argumenten
Maar is de maatregel populair? Gevraagd naar argumenten voor deze maatregel komen deze partijen vaak met heel slimme argumenten: waarom we teveel vlees consumeren; waarom dat dramatisch slecht is voor het milieu; waarom het de wereldvoedselvoorziening zelfs in gevaar brengt en waarom het dus hoogst noodzakelijk is om hier iets aan te doen. De urgentie van het probleem beschouwen voorstanders vaak als behoorlijk onomstotelijk bewezen.
Als we al die argumenten als correct beschouwen dan zou een hoger btw-tarief op vlees een betrekkelijk milde maatregel blijken gezien de grootte van het probleem dat hiermee wordt aangepakt. Toch is het opvallend hoe weinig enthousiast zelfs voorstanders van de maatregel de maatregel eigenlijk verdedigen.
Geringe effectiviteit
Een mooi voorbeeld hiervan zagen we een tijdje terug in Buitenhof. In debat met Arnold Heertje kwam Femke Halsema eigenlijk niet verder dan zeggen dat ze het weliswaar geen ‘leuke’ maatregel vindt, maar dat het – in combinatie met andere maatregelen – wel ‘iets’ doet om de vleesconsumptie terug te dringen. Heertje op zijn beurt valt het voorstel eigenlijk aan op twee gronden: het effect van de maatregel zou oneerlijk zijn en te gering. Strikt genomen erkent Heertje dus wel dat de maatregel een effect heeft. Anders kan hij immers niet spreken over ‘nadelige verdelingseffecten’. De suggestie is hier dat arme mensen zich deze maatregel wel degelijk zullen aantrekken, en mensen met meer geld ‘onvoldoende’.
Zo lijdt de maatregel aan een chronisch gebrek aan populariteit zelfs onder haar eigen verdedigers. Dan weer wordt het neergezet als een oneerlijke maatregel die ‘hardwerkende Nederlanders’ hun biefstukje ontzegt en dan weer zet de maatregel te weinig zoden aan de dijk.
De ‘autoritaire’ oplossing
Hoe populariseer je zo’n maatregel dan wel? Een antwoord voor progressieve en liberale partijen die deze maatregel steunen, is dat ze veel duidelijker spreken over ‘autoritaire’ alternatieven. Wie de consumptie van vlees namelijk echt wil beperken, kan ook simpelweg pleiten voor een verbod. Geert Wilders deed het met zijn onderwerp islamisering ook heel succesvol met zijn pleidooi voor een verbod op de koran en een verbod op de boerka. Feitelijk werd Geert Wilders al een stuk softer met zijn pleidooi voor de kopvoddentax. De beledigende retoriek ten spijt: Wilders gebruikte opeens het argument dat zo’n hoofddoekjesbelasting de keuzevrijheid van moslima’s niet schaadt: Wilders verbiedt helemaal niets; Wilders eist alleen een compensatie voor de schade die het dragen van een hoofddoekje veroorzaakt. Want zo is Wilders: a reasonable man.
Precies dezelfde strategie geeft progressieve en liberale partijen de gelegenheid om te laten zien dat de maatregel van een vleestax helemaal niet zo betuttelend en onredelijk is als dat het nu soms overkomt. Door meer ‘autoritaire’ alternatieven alleen maar als mogelijkheden te noemen, wordt de urgentie van het probleem voor het publiek verder onderstreept. Vervolgens hoeft een liberaal en progressief politicus natuurlijk niet zo ver te gaan om dit alternatief ook te gaan verdedigen. In plaats daarvan zou het liberale en progressieve politici een kans geven om te laten zien hoeveel liberaal en progressief ze eigenlijk zijn. Kijk eens wat een vertrouwen in de eigen kracht en verantwoordelijkheid van mensen!
Eric Stam is debattrainer en blogt op www.debatblog.nl en www.ericstam.nl. Hij is alleen vegetariër als hij daar zin in heeft.