De Giro d’ Italia is net geëindigd. Wellicht de mooiste wielerronde van de afgelopen 10 jaar werd in het maffialand verreden. Er waren idioot steile bergen, de renners werden over lemen paden uit 1523 gejaagd en er was iedere dag strijd. Een beetje wielerliefhebber zou nu al zin hebben in de Tour de France, ware het niet dat die bij voorbaat al saai, voorspelbaar en eentonig wordt. Deze Ronde van Italië werd ook gekenmerkt door het goede rijden van enkele jonge Nederlanders. Bauke Molema en Steven Kruijswijk fietsten met de top mee naar boven en reden degelijke top 20 plaatsen. Jammer alleen dat ze bij Rabobank fietsen. Die ploeg levert namelijk nooit winnaars op.
De Rabobank wielerploeg bestaat sinds 1996. Miljoenen heeft de Boerenleenbank ondertussen in het wielrennen gestopt, waarvoor louter hulde. Ze slagen er echter niet in een winnaar te kweken. De afgelopen 14 jaar bracht de Raboploeg ons Michael Boogerd en Erik Dekker, en daarnaast een heleboel hele goede knechten. Ze leiden namelijk geen winnaars op. Het winnen lieten ze over aan buitenlanders als Oscar Freire. Zelfs Michael Boogerd heeft slechts twee koersen van naam gewonnen.
Robert Gesink bijvoorbeeld is een uitzonderlijk goede coureur, maar heeft als profrenner slechts drie koersjes gewonnen, waarvan de Giro d’Emilia de grootste is.De nu bejubelde talenten hebben zelfs nog geen enkele wedstrijd bij de profs gewonnen. Steven Kruijswijks beste resultaat in deze Giro is 3e in een rit, Mollema is niet verder gekomen dan een zevende plek. Hartstikke leuk, hard mee een berg op rijden, maar een echt goede wielrenner ben je pas als je wint. Kenny van Hummel is een mindere fietser, maar een betere wielrenner. Hij wint namelijk wel. Net als Theo Bos, sinds hij weg is bij de Raboploeg.
De Raboploeg is weer heel tevreden. En ergens ook best terecht, het is knap zo goed mee te fietsen, zeker voor zulke jonge kerels. Als ze niet uitkijken worden deze talenten echter ook weer vijf jaar lang vertroeteld. Ze mogen zonder druk fietsen, ze mogen knechten voor een buitenlandse kopman en we bejubelen ze als ze ergens 4e worden. Als ze dan op een leeftijd zijn dat ze echt kunnen oogsten, zeg 27 jaar oud, zijn ze ondertussen gewend aan het rijden in dienst van anderen. Dan leer je niet meer winnen (uitzonderingen als Erik Dekker daargelaten).
De komende Tour de France kan dan ook maar op een manier leuk worden gemaakt: Robert Gesink moet 100% kopman zijn. Hij moet voor een podiumplek gaan en minimaal één etappeoverwinning. Lukt dat niet, so be it. Volgend jaar nieuwe kansen. Zolang de Raboploeg hem maar niet laat werken voor Denis Menchov. Niet blij zijn met een top 10 klassering en gaan voor de winst. Alle wielervolgers moeten ook druk erop leggen. Bert Wagendorp moet weer een tourwinnaar uitroepen. En in 2011 moet de Raboploeg en Nederland de winst eisen. Dat is goed voor de renners en goed voor het Nederlandse fietsen. Het ergste wat er kan gebeuren is dat je verliest. En groots verliezen, daar word je pas echt groot mee in het wielrennen.
Huub Bellemakers komt zelf nauwelijks een brug omhoog, maar vindt wielrennen fantastisch en de Rabobank wielerploeg laf.