Wekenlang heeft Nederland aan de buis gekluisterd kunnen zitten om de verkiezingen intensief te volgen. Daarin zijn we overspoeld met debatten, tafeldiscussies, voorbeschouwingen, nabeschouwingen en meer fraais. Zo zagen we Paul Witteman terugkeren met Het Lagerhuis en zijn er heuse hyves- en twitterdebatten geweest. Een paar voorlopige conclusies: het premiersdebat van Frits Wester was een chaos; het Carrédebat was veel beter in elkaar gezet en debatten via Twitter werken niet. Welke (nieuwe) formats waren nu echt een verrijking voor de zwevende kiezer? Ik trap af met mijn favoriete nieuwe binnenkomer.
Dan kies ik voor het Grote BNN Verkiezingsgala. Waarom? Het gala was doodsimpel innovatief. Voor het eerst in Nederland kregen politici in een soort townhall-setting de gelegenheid om een bevlogen en inspirerende politieke speech te geven op de publieke omroep. Dat kost niet alleen weinig; het leverde ook prima televisie op. Op internet werd bijvoorbeeld al gesproken van een optreden van Femke Halsema met Obama-achtige allure.
Poezië in de politiek
Dat is misschien wat overdreven, maar begrijpelijk is de bewondering wel: politici in Nederland zien we zelden speechen; we zien ze vooral debatteren en discussiëren. Dat zijn twee heel verschillende dingen. Bij politieke speeches heb je als politiek leider eens de kans om met veel retorisch geweld eens wat langere tijd zonder tegenspraak een toekomstvisie neer te zetten. Ze zijn vaak inhoudelijk bepaald niet diepgravend maar ze zijn bij uitstek wel een manier om als politicus persoonlijke waarden en drijfveren over het voetlicht te brengen. Precies waar veel kiezers in geïnteresseerd zijn. Het brengt meer poëzie in de politiek.
Debatten zijn hiervoor per definitie niet geschikt. Debatten zijn interessant als concrete onderwerpen langere tijd centraal staan en inhoudelijk worden uitgediept. Veel moeilijker is het om in debatten als politicus een goed beeld van jezelf neer te zetten, andere deelnemers aan te vallen op persoonlijke kwaliteiten, op inhoudelijke argumenten in te gaan en een eigen inhoudelijke boodschap over het voetlicht te brengen.
Toch gebruiken Nederlandse politici debatten hiervoor noodgedwongen. Het resultaat is vaak vlees noch vis. Politici weten de kijker thuis niet inhoudelijk te overtuigen (omdat diepgang in debatten angstvallig wordt vermeden) en persoonlijk niet te bezielen (omdat iedere poging hiertoe direct wordt neergesabeld met een aanval van een politieke tegenstander).
Boksring
Politieke leiders in Nederland wordt daarmee eigenlijk geen dienst gedaan. Nu geven ze vooral lange en soms behoorlijk goeie speeches op partijbijeenkomsten. Soundbites daarvan halen dan weer het journaal en via YouTube kunnen hardcore politiek geïnteresseerden natuurlijk alsnog hele speeches zien. Toch blijft het bereik hiervan erg beperkt. Meer ruimte voor politieke speeches op televisie zou weleens de oplossing kunnen zijn. Natuurlijk: het zijn vooral wedstrijdjes in welbespraaktheid en charisma, maar paradoxaal genoeg zouden ze weleens meer ruimte scheppen voor inhoudelijke diepgang in die andere wedstrijdjes verbaal boksen die politici ook behoren te spelen.
Eric Stam is debattrainer en gespreksleider.