Deze week werd de nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd. Er was maar één grote afwezige: Mei Li Vos. Het PvdA-Kamerlid was afgelopen jaren niet uit de media weg te slaan en zette het thema van flexwerkers en freelancers met verve op de politieke agenda. Toch kwam Mei Li op een magere 38ste plaats van de PvdA-lijst terecht. Haar campagne om met voorkeurstemmen gekozen te worden mislukte: ze haalde er 10200, ruim 5000 te weinig voor een zetel. Wat ging er mis?
Aan Mei Li’s inzet heeft het niet gelegen. Mei Li was actief op Twitter en Hyves, deed mee aan debatten in het land en je hoorde regelmatig van haar. Mei Li is bovendien niet inhoudsloos zoals veel van haar collega’s: ze maakte een punt van de flexibele arbeidsmarkt, de beperkte rechten van flexwerkers en de problemen van freelancers. Voor Mei Li’s Kamerlidmaatschap waren die thema’s in de Tweede Kamer vrijwel onbesproken.
Mei Li is intelligent, ziet er vlot uit, kan haar woordje goed doen en heeft een onderwerp te pakken waarmee ze een potentiële aanhang heeft van bijna een miljoen Nederlanders. Maak de vergelijking maar eens tussen Mei Li en andere PvdA-kandidaten die hoger op de lijst stonden. Laten we zeggen: Pierre Heijnen, Attje Kuiken, Eelke van der Veen en Lea Bouwmeester. De PvdA waardeert hen hoger dan Mei Li maar zij halen minder voorkeurstemmen binnen (respectievelijk 621, 2974, 486 en 1658). Mei Li is met haar 10200 voorkeurstemmen een van de toppers van de PvdA, maar het is onvoldoende om in de Kamer te komen. Hoe kunnen we haar afgang verklaren?
Vernieuwing
De PvdA is de partij van de traditionele vakbonden, en Mei Li heeft daar weinig mee. Ze richtte ooit het Alternatief voor Vakbond op, omdat de traditionele vakbonden niets voor freelancers en flexwerkers zouden doen. De PvdA lijkt om opportunistische redenen Mei Li in 2006 op de lijst te hebben geplaatst, want zo kon een geheel nieuwe doelgroep bij de PvdA worden betrokken. Maar kun je in zo’n context ook echt wat voor freelancers betekenen? De PvdA is natuurlijk helemaal niet moderner geworden met één afwijkend Kamerlid.
Dat blijkt wel uit het afscheidswoord van Kamervoorzitter Gerdi Verbeet. Mei Li wordt geroemd om ‘een initiatiefwetsvoorstel over ruimere formulering van het verbod om mededingingsafspraken te maken’. Freelancers zullen er ongetwijfeld van profiteren, maar het lijkt toch een mager resultaat van ruim drie jaar Kamerwerk. Je zet je drie jaar in voor inhoudelijke en programmatische vernieuwing, en dat levert één initiatiefwetsvoorstel op?
Hondenbaan
Natuurlijk zijn er genoeg Kamerleden die nooit tot een intiatiefwet komen en het maken ervan kost ongetwijfeld heel veel tijd en moeite. Het wetsvoorstel laat zien dat Mei Li’s standpunten geen holle frasen zijn, maar dat ze ook echt iets doet. Maar tegelijk laat dit ‘ene voorstel’ ook zien dat haar missie mislukte: ze kreeg nauwelijks voet aan de grond binnen haar partij, die altijd de partij van de traditionele vakbeweging is gebleven. Zo is haar lage 38ste plaats op de lijst ook te verklaren.
Omdat Mei Li binnen de PvdA geen voet aan de grond kreeg, kon ze geen grote voorstellen doen en met verdergaande plannen echt iets voor freelancers betekenen. En zo hoefden een miljoen freelancers bij de verkiezingen niet op Mei Li te stemmen. Mei Li illustreert alles wat mis in Den Haag: vernieuwing gaat te langzaam, oubollige partijen maken de dienst uit en idealisme en hard werken lonen niet. Kamerlid zijn is een hondenbaan.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie (www.chrisaalberts.nl).