Cult

De selectieve verontwaardiging van Geenstijl

18-08-2010 12:08

Bert Brussen mag blij zijn te werken bij Geenstijl. Een organisatie die pal staat voor haar eigen mensen. Een journalistiek medium dat principieel de rug recht houdt daar waar onrecht verschijnt. Een club waar vrijheid van meningsuiting nog gewaardeerd wordt en journalisten gewoon hun werk kunnen doen. Dus toen Bert Brussen in de vuurlinie kwam te liggen vanwege zijn eigen twittergate kon hij van zijn collega’s tenminste de nodige steun verwachten. Wilders doet aangifte; Geenstijl antwoordt: Blijf met je gore rotpoten van onze rotredacteurtjes af. Het NRC durft een kritische kanttekening te plaatsen; Geenstijl antwoordt: meest achterlijke hoofdredactionele commentaar sinds 2002.

Zoals gezegd: Bert Brussen mag blij zijn te werken voor de jongens van Geenstijl. Toch is mijn vraag: heeft men bij GeenStijl altijd zo lichtzinnig over het belang van ‘context’ in (journalistieke) berichtgeving gedacht?

Respectloze Hitler-vergelijking
We gaan terug naar oktober 2008. Ondergetekende voorzag GeenStijl toen van een leuke scoop aangaande een Wilders-Hitler-vergelijking in een lesboekje van de stichting Dag van het Respect. Die scoop leidde toen nog tot Kamervragen en de publieke ondergang van die stichting. Nalezen kan hier, hier en hier, maar de vraag is: waarom koos GeenStijl zo gemakkelijk mijn zijde – en sprong het overgrote deel van de GeenStijl-community in de houding? Het draaide allemaal om deze zinsnede:

‘De film Fitna van Geert Wilders of het boek Mein Kampf van Adolf Hitler, zijn gebaseerd op eenzijdige denkbeelden.’

Een heel onbeduidend zinnetje en feitelijk correct. Er kan niet aan getwijfeld worden dat Fitna en Mein Kampf ook daadwerkelijk een eenzijdige visie op de wereld representeren. 114 tekens dus het had ook getwitterd kunnen worden. Toch vond Geenstijl mijn scoopje genoeg nieuwswaarde hebben om deze stichting Dag van het Respect aan de schandpaal te nagelen – en waarschijnlijk had die verontwaardiging alles met ‘context’ te maken. De bewuste zinsnede is immers hoogst suggestief en private politieke meninkjes over Wilders zijn niet bedoeld als lesmateriaal voor 11 en 12-jarigen. Het was leuk om die stichting daar via Geenstijl mee te confronteren precies omdat die stichting zich dan niet publicitair zou kunnen indekken. Het is achteraf gemakkelijk zeggen dat een uitspraak of zinsnede ‘uit haar verband is gerukt’ of dat ‘de context verkeerd is begrepen’.

Biedt retweeten context genoeg?
De vergelijking met de kwestie Brussen gaat op heel veel punten mank. Maar op één punt niet: context doet er blijkbaar toe. Ook voor de jongens van Geenstijl. Zonder context kunnen berichten een heel eigen leven gaan leiden en grote (on)bedoelde gevolgen hebben. Dat is nauwelijks een geheim of een verrassing te noemen. Een stichting die doelbewust obscure contextloze teksten afvuurt op een publiek van 11 en 12-jarigen verdient het om aan de tand gevoeld te worden. Een journalist die een bericht op Twitter en op zijn website plaatst dat heel verkeerd wordt begrepen, moet bij zichzelf te rade gaan hoe dat komt.

Het is daarom des te vreemder dat men zich bij Geenstijl zulke vragen niet stelt als een van hun eigen redacteuren in de vuurlinie ligt. Het is inmiddels heus wel duidelijk geworden dat Bert Brussen met zijn retweet alleen maar gebruik heeft willen maken van zijn journalistieke recht om te citeren. We weten allemaal wel dat mensen die de vette ironie van de kop op zijn weblog niet snappen lijden aan een chronisch gebrek aan humor en/of verstandelijke vermogens. Van de moderne nieuwsconsument mag allemaal meer worden verwacht. Maar aan de andere kant zou men bij Geenstijl ook eens eerlijk moeten zijn. Twitter is geen medium dat overdreven veel ruimte laat voor context. Deze kwestie gaat niet over het journalistieke recht om te citeren, of over de vrijheid van meningsuiting. Deze kwestie gaat over het belang van context en ervoor zorgen dat je als journalist direct goed begrepen wordt. Dan is er niets aan de hand.

Eric Stam is debattrainer en gespreksleider. Hij is nog altijd trots op die ene keer in 2008 waarin hij een stichting genaamd Dag van het Respect ‘kapotmaakte’ vanwege hun Hitler-vergelijking.