‘Goedemorgen, we bellen u omdat u al jaren donateur van Greenpeace bent. Heeft u tijd voor een kort telefoongesprek? Dat stellen we zeer op prijs. U doneert elke maand tien euro en daar willen we u graag voor bedanken. Want u zult begrijpen dat Greenpeace haar werk niet kan doen zonder donateurs als u. U vindt oerbossen interessant? Greenpeace boekt enorme resultaten. Steeds meer oerbossen worden gered, mede door uw steun.’
Bedelen om geld
Het overkomt ons allemaal wel eens: een imbeciel telefoongesprek met een slijmerige telefoniste van een goed doel. De telefoniste leest een script voor van haar computer waarbij wordt geprobeerd deze zo persoonlijk mogelijk te maken. Kennelijk heb ik ooit bij Greenpeace aangegeven dat ik me zorgen maak over oerbossen, en dus vertelt de telefoniste dat juist op dat terrein grote resultaten geboekt zijn. Dit alles natuurlijk als opmaat naar de hamvraag: of je misschien meer wilt betalen.
‘Wilt u voortaan veertien euro per maand doneren?’
‘Nou misschien op een ander moment wel, maar ik denk na over het kopen van een huis, en dus wil ik eerst bekijken wat mijn financiële situatie over een paar maanden is, belt u dan maar terug’.
‘Dat begrijpen wij natuurlijk. Wij van Greenpeace waarderen het al enorm dat u momenteel tien euro per maand doneert. Daar kunnen we natuurlijk heel veel goed werk mee doen. Nu wil het geval dat de minimumdonatie elf euro is’.
Jehova’s getuigen
Vroeger had je Jehova’s getuigen, en misschien bestaan ze nog. Ze kwamen aan de deur, zetten één voet binnen en je kwam nooit meer van ze af. Ze waren niet te overtuigen van het feit dat je al iets anders geloofde. Want zij hadden altijd gelijk. Op weg naar mijn werk kom ik altijd studenten tegen die als bijbaan donateurs ronselen voor goede doelen. Elke week een ander goed doel. Ik kan er steeds beter mee omgaan. Ik roep heel hard ‘NEE’ als ze mijn kant uit kijken. Ze begrijpen dan intuïtief dat ik er niet erg voor open sta.
Maar wat zeg je tegen een telefoniste van Greenpeace, die je vertelt dat de minimumdonatie een euro per maand hoger is dan het bedrag dat je al betaalt? De uitkomst van dit opdringerige gesprek is dat je meer doneert, want de meeste mensen hebben enige tijd nodig om het gesprek tot ze door te laten dringen. Ze laten zich overreden want dan zijn ze ervan af. Het kernprobleem van een donateur is: Greenpeace kan je altijd bellen. En als ze bellen, ga je meer doneren.
De oplossing
Dit is dus hoe heel veel onwetende burgers die even niet opletten met steeds hogere donaties komen te zitten. Greenpeace heeft goed gekeken hoe DSB hypotheken verkocht: op een dusdanige manier dat klanten altijd met een hypotheek kwamen te zitten die ze niet konden betalen. En vanaf nu dus ook met hogere donaties waar ze eigenlijk geen zin in hebben.
De enige oplossing is: doe de deur nooit open voor goede doelen, breek telefoongesprekken met ze af, ontloop de studenten op straat en zeg je donateurschap van Greenpeace op.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie (www.chrisaalberts.nl)