Het Nederlands zou zomaar in de Grondwet vastgelegd kunnen worden. Voormalig minister Bos stelde dat in februari al voor, maar toen moest het nog goedgekeurd worden door de Raad van State. Dit bericht in de Volkskrant suggereert dat deze goedkeuring er nu is, en dat het wetvoorstel daadwerkelijk ingediend gaat worden. Het is geen ongewoon voorstel; landen als Spanje, Griekenland en Frankrijk hebben hun talen ook vastgelegd in hun grondwetten, en in de Zuid-Afrikaanse grondwet zijn zelfs elf officiële talen vastgelegd.
Er was in februari echter al weerstand tegen dit besluit, dat door Tijn Kortmann in de Volkskrant al afgedaan werd als flauwekul. ‘Ik vind het onbegrijpelijk, onwenselijk en contraproductief. De Grondwet is geen verzamelplaats voor ad hoc-wensen die afhangen van de maatschappelijke conjunctuur. Dit bevalt mij helemaal niet. Het wijst op toenemende geslotenheid van de politiek. En aan de universiteit moet steeds meer in het Engels, om over het Nederlands van de overheid zelf maar te zwijgen.’ Maar is het niet verstandig om in een wereld waar Engels een steeds grotere rol gaat spelen je eigen taal een bijzondere plaats toe te willen kennen?
Engels in Nederland
Niet alleen wereldwijd, maar ook in Nederland krijgt Engels een steeds grotere rol toebedeeld. Een goed voorbeeld is het gebruik van Engels op universiteiten en hogescholen. Studieboeken zijn al vaak in het Engels, maar ook steeds meer colleges worden in het Engels gegeven. Dit vaak tot ongenoegen van de studenten, omdat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt. De docenten beheersen de taal niet goed genoeg om de colleges zo interactief te maken als ze zouden willen, en anekdotes die de colleges in het Nederlands leuker zouden maken worden achterwege gelaten omdat de docenten niet zeker genoeg zijn over hun Engels om deze te vertellen. Dit maakt de hoorcolleges er bepaald niet leuker op. De verengelsing van het hoger onderwijs heeft er onder andere te maken dat het aantrekkelijk moet worden voor uitwisselingsstudenten om in Nederland te komen studeren; als de colleges in het Engels zijn hoeven studenten geen Nederlands te leren.
Ook in het bedrijfsleven wordt steeds meer Engels gebruikt. Nederland is sterk afhankelijk van het buitenland, en Engels dient steeds vaker als voertaal in het internationale zakenleven. Maar ook functies worden steeds vaak onnodig verengelst: op Monsterboard wordt bijvoorbeeld gezocht naar een Customer Support Representative, een Software Engineer en een Online Marketing Consultant. Project Manager staat nu eenmaal beter op je visitekaartje dan Projectleider, terwijl de functieomschrijving precies hetzelfde zal zijn.
Statussymbool
En dat is precies waar het ‘gevaar’ in schuilt: Engels is een statussymbool aan het worden. Vooral hoger opgeleid Nederland spreekt steeds beter Engels, en gebruikt het ook steeds meer. De rest van Nederland komt echter veel minder in contact met deze taal, wat het risico in zich draagt dat het Engels symbool gaat worden van een scheiding van de sociale onder- en bovenlaag van Nederland. In de Filippijnen is dit al gebeurd: de sociale bovenlaag in de Filippijnen spreekt meer Engels, terwijl de sociale onderlaag vooral Filippijns spreekt. Dit is bijvoorbeeld ook te zien in deze reclame; de collega die de hamburger opeet spreekt vooral Engels, terwijl de underdog – wiens hamburger gestolen wordt – vooral Tagalog spreekt. De aanbieding wordt ook in het Engels gebracht, om aan te geven dat de mensen die bij McDonald’s gaan eten hoger op de sociale ladder staan.
Terug naar Nederland. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat het Engels over tien jaar het hele hoger onderwijs en bedrijfsleven, en over twintig jaar heel Nederland overgenomen zal hebben, is het wel verstandig om het Nederlands vast te leggen als voertaal om ervoor te zorgen dat de mensen die minder goed Engels spreken toch in het Nederlands terecht kunnen bij zowel de overheid als het bedrijfsleven. Dat is nu wellicht nog een overbodige maatregel, maar met de toenemende verengelsing van het hoger onderwijs en het bedrijfsleven wellicht wel een nuttige maatregel. Want het blijft belangrijk dat minder hoog opgeleide mensen – die vaak de minste blootstelling aan Engels hebben gehad – met het Nederlands gewoon overal terecht kunnen – ook over vijftig jaar.
Janou Petit studeert Engels.