De Jaap-redacteur Linda Duits zegt in een reactie op een artikel op deze site dat de ‘verwende burger de overheid is gaan zien als een bedrijf waar hij diensten afneemt, in plaats van als een instelling die er voor en door het volk is’. Duits heeft gedeeltelijk gelijk, want er is meer aan de hand. Die verwende burger spreekt namelijk met dubbele tong.
Duits maakt in haar commentaar verwijten aan zowel de burger als de overheid. Hier is haar volledige reactie:
Met de invoering van marktwerking is de toch al verwende Nederlander de overheid gaan zien als een bedrijf waar hij diensten afneemt, in plaats van als een instelling die er voor en door het volk is. Remco Visser stelt dat de ‘overheid die zich minder en minder bekommert om zijn burgers’. Die burgers bekommeren zich ook steeds minder om de overheid. Zij zien de staat als een vijand, in plaats van als iets dat zij zelf gecreëerd hebben door jarenlang dezelfde partijen aan de macht te helpen. Uiteindelijk doen we toch echt allemaal zelf.
Overheid als bedrijf
Duits heeft gelijk als ze zegt dat een deel van de bevolking de overheid is gaan zien als een bedrijf dat diensten levert. Maar dat is gedeeltelijk de schuld van die overheid zelf. Ministers en Kamerleden van links tot rechts hebben de kiezer jaren lang voorgehouden dat de overheid zich meer als een efficiënt bedrijf zou moeten gaan opstellen. Voormalig VVD-minister Hans Hoogervorst heeft dat eens bijna letterlijk zo gezegd in de Tweede Kamer, en verkiezingsprogramma’s van vrijwel alle partijen stonden de afgelopen jaren vol met zulk proza.
Het is op zich een mooi streven. Problematisch wordt het als het bewierookte bedrijf in de praktijk alles behalve efficiënt blijkt te zijn. We blijven even bij het voorbeeld Hoogervorst. Hij was de minister die het zorgverzekeringsstelsel hervormde, wat resulteerde in hogere premies terwijl het basispakket werd versoberd.
Verplicht abonnee
Het tweede kabinet Balkenende hervormde het stelsel vanwege de komende vergrijzing. Er zat een logica achter, maar de kiezer had daar weinig boodschap aan. Die zag alleen hoe het ‘efficiënte bedrijf’ als een uitgever eenzijdig de voorwaarden van het abonnement op het – tot dan toe relatief goedkope – tijdschrift veranderde: het abonnementsgeld ging omhoog en het aantal pagina’s werd met eenderde teruggebracht. En het was niet eens een kwestie van ‘slikken of stikken’, want je bleef verplicht abonnee. Kiezen voor stikken kan niet eens, want dan krijg je een boete.
Dat is een tweede weeffout in het afschilderen van de overheid als bedrijf: normaliter kun je weglopen bij het bedrijf dat een slechte service of een slecht product levert. Dat kan bij de overheid niet. Wel kan je het management weg stemmen, en dat gebeurt dan ook. Keer op keer. Maar zelfs dan komt het weggestuurde management (gedeeltelijk) terug, zoals nu het CDA, dat op 9 juni 20 zetels kwijt raakte en tóch weer op het pluche komt.
Tot zover de rol van de politiek in het creëren van de mythe over de overheid als efficiënt bedrijf.
Overheid als vijand
Maar de burgers kunnen er ook wat van. ‘Zij zien de staat als vijand’, zegt de burger volgens Duits. Dat is wederom ten dele waar: de overheid is een vijand zolang zij niet precies doet wat die burger wil. Dat past bij het verwachtingspatroon van de overheid als bedrijf. En de burger wil dat de overheid steeds meer problemen oplost.
Bontkraagjes in de straat? Moet de overheid oplossen. Zwerfafval op straat? De overheid moet meer vuilnisbakken neerzetten. Gooien asocialen op één meter afstand van een vuilnisbak hun troep gewoon op straat? De overheid moet die mensen aanpakken. Fileprobleem? Moet de overheid oplossen. Neemt de buurman een tweede auto, daarmee bijdragend aan de fileproblematiek? De overheid. Mijn kinderen, onhandelbaar? Ook iets voor de overheid, misschien een Minister van Gezin? Wat, zevenhonderdvijftig verkeersdoden in 2008!? Daar moet de overheid gauw wat aan doen!
Maar dan zegt de overheid: ‘okay, we gaan meer vuilnisbakken neerzetten, en meer personen aannemen voor de straatreiniging, maar dat kost geld, en dus gaat u meer belasting betalen, beste burger’. Ook zegt de overheid het fileprobleem op te kunnen lossen door een kilometerheffing. De overheid stelt ook voor dat er hogere boetes zullen komen voor verkeersovertreders om het aantal verkeersdoden te verlagen. En de overheid legt een maximum op aan het aantal parkeervergunningen, of verhoogt de belastingen voor het hebben van een tweede auto.
Problemen van de buren
En dán zeggen veel van die burgers: stop. De overheid moet al die zaken oplossen, maar vooral voor de buren. Zélf een Nuts-wikkel naast de vuilnisbak gooien, zélf goedkoop een tweede auto bezitten, zélf harder rijden dan 120 kilometer per uur, daar heeft de overheid niks mee te maken. Hoe jij je kind opvoedt, is jouw zaak en niet die van de overheid.
De overheid, kortom, wordt steeds meer gezien als de Grote Probleemoplosser, maar dan bij voorkeur de problemen van anderen. Daarnaast moet de overheid steeds meer problemen oplossen op terreinen waar die overheid tot voor kort niet gewenst werd. Zo willen hele volksstammen dat de overheid ‘achter de voordeur’ gaat kijken bij gezinnen om te zien hoe zij hun kinderen opvoeden. Wederom alleen bij de buren verderop in de achterstandswijk, dat spreekt. Want stuurt de gemeente een maatschappelijk werker om te praten over waarom zoonlief Hendrik-Jan tijdens het feutenweekeinde een meisje aanrandde, dan is het huis te klein want de overheid te bemoeizuchtig.
Tegelijkertijd mag het allemaal niks kosten, sterker nog: de overheid moet al die extra taken uitvoeren met minder personeel. Dat plaatst de politiek in een onmogelijke spagaat. Zij is middels het overheidsapparaat voor kiezers het antwoord op het leven, het universum en alles, maar tegelijkertijd een afstotende Doos van Pandora.
Het zou voor zowel de politiek als de kiezer een goed begin zijn als de politiek stopt met het afschilderen van de overheid als de perfect geoliede machine die alle problemen aankan. Dat is ze eenvoudig niet, en een overheid kan niet goed functioneren zonder het verantwoordelijkheidsgevoel van haar burgers.