Pink Floyd (2): Zonder Syd Barrett

02-10-2010 12:00

Na Barretts vertrek heeft Pink Floyd moeite om tot een herkenbaar geluid te komen. Het soundtrackalbum Music from the Film More (1969) wordt als excuus aangegrepen om iets uit te brengen. Het in hetzelfde jaar uitgebrachte album Ummagumma is een dubbelaar die verschillende muzikale experimenten bevat die door ieder bandlid afzonderlijk zijn gecomponeerd. Een muzikaal drama, gemaakt door een band in transitie. Voor album nummer vijf, Atom Heart Mother, de beroemde ‘koeienhoes’ uit 1970, wordt een volledig orkest ingezet om tot een plaat te komen die het midden houdt tussen een grotesk (Atom Heart Mother Suite) en doorgeschoten experiment (Alan’s Psychedelic Breakfast, waarop je letterlijk iemand al mompelend een ontbijt hoort maken). Maar de artistieke impasse wordt uiteindelijk doorbroken.

Op zesde plaat Meddle (1971) komen alle eindjes bij elkaar in het epische Echoes, al is het nummer Seamus (over een hond) misschien wel net zo episch, maar dan als misser. Een liveshow zonder publiek in het kader van een filmproject (Live at Pompeii, 1971) en nog een soundtrack (Obscured by Clouds, 1972) gaan vervolgens vooraf aan het magnum opus van de band: Dark Side of the Moon (1973), waarvan wereldwijd meer dan 40 miljoen exemplaren zijn verkocht en dat tijdloze klassiekers als Time, Money en Us and Them heeft voortgebracht, evenals het in de muziekwereld als één van de meest herkenbare iconen bekend staande prisma met de regenboog. Pink Floyd verankert zichzelf met het album voor altijd in de hogere regionen van de Hall of Fame.

Orwell
Als in 1975 met Wish You Where Here, het eerbetoon aan de gevallen oprichter van de band, het Syd Barrett-tijdperk definitief wordt afgesloten, begint Roger Waters de touwtjes steeds steviger in handen te nemen en is het – vooral volgens hemzelf – tijd voor zíjn verhaal. Het resulteert in eerste instantie in Animals (1977), een album dat vooral klinkt als George Orwell’s Animal Farm. De hoes van die plaat geldt overigens ook als een klassieker: het opblaasvarken, liefkozend Algie genoemd, wordt tussen de schoorstenen van het Londense Battersea Power Station opgelaten. Tijdens het maken van de foto drijft de enorme heliumballon weg nadat de verankering door de wind was losgeslagen. Het ding wordt in Kent teruggevonden in het weiland van een boze boer.

Tijdens de Animals tour raakt Waters steeds gefrustreerder door het publiek. Sinds DSOTM speelt de band niet meer in zaaltjes, maar in stadions waar soms wel 80.000 mensen op de band af komen. Waters voelt zich bedreigd in zijn artistieke uitingen en in 1977, tijdens een concert in het olympisch stadion van Montreal, raakt hij zo van de leg door het gebrek aan aandacht van het in zijn ogen veel te massale publiek dat hij uitroept: ‘Aww, for fuck’s sake, stop lettin’ off fireworks and shouting and screaming, I’m trying to sing the song’ en vervolgens een fan in het gezicht spuugt. Het is de opmaat naar rockopera The Wall, die in 1979 verschijnt.

Hamers
Op dat album speelt de dood van Waters’ tijdens WO II gesneuvelde vader een grote rol. The Wall legt een link tussen de intieme psychologie van persoonlijk verlies in verhouding tot de buitenwereld via teksten over vervreemding en eenzaamheid in relatie tot maatschappelijke bewegingen. De marcherende hamers zijn legendarisch geworden: ‘Hammers are a major dichotomous symbol in The Wall, possessing both creative and destructive powers, simultaneously beneficial and oppressive. The same hammer that constructs a house has the power to tear it down. Similarly, the hammers in the machines metaphorically create ideal members of society while destroying each child’s individuality.’ (1.0 HTML alert)

Ondanks het succes van het album zijn de verhoudingen binnen de band definitief bekoeld. Tijdens de opnames van het plaat worden de eerste echte barsten in het firmament zichtbaar als Rick Wright na een ruzie met Waters wordt ontslagen, om vervolgens als sessiemuzikant ingehuurd te worden tijdens de tour rond The Wall. Wat voor Wright nog niet eens zo slecht uitpakt: ondanks dat de show maar in twee Amerikaanse (LA en New York) en twee Europese steden (London en Dortmund) wordt uitgevoerd in 1980 en 1981, kost de grootse spektakelshow waarin er letterlijk een muur op het podium wordt opgebouwd zo veel geld, dat de in loondienst meespelende Wright als enige bandlid nog wat overhoudt aan de tour. Van The Wall verschijnt ook nog een film, met Bob Geldof in de hoofdrol als Pink, een rockster die, terwijl hij strijdt met persoonlijke kwelgeesten, gaat geloven in de grootsheid die hem door fans, management en platenlabel wordt toegedicht.

Na een voor Floyds doen lange stilte verschijnt vervolgens in 1983 The Final Cut, ‘geschreven door Roger Waters en uitgevoerd door Pink Floyd’, zoals de hoes vermeldt. Daarna gaat het defintief bergafwaarts.

Dit is deel 2 van een vierluik over Pink Floyd, onderdeel van een nieuwe wekelijkse serie waarin steeds in drie of vier afleveringen een invloedrijke band (of muzikant) zal worden belicht. Volgende week zaterdag deel 3. Deel 1 staat hier.

Bart Nijman schrijft voor Muziek.nl