Er wordt zelden echt goed gespeecht in Nederland. Sommigen wijten dat aan de bescheidenheid van onze machtsdragers, anderen aan de beleidstaalvervuiling. Maar soms zit er een pareltje tussen, waar retorici zich over kunnen verkneukelen. Maxime Verhagen produceerde zo’n juweeltje op het CDA congres van 2 oktober 2010. Het was naast een van de belangrijkste toespraken uit zijn carrière ook een van de meest effectieve speeches die ik ooit van hem gehoord heb. En dat was niet om zijn woorden over de PVV, maar omdat hij zo overtuigend sprak over het CDA zelf.
De kracht van emotie
Verhagen heeft ervoor gekozen om nauwelijks argumenten in zijn 24 minuten lang durende speech te verwerken. Hij gaat maar een paar keer inhoudelijk in op waarom mensen voor het akkoord moeten stemmen. Waar hij wel veel tijd aan besteed heeft is het uitwerken van een uitgekiende pathosstrategie, oftewel het inzetten van emotie.
Verhagen refereerde veelvuldig naar de band die de CDA’ers met elkaar zouden delen. ‘Ons CDA’ met zijn ‘vrienden’ leden. Hij sprak zijn collega’s (Klink, Koppejan en Bleker) gemoedelijk toe, om het publiek te doen voelen hoe sterk de eensgezindheid is, ondanks de problemen. Verhagen gaf ruiterlijk toe dat die er waren, maar verbond dat direct aan dat op het congres iedereen aan het woord kon komen om zijn zorgen te uiten (en te laten wegnemen). Hoewel het in eerste instantie misschien lijkt dat Verhagen zichzelf neerzet als een sitting duck, creeërt hij hiermee juist een gevoel van veiligheid bij zijn leden: hij luistert naar ze. Hiermee vergroot hij nog eens de emotionele lading van het moment: het CDA is één en hij heeft vanuit dit gevoel gehandeld.
Karakter als verdediging
Naast het inzetten van emotie, zette Verhagen nog sterk in op een ander overtuigingsmiddel: ethos. Hij liet zijn karakter en imago als het ware als argumenten fungeren. Hij karakteriseerde het CDA als een verantwoordelijke en verbindende partij. Hij verwees hierbij naar zijn voorgangers: Lubbers en Balkenende. De lijn die door hen was uitgezet, wilde Verhagen vervolgen zei hij, hij wilde voortbouwen op dat door hen is bereikt. Wat hij hiermee voor elkaar kreeg, is dat hij ook op het ethos van zijn voorgangers kon leunen, alsof zij hun goedkeuring persoonlijk uitspraken. En hij leunde op het gedachtegoed van het CDA en maakte zichzelf tot de verantwoordelijke van de uitvoering daarvan. Ook vroeg hij het congres om te delen in die verantwoordelijkheid, door vóór het akkoord te stemmen. Hiermee stelde hij dus tegelijkertijd tussen de regels door dat tégen stemmen verantwoordelijkheid uit de weg gaan betekende.
Één van de krachtigste momenten was een metafoor die hij gebruikte. Hij vergeleek de onderhandeling met de VVD en PVV met een dolle rit in een achtbaan, waarbij de leden beneden stonden om te kijken of dat wel goed ging. Een metafoor die enerzijds als effect heeft gehad dat de luisteraars het idee hadden dat Verhagen tegemoet kwam aan hun zorgen. Anderzijds heeft deze metafoor onderbewust een groots framingseffect: achtbanen zijn niet echt gevaarlijk, ze lijken alleen gevaarlijk. Door deze metafoor te gebruiken stelde Verhagen zonder dit expliciet te zeggen dat de zorgen ongegrond waren en dat hij altijd alles onder controle had.
Staande ovatie
Het mooiste moment van de toespraak was toen Verhagen een traan wegpinkte. Precies op dat moment kwamen zijn pathos- en ethosstrategie namelijk bij elkaar. Hij sprak over zijn opa en vader die zich hadden ingezet voor het CDA en dat hij al 34 jaar lid was (ethos) en sprak daarna met een triller in zijn stem: ‘Ik houd van deze partij. Ik geloof in deze partij’ (pathos – uiteraard gevolgd door een staande ovatie). Hiermee bracht hij emotie en karakter samen en vormde een ijzersterk beeld: Maxime Verhagen als gepassioneerd voorvechter van de CDA-idealen, die zijn taak tot zijn roeping gemaakt heeft. De kracht van deze toespraak zat hem niet in de dingen die hij letterlijk zei, maar het gevoel dat het onbewust meegaf. Wie durft er op zo’n moment nog te beweren dat Verhagen een machtswellusteling is?
Sarah Gagestein is afgestudeerd retorica en heeft een beter alternatief voor elk woord