Deze week hield Mark Rutte dan eindelijk zijn eerste persconferentie als minister-president. Hij had een belangrijke boodschap voor Nederland: het nieuwe kabinet gaat proberen de burger het vertrouwen in de politiek terug te geven. Een mooie en zinvolle opdracht. Deze roept echter wel een vraag op: hoe waarschijnlijk is het dat dit kabinet ons meer vertrouwen in de politiek gaat geven? Laten we deze vraag proberen te beantwoorden door te kijken naar de minister-president van dit kabinet. Hoe groot is de kans dat hij als premier zijn eigen missie gaat waarmaken?
Aardig
Onlangs verscheen het boek Mark Rutte, alleen voor de politiek van Martijn van der Kooij en Dirk van Harten. De auteurs komen steeds weer tot de vaststelling dat iedereen Rutte zo ‘aardig’ vindt. Rutte is sociaal en communiceert heel prettig, ook op moeilijke momenten. Hij heeft met iedereen goed contact, toont interesse in de problemen van collega’s en praat met iedereen tot er overeenstemming is. Dat deed hij in zijn Unilever-tijd al. Het politieke voordeel ervan is dat velen voor de charmante Rutte vallen, terwijl ze het inhoudelijk eigenlijk met hem volstrekt oneens zijn.
Was de voorganger van Rutte niet ook een hele aardige man? Van Balkenende werd altijd gezegd dat iedereen zijn portemonnee bij hem in bewaring zou geven. Bij Rutte kun je dat ook doen. Beide kunnen met iedereen overweg, zijn vriendelijk, betrouwbaar en fatsoenlijk. Rutte doet qua uitstraling niet onder voor zijn voorganger. Qua stijl is er dan ook weinig verschil tussen Balkenende en Rutte. Balkenendes optreden heeft het vertrouwen van de burger in de politiek niet vergroot, en dus zal Rutte dat met zijn optreden ook niet snel doen.
Visieloos
De inhoud dan? Rutte is volgens de auteurs geen visionair. Hij kan mensen verbinden, maar heeft zelf geen originele ideeën. Collega’s schrijven nog wel eens boeken over hun visie, maar van Rutte moet het eerste boek nog verschijnen. Rutte babbelt graag over het collectief ambitieprobleem waaraan Nederland zou lijden en zegt dat politiek niet over de waan van de dag moet gaan, maar over de toekomst. Problemen zou je zo op moeten lossen dat dit ook op lange termijn profijtelijk is.
Ook hier duikt Rutte zijn voorganger achterna. Balkenende kwam eveneens (zelfs mét boeken) nooit tot een overkoepelende visie. Normen en waarden kregen geen concrete invulling en leverden nooit beleid op. Op dezelfde manier staan er geen plannen in het regeerakkoord die het collectieve ambitieprobleem van Nederland oplossen. De VOC-mentaliteit van Balkenende is net zo vaag en vrijblijvend als de toekomstgerichtheid van Rutte. Beide premiers sluiten vooral compromissen met politieke tegenstanders en komen daarmee tot beleid dat zich in het politieke centrum bevindt. Zou dat de burger meer vertrouwen in de politiek geven?
Continuïteit
Rutte is de perfecte opvolger van Balkenende: een aardige man zonder grote visies die een middenkoers vaart. Een praktische compromissensluiter die het liefst niemand tegen de borst stuit, maar ook niet iemand die grote emoties oproept. Eigenlijk is dat nauwelijks verrassend: Rutte is net als Balkenende een man die zich al decennialang binnen een politieke partij beweegt, de politieke mores kent, in ruil voor macht compromissen sluit en een beperkte band met gewone burgers heeft.
Als het Balkenende als premier nooit is gelukt de burger meer vertrouwen in de politiek te geven, waarom zou dat premier Rutte dan wel lukken? Misschien dat Ruttes ministers het gaan doen.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie (www.chrisaalberts.nl)