Inmiddels legendarische (cult)bands als Dinosaur Jr., Pixies en Sonic Youth legden in de late jaren ’80 de fundamenten voor het nieuwe alternatieve rockgenre grunge – en daarmee voor het succes van opvolgers als Soundgarden, Alice in Chains en natuurlijk Nirvana. Pearl Jam past in dezelfde stroming, maar is ook altijd een buitenbeentje geweest. Hoewel Nirvana’s Nevermind uit 1991 beschouwd wordt als het hoogtepunt van de grunge, heeft die band mede door fel ageren van voorman Kurt Cobain nooit het etiket ‘commercieel’ opgeplakt gekregen. Het minstens zo succesvolle Pearl Jam kreeg die naam na Ten wel, mede omdat zanger Eddie Vedder op zijn lange, wilde haar na altijd best een vriendelijke surfer dude is geweest.
Zo snel als grunge opkwam en piekte, zo hard zakte het rauwe genre ook weer weg, niet in de laatste plaats omdat de bands die het nieuwe geluid van de jaren ’90 vertegenwoordigden uit elkaar vielen. Pixies gaven het in 1993 na veel ruzie en nog meer drugs maar op, Soundgarden (wiens drummer Matt Cameron de huidige drummer van Pearl Jam is) had meer tijd nodig om tot een doorbraak te komen maar bezweek in 1997 ook onder ruzie en Nirvana, het symbool van de grungebeweging, kwam al eerder tot een abrupt einde door de suicide by hunting rifle van Cobain in 1994. Pearl Jam laveerde daar al die jaren vrij stabiel tussendoor, mede vanwege een al dat niet bewust gecreëerd beeld van een band die óók schopt tegen de heersende orde; niet vanuit de egoïstisch-depressieve gedachten van een Kurt Cobain, maar met het hart op de juiste plaats. Pearl Jam vocht immers jarenlang, van 1994 tot 1998, tegen de ‘monopoliepositie’ van concertkaartenhandelaar Ticketmaster, die tegen de wil van de band relatief hoge servicekosten berekende op de verkoopprijs van de kaartjes en zich – volgens de band – ook niet aan andere afspraken hield. Pearl Jam weigerde op een bepaald moment te spelen in concertzalen waar de kaartverkoop in handen was van Ticketmaster, hetgeen hun tours in de VS drie jaar lang praktisch in de ijskast zette en shows in Europa bemoeilijkte. Het conflict liep op tot een punt waarop de band zelf bijna bezweek onder de stress die het conflict met zich mee bracht.
De juridische strijd verloren ze overigens, omdat het Openbaar Ministerie in Amerika (onder leiding van Janet Reno – does that ring a bell?) geen zaak zag in de praktijken van Ticketmaster. Behalve R.E.M. stonden er daarnaast geen andere bands op in de strijd, en als gevolg van de weigering van Pearl Jam om te spelen in Ticketmasterzalen was het vijftal bovendien het contact met veel fans kwijt geraakt. No Code (1996), dat kort na het hoogtepunt van het conflict verscheen, is dan ook het slechtst verkochte Pearl Jam-album. Toch kwam het collectief uiteindelijk sterker uit de strijd en werd het commerciële imago dat ze in het gevecht met Ticketmaster hadden afgeschud langzaam omgezet in een – mede aan die rel te danken – groei naar volwassenheid.
Drummers
Bovendien bleef Pearl Jam ondanks alle tegenslag bij elkaar: de zanger pleegde geen zelfmoord, er dreigde niemand aan drugs te bezwijken (eerste drummer Dave Krusen was in 1991 al uit zichzelf in rehab gegaan) en drummer Dave Abbruzzesse, de enige dissident in de Ticketmaster-oorlog, werd in 1994 uit de band gezet voor hij iedereen mee ten onder kon trekken. Hij werd vervangen door Jack Irons, de ex-Red Hot Chili Pepper die Jeff Ament en Stone Gossard in 1990 al op het oog hadden. Waarmee drummers natuurlijk wel erg vervangbaar bleken bij de band uit Seattle. Ook Jack Irons hield het namelijk niet heel lang vol. Ondanks een goede relatie met zijn bandmaten besloot hij in 1998 dat het touren hem te zwaar werd. Hij werd vervangen door Matt Cameron, die deze maand zijn 12,5-jarig jubileum bij Pearl Jam viert.
Pearl Jam kreeg nog één flinke knauw te verwerken in de weg naar volwassenheid, toen zich tijdens hun optreden op het Roskilde-festival in Denemarken in 2000 een drama voltrok. Omdat de luidsprekers achter op het veld door slecht weer uitvielen, drong het publiek zich naar voren waardoor er tientallen mensen werden verdrukt. Er vielen negen doden, waaronder een Nederlander. Er gaat nog steeds geen optreden van Pearl Jam voorbij zonder dat Eddie Vedder het publiek maant tot rust, ruimte en kalmte. Bovendien zijn naar aanleiding van dit incident, mede op voorstaan van Pearl Jam, de veiligheidsmaatregelen rond crowd control op festivals en tijdens grote concerten aangescherpt. Eddie Vedder maakte crowdsurfen ooit groot (zie de beelden van Pinkpop 1992; vanaf de zevende minuut), sinds ‘Roskilde’ is het op de meeste festivals niet meer toegestaan.
Hopeful
Anno nu zijn de rollen wel omgedraaid waar het commercie betreft. Ooit obscure generatiegenoten als Pixies en Soundgarden hebben hun geschillen bijgelegd om zichzelf (om het geld?) weer in de interesse van het grote publiek te kunnen spelen. Met wisselend succes: Pixies verkocht vorig jaar de Heineken Music Hall uit, maar wist afgelopen Pinkpop maar een handjevol mensen aan zich te binden. Pearl Jam, dat gisteren twintig jaar bestond, is in de tussentijd niet ondergronds verdwenen, maar eindelijk volwassen geworden. Met het vorig jaar verschenen album Backspacer hebben Vedder en co eindelijk afgerekend met de molensteen die Ten heet en heeft het vijftal op volwassen wijze definitief omarmd wat ze al jaren zijn (hoe cliché of plakkerig het ook mag klinken): een grandioze rockact die zich inspant om van ieder concert het best mogelijke optreden te maken, waarbij de fans het belangrijkste onderdeel van de show zijn. Bovendien is Pearl Jam het rellen ontgroeid. Niet dat de charismatische Eddie Vedder zijn idealen in de jaren negentig heeft achtergelaten – integendeel: “I’ve tried, over the years, to be hopeful in the lyrics, and I think that’s going to be easier now.”
Meer over Eddie’s hoop volgende week, in het slot van dit drieluik. Deel 1 staat hier.
Bart Nijman schrijft voor Muziek.nl