De kop is eraf, de messen zijn geslepen. De regeringsverklaring van premier Rutte en het bijbehorende verkiezingsdebat zijn voorbij. Aan Rutte gisterenochtend de eer om de toon te zetten en zijn frames te framen. Het is de luxe van de eerste spreker om als eerste zijn kabinet te labelen en de maatregelen te verbeelden. De oppositie kan hier op twee manieren mee omgaan: er tegenin gaan of erin meegaan. Wat voor strategische manoeuvre heeft Rutte gisteren ingezet?
Samen-samen-samen
Het eerste dat enorm opvalt is de manier waarop Rutte zijn hele verhaal baseert op “samenwerking”. Dit is samenwerking met alle fracties, samen met de mensen, bedrijven, de organisaties en de instellingen in ons land. Samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Samen met alle mensen in het land. Dit gebruikt hij in combinatie met de stijlfiguur “inclusief-wij” waarbij hij over “ons Nederland” spreekt, waarvan “de kracht in ieder van ons zit” en we “onze plicht” hebben. Rutte presenteert zijn kabinet als een kabinet dat voor iedereen is en dat denkt en voelt als iedereen.
Dit ‘samen’-gevoel is niet vanzelfsprekend voor een kabinet dat gevormd wordt door een minderheid met gedoogsteun van de PVV. Natuurlijk, in de praktijk zal dit kabinet zwaar moeten leunen op het parlement, maar technisch gezien is dit nou niet een kabinet dat zich tijdens de onderhandelingen sterk heeft gemaakt voor samenwerken met anderen. Toch kiest hij ervoor om zijn regeringsperiode zo bij voorbaat neer te zetten. Wat wint hij daarmee?
Winst op samenwerken
Het beeld van “wij werken met iedereen samen” heeft een aantal voordelen. Ten eerste suggereert Rutte hiermee dat zijn kabinet overzicht heeft over de problematiek, aangezien iedereen aan het woord komt en gehoord wordt door het kabinet. Dit betekent dat de voorstellen van het kabinet een resultaat zijn van de onderhandelingen met “alle mensen in het land”. Het biedt het beeld van een regering die staat voor alle burgers, of dit nu het geval is of niet.
Ten tweede trekt Rutte een beschermend pak over zich heen. Op het moment dat zijn kabinet staat voor samenwerken en samen tot een “sociaal, veilig en stabiel Nederland” komt, betekent dat het tegenwerken van dit kabinet gelijk staat aan het tegenwerken van samenwerking. Als de oppositie tegensputtert, stellen ze zich niet samenwerkingsgezind op. Rutte eigent zichzelf deze wijze, redelijke en volwassen houding toe en reduceert tegenstanders dus tot spelbrekers.
Ten derde buigt Rutte hiermee een belangrijke realiteit naar zijn eigen straatje: de noodzaak tot samenwerking wordt hiermee tot een keuze gemaakt. Hij stelt in het begin van zijn verhaal: “dat is voor Nederland een bijzondere constructie, die meteen ook impliceert dat er veel ruimte is voor samenwerking”. Het is nogal een understatement om dit “ruimte” te noemen, aangezien Rutte regelmatig zal moeten gaan knokken voor een meerderheid.
Sterke openingszet
Door zijn kabinet te presenteren als een “samenwerkingskabinet”, zet Rutte de feiten en de gevoelens naar zijn hand. Hij is juist de man die wil samenwerken met de burger en diens belangen wil behartigen. Hij is juist de man die vraagt aan de anderen om net zo redelijk te zijn. Met zo’n sterke openingszet zal de oppositie stevig moeten nadenken over de tegenzet.
Sarah Gagestein is afgestudeerd retorica en blogt over taal.