Bonnenquota zijn burger en politiek al jarenlang een doorn in het oog. Maar nu minister Ivo Opstelten zich er hoogstpersoonlijk mee gaat bemoeien, zou het zomaar snel einde verhaal kunnen zijn voor deze prestatienorm voor oom en tante agent op straat. Veel burgers zullen er blij mee zijn. Niet in de laatste plaats een bakker die mij eens het roemruchte verhaal vertelde van die ene keer dat hij een bestelling van de politie ontving. Of de bakker een taart kon maken met een groot marsepeinen opschrift: 100.000 bonnen. Dat weigerde deze bakker, en de agent die de brutaliteit had om deze bestelling te plaatsen is met een felle tirade de winkel uitgejaagd. Noem het een kleine daad van burgerlijk verzet maar lekker gebak eten om te vieren dat je voldoende bonnen hebt geschreven, dat ging er bij deze bakker niet in. Maar waarom zijn bonnenquota eigenlijk zo impopulair?
Burgertje pesten
De wensen van de burger zijn soms ondoorgrondelijk. De burger wil dat ambtenaren harder werken en dat agenten vaker de straat opgaan. Over de wenselijkheid hiervan is iedereen het eigenlijk wel eens. Maar wanneer politiekorpsen hier handen en voeten aan geven door alleszins haalbare prestatienormen te formuleren, dan staan burgers en politici op hun achterste poten. Vorige maand werd bekend dat de politie Rotterdam Rijnmond van agenten vraagt dat ze jaarlijks minimaal 120 zogenoemde mini-proces-verbalen uitschrijven voor relatief kleine overtredingen zoals fietsen zonder licht. Groenlinks-fractievoorzitter Arne Bonte reageerde direct:
Nu snap ik opeens waarom de politie Rotterdam-Rijnmond onlangs aankondigde een bonnenoffensief te starten voor stoepfietsers. Wat mij betreft gaat dat contract regelrecht de prullenbak in. In plaats van zo veel mogelijk bonnen uitschrijven zou de politie beter meer tijd kunnen besteden aan het aanpakken van inbraken en fietsendiefstallen.
Dankbaarheid vanuit de politiek voor de heldere communicatie van de politie richting de burger toe is anders. Men zou het kunnen waarderen dat de politie een waarschuwing doet uitgaan dat het met fietsen op de stoep nu echt afgelopen moet zijn. Een bonnenoffensief aangaande het dragen van fietsverlichting kondigt de politie doorgaans ook van tevoren aan. (Dat is nu, in de herfst) Het geeft burgers de kans om voorzorgsmaatregelen te nemen. Maar zulke dankbaarheid hoor je nu eigenlijk nooit. Politici van links tot rechts en van lokaal tot nationaal zijn eensgezind. Het uitschrijven van bonnen voor kleine overtredingen, burgertje pesten is het!
Schaf nog wat regels af
Nu vinden veel lezers van DeJaap het misschien ook kinderachtig om bonnen uit te schrijven voor zoiets onschuldigs als fietsen op de stoep. Misschien deelt u het standpunt dat Nederland een overgereguleerd land is. Maar de vraag is eigenlijk: waarom hoor je politici zich daar nooit eens luid en duidelijk over uitspreken? In plaats van zich te bemoeien met de managementmethoden van politiekorpsen, zouden politici ook eens voorstellen kunnen indienen om fietsen zonder fietsverlichting toe te staan, of om het trottoir open te stellen voor fietsers, om de snelheid in de bebouwde kom naar 60 km/u te verhogen of om verkeerslichten gewoon eens iets vaker uit te zetten. Dat is pas een effectieve manier om te voorkomen dat politieagenten kinderachtige boetes uitschrijven!
Een andere suggestie voor politici als ze zich dan toch willen bezighouden met interne prestatienormen van politiekorpsen: doe eens wat aan die loodzware conditietest. Agenten hebben maar 200 werkdagen om 120 bonnen uit te schrijven. En dan ook nog op de conditie letten? Het is al zo’n zware baan!
Eric Stam is debattrainer en gespreksleider. Zijn fietsverlichting is al jaren kapot maar hij is behendig in het ontwijken van politiefuiken.