Wereldwijde paniek, miljoenen mensen onnodig gevaccineerd met spul van dubieuze kwaliteit en miljarden euro’s belastinggeld verdwenen in de kassen van de farmaceutische industrie. Achteraf kunnen we stellen dat de varkensgriep juist een uitzonderlijke milde variant van het griepvirus was. Alle paniek van toen was vooral onnodig. Ook Nieuwsuur trekt nu terecht deze conclusie en de NOS vond het nieuwswaardig genoeg voor het achtuurjournaal.
Nieuwe definitie
De feiten over de veranderde definitie en het uitblijven van hoge slachtofferaantallen zijn echter geen nieuws. Dat is informatie die al heel lang beschikbaar is.
Vlak voor de uitbraak van wat hier de varkensgriep is gaan heten – in het buitenland vooral bekend onder de naam swine flu of Mexican flu – werd de definitie van het begrip ‘pandemie’ veranderd. Het betrof een kleine maar ingrijpende verandering. Eerst moest aan vier voorwaarden worden voldaan om de verspreiding van een ziekte pandemisch te kunnen noemen. Net voor het uitbreken van de varkensgriep bracht men dit terug tot drie voorwaarden.
Nog steeds moet een ziekte 1) relatief nieuw zijn, 2) veroorzaakt worden door een bepaalde ziekteverspreider en 3) makkelijk en hardnekkig onder mensen toeslaan. De vierde voorwaarde werd geschrapt: deze luidde dat de ziekte tot een hoog sterftecijfer moest leiden.
Aan de eerste drie voorwaarden voldeed de varkensgriep. De ziekte was een nieuwe variant van de griep, werd viraal verspreid en de verspreiding vond in hoog tempo plaats. Aan de oorspronkelijke vierde voorwaarde voldeed de ziekte niet. Toch achtte de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, met de nieuwe definitie in de hand, het nodig om in juni 2009 de varkensgriep te bestempelen als een pandemie.
Mildheid
Vanaf het moment dat de WHO de pandemie uitriep klonken al twijfels. Kort na de eerste verontrustende berichten uit Mexico-Stad over 150 doden in de eerste week, werd al duidelijk dat deze cijfers niet klopten. In de VS bleken de lijsten met slachtoffers vooral te bestaan uit mensen die wegens een veelvoud van oorzaken de geest hadden gegeven en daarbij kenmerken van griep vertoonden. Op het zuidelijk halfrond, waar de winter inviel vlak na de uitbraak, blonk de ziekte vooral uit in mildheid.
Velen, waaronder medici en politici, plaatsten grote vraagtekens bij de ernst van de griep en de noodzaak van maatregelen. Helaas drongen deze geluiden maar mondjesmaat door tot de media. Ook wat in de volksmond de ‘kwaliteitsmedia’ heten deden er het zwijgen toe.
Duistere visioenen
Daarom belde ik de NOS meerdere malen met de mededeling dat het misschien handig zou zijn om melding zou maken van de veranderde definitie van pandemie. Dat het aardig zou zijn als de NOS-verslaggevers zich eens verdiepten in het werkelijke slachtofferaantal. Dat het de NOS zou sieren als ze wat meer aandacht zou besteden aan de feitelijke gebeurtenissen en wat minder aan onheilspellende voorspellingen van belanghebbende deskundigen.
Drie keer heb gebeld, zo geïrriteerd was ik door hun berichtgeving. Steeds kwamen de definitiekwestie en het dodental ter sprake. Maar de NOS hield het in haar berichtgeving bij de duistere visioenen van mensen als Osterhaus, de feiten bleken niet interessant genoeg.
Nu, anderhalf jaar later, weet de NOS hoe de vork in de steel zat. Ik vermoed dat op de redactie niemand zich iets van mijn telefoontjes zal herinneren. En dat bij een volgende uitbraak de heer Osterhaus weer in de studio zit.
Sander Faas is gezondheidsfreak te Amsterdam.