ThePostOnline

Wat als we het stemgeheim afschaffen?

28-11-2010 14:07

In een fatsoenlijke democratie als die van Nederland geldt sinds jaar en dag het stemgeheim. Dat wil zeggen dat het de kiezer zelf vrij staat om zijn/haar ‘geheim’ prijs te geven, maar dat voor iedere kiezer het recht gewaarborgd is om zijn/haar stemvoorkeur voor zichzelf te houden. Natuurlijk hadden de bedenkers (PDF) van de moderne democratie hierbij een goede gedachte voor ogen: er zouden geen repercussies mogelijk moeten zijn voor het uitbrengen van een ‘onwelgevallige’ stem ten opzichte van ‘machthebbers’ (meerderheidspartij, kerk, werkgever, huisbaas, echtgenoot enzovoort). Maar het stemgeheim is ook controversieel.

Hoe democratisch is het eigenlijk dat kiezers geen verantwoording hoeven af te leggen ten opzichte van hun medeburgers over hun keuze voor een controversiële partij, bijvoorbeeld de PvdA of de PVV? Afgelopen zaterdag werd daarom op het Cicero Debattoernooi 2010 in Tilburg gedebatteerd over dit onderwerp: moet het stemgeheim worden afgeschaft?

Tuchtmiddel in strijd tegen de PVV
In een nooit gepubliceerd opiniestuk beweerden twee bevriende debaters dat het afschaffen van het stemgeheim de PVV van Geert Wilders de das om zou doen. Het stemgeheim was volgens hen een belangrijke factor in het succes van Wilders. Hierin volgden ze trouw de gedachte van de bedenkers van de moderne democratie: Als mensen wisten dat ze konden worden afgerekend op hun stemgedrag, zou voor velen de schaamte te groot zijn om het vakje naast Wilders rood te maken.  Het publiek zou in hun ogen dan fungeren als filter van asociale ideeën. Hoe gemakkelijk is het nog om een xenofobe stem uit te brengen als je Surinaamse buurman je hierop kan aanspreken? Naming and shaming is sinds mensenheugenis een beproefd middel om bij anderen sociaal wenselijk gedrag te stimuleren.

Het afschaffen van het stemgeheim als nieuw tuchtmiddel in de strijd tegen de PVV. Precies die insteek vonden mijn vrienden zelf ook een asociaal idee, en bij nader inzien schadelijk voor hun carrière. Leverden mijn vrienden met hun besluit om niet tot publicatie over te gaan het bewijs voor hun eigen gelijk, of enkel voor hun eigen lafheid om hierover met een groter publiek het debat aan te gaan?

Ons mysterieuze stemgedrag
Of het in de praktijk ook zo werkt is veel minder duidelijk. Het ‘probleem’ is dat vrijwel alle ‘fatsoenlijke’ democratieën het principe van stemgeheim hanteren. Dat maakt onderzoek naar de relatie tussen stemgeheim en stemgedrag heel moeilijk. Opvallende feiten over stemmen zijn er wel:

  • Veel mensen liegen over stemmen. Onderzoek toont aan: vaak zijn er meer mensen die zeggen dat ze gaan stemmen dan dat er uitgebrachte stemmen zijn;
  • Veel mensen liegen over hun stem. Om Nederland als voorbeeld te gebruiken: polls van Maurice de Hond zaten er structureel 6 zetels naast als het ging om zetels voor de PVV in vergelijking met de daadwerkelijke uitslag. Voor circa 376 duizend Nederlanders is Geert Wilders dus vooral een guilty pleasure;
  • Een individuele stem maakt eigenlijk nooit het verschil. In 1910 leverde een lokale verkiezing in New York een uitslag op waarbij het verschil tussen beide kandidaten exact één stem was (en ook dat bleek later niet te kloppen). Als individuele handeling blijkt stemmen volkomen zinloos;
  • Wel of niet stemmen blijkt voor een groot deel aanstekelijkgedrag te zijn dat zich verspreidt via sociale netwerken. De kans dat een persoon gaat stemmen is significant groter als diens partner, huisgenoten, vrienden en collega’s op het werk ook gaan stemmen (of tenminste zeggen dat ze dat gaan doen);
  • Mensen hebben gemiddeld circa vijf mensen waarmee ze (regelmatig) praten en discussiëren over politiek. De kans dat mensen stemmen op dezelfde partij neemt toe naarmate ze meer met elkaar over politiek praten;
  • De opkomst bij verkiezingen blijkt structureel hoger te zijn als de verkiezingsstrijd is gepolariseerd. Dit plaatst mensen voor een dilemma die vinden dat polarisatie slecht is en een hoge opkomst goed (Christakis en Fowler, Connected, 2010).

Voer voor debat
Omdat zoveel mensen liegen over hun stem lijkt de suggestie voor de hand te liggen dat het afschaffen van het stemgeheim in het nadeel zou zijn van controversiële partijen als de PVV. Dit liegen komt dus voort uit vrees voor sociale repercussies (of simpelweg omdat men politieke discussies uit de weg wil gaan). Maar hier snijdt het mes natuurlijk aan twee kanten. Bij afschaffing zouden mensen een ‘strategische’ of ‘veilige’ keuze óók moeten verantwoorden richting hun intimici die hun daadwerkelijke politieke opvattingen het meest beïnvloeden. Juist het feit dat meer mensen naar de stembus gaan in een gepolariseerd klimaat, toont aan dat de ‘stiekeme’ PVV-kiezer niet bestaat. Zoals alle kiezers handelen ze niet als individu, maar zijn het kiezers die diepgaand worden beïnvloed door hun sociale omgeving en zelf ook van invloed zijn op het stemgedrag van mensen om hen heen. De vraag is dan, als er sociale repercussies van stemgedrag zijn, welke zwaarder wegen anno 2010: die van onze intimici of die van het veel vager gedefinieerde ‘publiek’? Het heeft er in ieder geval alle schijn van dat die ‘stiekeme’ PVV-kiezer zijn of haar keuze minder geheim houdt dan lange tijd werd aangenomen…

Eric Stam is debattrainer en gespreksleider. Afgelopen zaterdag was hij Deputy Chief Adjudicator op het Cicero Debattoernooi. Mensen die meer willen weten over de sociale ‘besmettelijkheid’ van stemgedrag raadt hij Connected (2010) van Nicholas Christakis & James Fowler aan, hoofdstuk 6. Geruchten dat hij heeft gestemd op de PVV wijst hij van de hand.