Zachtjes praten, benen bij elkaar, geen ruzie maken. Meisjes horen lief te zijn en als meisje word je daar voortdurend aan herinnerd – door je ouders, leerkrachten en door wat je hoort, ziet en leest in de media. Toch zijn niet alle meisjes lief. Sterker nog, meisjes zijn zich de laatste jaren steeds meer als jongens gaan gedragen. Er is een terrein waarover iedereen het eens is dat deze ontwikkeling ongunstig is: de criminaliteit. Het aantal meisjes op het slechte pad stijgt, en dat percentage stijgt sneller dan criminaliteit onder jongens. Hoe komt dat? Naar aanleiding van verschillende berichten in de media deed adviesbureau Alleato onderzoek naar de aard en omvang van crimineel gedrag onder meisjes tussen de 12 en 18. Naast een uitgebreid literatuuronderzoek, spraken de auteurs met beleidsambtenaren, onderzoekers (waaronder ondergetekende) en meisjes. Vroeger werd de oorzaak voor crimineel gedrag van vrouwen gezocht in een natuurlijk aanleg om te liegen en bedriegen. Het antwoord op de onderzoeksvraag zit nu ingewikkelder in elkaar.
Meer geweld
Meisjes komen niet alleen vaker in aanraking met de politie, de aard van de vergrijpen is ook veranderd. Traditioneel kwam winkeldiefstal vooral voor onder meisjes, nu staan zij ook terecht voor geweldpleging. Er is weinig bekend over de etnische achtergrond van daders. De politie registreert alleen nationaliteit en – in tegenstelling tot naar criminele allochtone jongens – is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de relatie tussen etniciteit en crimineel gedrag van meisjes.
In de literatuur worden verschillende risicofactoren onderscheiden. Allereerst zijn er individuele factoren: ADHD, een heel laag of heel hoog zelfbeeld, seksueel trauma en een laag IQ zijn voorspellers voor crimineel gedrag. Ten tweede doen familiefactoren ertoe: problemen thuis, de betrokkenheid van ouders of een delinquente vader (maar een delinquente moeder niet) verhogen de vatbaarheid. Een falende schoolcarrière is een derde risicofactor. Tot slot zijn het de peers die het duwtje geven: wanneer een of meer risicofactoren aanwezig zijn, zouden meisjes zonder de slechte vrienden niet op het verkeerde pad beladen.
Seksueel wervend gedrag
De geïnterviewde professionals signaleren niet zozeer een stijging in de criminaliteit onder meisjes, maar zien wel een verandering in jongerenproblematiek. In deze verandering zit wellicht ook het beste antwoord op het waarom van de gedragsverandering van meisjes. Meisjes zijn zich veel doelbewuster gaan gedragen. Ze zijn (nog) meer waarde gaan hechten aan sociale relaties en ze zijn hun seksualiteit daarbij meer als middel gaan inzetten. ‘Seksueel wervend gedrag’ noemen de onderzoekers dat.
Tegelijkertijd zijn meisje minder weerbaar dan jongens, ook juist op seksueel vlak. Ze zijn daarmee veelvuldig zowel dader als slachtoffer. Meisjes zijn dikwijls gewiekster; als zij crimineel gedrag vertonen, vervullen zij vaak een voortrekkersrol. Tot slot zien professionals dat probleemgedrag van meisjes lang onzichtbaar is, waardoor de hulpverlening minder snel ingezet wordt dan bij jongens.
Terug naar de jaren ‘70
Het rapport eindigt met aanbevelingen. Een aantal daarvan is voorspelbaar: meer preventie, meer kennis van de problematiek, meer aandacht voor meisjes in beleid. Een aanbeveling springt er echter uit: dat meisjes zich meer zijn gedragen als jongens, betekent niet dat zij behandeld moeten worden als jongens. Het is juist noodzakelijk om een aanpak te ontwikkelen die speciaal is toegesneden op meisjes.
De ‘best practices’ die genoemd worden, doen allemaal retro jaren ’70 aan: praatgroepen speciaal voor meisjes, waarbij de insteek is het verhogen van weerbaarheid en zelfvertrouwen. Daarmee zijn we terug bij het begin: om crimineel gedrag onder meisjes te voorkomen, moeten we ze minder lief en meer als jongens maken.
Linda Duits promoveerde op de cultuur van jonge meisjes.