Hij stapte over naar de politiek omdat hij als officier van justitie tegen grenzen aanliep die hij niet kon veranderen. Na zijn loopbaan als Tweede Kamerlid voor de VVD is Fred Teeven nu werkzaam als staatssecretaris van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Hoe zijn de twee maanden sinds zijn aanstelling hem bevallen? “Het is een wereld van verschil. Ik moet nu veel meer beslissingen nemen, maar er zijn wel honderden beleidsmedewerkers die me op allerlei terreinen assisteren. Speeches worden bijvoorbeeld voor mij geschreven. Als Kamerlid moet je echt alles zelf doen. Werkbezoeken, voorlichting, eigen afspraken maken; met als gevolg dat je misschien te snel toezeggingen doet.”
Is dat vaak gebeurd?
“Als Kamerlid stond ik bekend als iemand die vrij toegankelijk is. Ik kwam vertellen op de politieacademie bijvoorbeeld. Sowieso moet je de media zelf opzoeken wanneer je in de Tweede Kamer zit, zeker als je deel uitmaakt van de oppositie. Je moet je naar voren knokken. Als je in de Telegraaf hebt gestaan moet je dat nieuws uitmelken tot je overal bent geweest.”
Mist u dat contact niet in deze functie?
“Ik heb nog steeds contact met veel mensen en ook voor mijn medewerkers ben ik best benaderbaar. Maar als je jezelf zo openstelt dan maken mensen daar ook gebruik van. Je moet uitkijken dat het niet je hele agenda opslokt. Daar had ik als Kamerlid al last van, en nu nog meer.”
Wat gebeurt er dan, verliest u de belangrijke zaken uit het oog?
“Nou ja, als je de feedback niet goed reguleert kan je er werkelijk in verzuipen.”
Is u dat wel eens overkomen?
“Als Kamerlid wist ik soms niet meer hoe ik uit mijn email moest komen. Op positieve reacties stuurde ik altijd een bedankje en ook aan negatieve reacties besteedde ik vaak nog tijd. Maar dat wordt nu keurig voor mij gedaan. Als bewindspersoon heb je zoveel hulp van anderen dat je het makkelijk van je af kan schuiven.”
Dus eigenlijk heeft u het rustiger gekregen?
“Ik hoef me in ieder geval minder met communicatie bezig te houden. Nu kan ik me op de inhoud concentreren, want als Kamerlid ben je toch de halve dag bezig met de vorm. Dan kun je het niet altijd permitteren je op de inhoud te focussen. Al ben je inhoudelijk heel goed bezig, als niemand dat weet ben je nergens. Je wint alleen maar zetels als mensen je kennen.”
Vindt u het leuk om nu meer in de bekendheid te staan?
“Het moet vooral functioneel zijn. Ik vind het niet zo interessant om zelf in de schijnwerpers te staan. Af en toe denk ik ook, laat mij nou maar in stilte een aantal dingen bereiken de komende jaren.”
Teeven is zijn politieke loopbaan gestart met een missie: hij wilde dingen veranderen en dat kon niet als officier van justitie. Zo had hij duidelijke ideeën over het huidige tbs-systeem en was hij tijdens verkiezingstijd fervent voorstander van het openhouden van zes bedreigde justitiële inrichtingen. Toch heeft hij deze de afgelopen maand moeten sluiten. Een draai van honderdtachtig graden die hem op een hoop kritiek kwam te staan. “Dan begin je hier als staatssecretaris, en wordt je ermee geconfronteerd dat zoiets honderd miljoen per jaar kost. Twee miljoen per week. Dat vraagt enige voortvarendheid.”
Het is duidelijk dat de algemene bezuinigingen ook het Ministerie van Justitie en Veiligheid treffen. Vast staat dat Teeven tijdens de huidige regeringstermijn vaker geconfronteerd zal worden met beslissingen die indruisen tegen zijn openbaar ministeriële inborst. “Ik loop wel eens tegen dingen aan. Dat het allemaal niet zo snel gaat als ik wil. Dan zit er een heel wetgevingstraject aan, of er is geen geld voor. Maar sommige dingen hebben we ook snel voor elkaar gekregen: bijvoorbeeld dat een tbs´er een jaar binnen moet blijven als hij te laat of helemaal niet terugkomt van verlof. Dat is één van de ‘quick wins’ die we hebben gedaan.”
Was dat om de mensen tevreden te stemmen?
“Als nieuw kabinet moet je natuurlijk wel laten zien dat je er bent, zeker de eerste maanden. Je moet laten zien dat er daadwerkelijk dingen veranderen: we gaan niet eerst honderd dagen het land in om ideeën op te doen. Die zijn er al. Wij gaan ze meteen uitvoeren de eerste honderd dagen.”
Heeft u er wat aan dat u uit de justitiële praktijk komt?
“Soms wel, soms niet. Ik kan bijvoorbeeld makkelijk voorbeelden geven bij een beleidsbeslissing. Aan de andere kant weet ik soms dat ik dingen beslis waarvan ik weet dat het in de werkelijkheid niet gaat werken. Maar er is nu eenmaal een politieke werkelijkheid en een echte werkelijkheid en die lopen niet altijd gelijk. Het is de kunst om ze zo goed mogelijk in elkaar te laten overvloeien.”
Welke werkelijkheid heeft u liever?
“Soms moet je meegaan in de politieke werkelijkheid omdat anders het kabinet niet langer bestaat. Maar uiteindelijk zit je hier om echt iets veranderen, en dat kan alleen maar in de echte werkelijkheid.”
Is dit een cruciale regeringsperiode wat betreft justitie en veiligheid?
“Ik denk het wel. In de samenleving groeit een onvrede over de autoriteit van de politie en het openbaar ministerie. Twintig jaar geleden bestond er veel meer respect voor deze instituties, maar die status bestaat niet langer uit zichzelf. Dat heeft te maken met de communicatiemaatschappij waar we in leven. Mensen die te pas en te onpas hun mening etaleren maken het werk van een politicus anno 2010 oneindig veel moeilijker.”
Omdat u zich wat aantrekt van de kritiek?
“Een goede politicus is zich altijd van zijn omgeving bewust. Bovendien zal de VVD omlaag gaan in de peilingen wanneer ik me niets aantrek van anderen. Je moet rekening houden met alle informatie die op je afkomt. Minister Opstelten noemt dat ‘de stand van het gewas’.”
Glunderend haalt de staatssecretaris de uitspraak van zijn voorman aan. Van enige tweedracht is geen sprake in de chique vleugel van dit ministerie. De minister wordt bovendien nog zeer gewaardeerd volgens de laatste peilingen, zo vertelt Teeven, evenals minister-president Rutte. Teeven vertrouwt erop dat zich nog aan de goede kant van de medaille bevindt. Maar hij haast zich om te zeggen dat dit niet altijd zo is geweest. “Ik heb meegemaakt dat ik geen goed woord kon zeggen.”
Terwijl zijn boodschap van toen niet veel anders was dan nu. Teeven lijkt te berusten in het valse gegeven dat het uiteindelijk altijd om de vorm gaat en niet om de inhoud, zoals hij eerder beschreef. “Wie zegt dat we er eind 2011 nog steeds zo rooskleurig voor staan, wanneer iedereen realiseert wat die bezuinigingen betekenen?”
Het motto van de huidige regering is ‘Vrijheid en Verantwoordelijkheid’. De overheid waarborgt vrijheid en schenkt iedereen het vertrouwen om eigen verantwoordelijkheden te dragen, zo licht de staatssecretaris toe. “Maar als je daar niet mee om kan gaan word je ook keihard gecorrigeerd.”
Bij het vorige kabinet kreeg hij meer het idee dat het ‘wantrouwen vooraf en wantrouwen achteraf’ was, zegt Teeven grinnikend. Vertrouwen is een groot goed voor hem. “Wie goed doet, goed ontmoet. Ik ben veel teleurgesteld en ik stel waarschijnlijk zelf ook mensen teleur. Maar je moet eerst vertrouwen géven voordat je er een beroep op kunt doen dat je het krijgt. Anders krijgen we een maatschappij waar mensen met de rug tegen elkaar staan en waar steeds meer geweld zal worden toegepast. Dat moet je niet willen.”
CC Foto: Jos van Zetten