Een lijst samenstellen van de beste films aller tijden, hoe subjectief ook, kan niet zonder één of meerdere werken van Martin Scorsese op te nemen. De man heeft, naast filmmaker en filmliefhebber, de titel +1-verzamelaar op de sokkel van zijn tot in detail in gedachten van menig filmfan geboetseerde standbeeld staan. Of ja, detail. Het is een klein, grijs poppetje met dikke zwarte wenkbrauwen. Het feit dat de Academy bijna veertig jaar van Marty’s carrière nodig had om dat te erkennen, doet daar niets aan af. Die maken tenslotte wel vaker fouten. Tenzij je wilt beweren dat Citizen Kane, A Streetcar Named Desire, The Shawshank Redemption en There Will Be Blood niet de beste films van hun respectievelijke jaar waren. Om er maar een paar te noemen, en over de drie meesterwerken van Scorsese dus nog maar te zwijgen: Taxi Driver. Raging Bull. Goodfellas. De Academy, in haar oneindige wijsheid, koos uiteindelijk voor The Departed. Too little, too late. Daarom presenteert DeJaap vanaf vandaag tot en met vrijdag iedere dag een nieuw hoofdstuk in een Scorsese-feuilleton.
Het feit dat het oeuvre van de in 1942 in New York geboren Martin Marcantonio Luciano Scorsese zich niet in één artikel tot in misselijkmakende idolatrie laat bezingen, is evident. Zo vaak mentaalboetseren filmfans geen obscure kleipoppetjes met bespottelijke sokkelwijsheden. Een carrière die bijna 45 jaar beslaat, laat zich liever in een vijfluik gieten. Waarbij het oppassen is niet te biografisch te schrijven, maar ook een simpele rechttoe rechtaan opsomming van zijn vijftig tot nu toe geregisseerde projecten geschuwd moet worden.
Voor dat laatste, die opsomming, is er IMDb of Wikipedia, voor het eerste is de rode draad van thematiek in zijn werk voldoende – religie, verlangen, schuld, kwijting. Het feit dat hij in Queens opgroeide, als fysiek weinig gezond (want ernstig astmatisch) kind veel van het straatleven van achter een raam voorbij zag komen en zich later als zoekende tiener meldde bij een katholiek internaat om tot priester opgeleid te worden, komt in zijn werk namelijk steeds terug. Belangrijker wellicht is dan de reden waarom hij toch voor het filmvak heeft gekozen en zich in tegenstelling tot de intenties van het seminarie ontpopt heeft tot onvolprezen beschermheilige van de zevende kunst: zijn eigen bioscoopervaring van The Red Shoes (1948).
De Rode Schoentjes
Toen Scorsese op negenjarige leeftijd de Moeder Aller Balletfilms op het grote doek mocht aanschouwen, wist hij namelijk meteen wat hij wilde en bleek de uitstap naar het seminarie een aantal jaar later slechts een tijdelijke dwaling. Het camerawerk, de stijl en de manier van vertellen in de tijdloze klassieker van Powell & Pressburger heeft zestig jaar later nog altijd zijn weerslag op het werk van de inmiddels 68-jarige filmmaker. Al blijken andere invloeden minstens zo bepalend te zijn (geweest) voor de titels van Scorsese.
Zo werkt hij al vanaf debuutfilm Who’s That Knocking at My Door (1967) samen met editor Thelma Schoonmaker, die daar tot nu toe niet minder dan drie Oscars aan overgehouden heeft (Raging Bull, The Aviator, The Departed). Schoonmaker versterkt met snelle, scherpe cuts de filmtechnisch karakteristieke uitingen van Scorsese: gedegenereerde settings, intensief en voyeuristisch camerawerk en stijlvolle soundtracks die vooral gedreven werden door populaire (rock)muziek – een unicum in de beginjaren van de regisseur. Daarnaast blijkt hoofdrolspeler Harvey Keitel een graag gecast en minstens zo geslaagd protagonist in de jaren die op het debuut volgen.
Bobby Milk
De grootste succesfactor is echter de bijzonder vruchtbare samenwerking met Robert De Niro, die met zijn energieke rol in het donkere Mean Streets (1973) zijn eigen reputatie op de kaart zette en drie jaar later als Travis Bickle in Taxi Driver ook de naam van Scorsese voorgoed vestigde. Om vervolgens gezamenlijk de dramatisering van de rise and fall van succesvolle profbokser en getormenteerde amateurkomiek Jake La Motta in Raging Bull tot één van de meest iconische filmrollen van de twintigste eeuw te maken. De twee vrienden hebben inmiddels al vijftien jaar niet meer samengewerkt, maar De Niro krijgt ieder script waar Scorsese mogelijk mee aan de slag gaat nog altijd als eerste te zien, ongeacht zijn latere rol in het project.
Taxi Driver. Raging Bull. De twee belangrijkste filmwerken van wat uiteindelijk een imponerend drieluik wordt, als de regisseur en zijn achtvoudig leading man er met Goodfellas in 1990 ten slotte in slagen na de jaren ‘70 en ‘80 ook in de jaren ’90 met de beste film van het decennium de Amerikaanse cinema te domineren. Maar goed, objectief was dit feuilleton vanaf de eerste alinea al niet.
Rob Nijman vindt het werk van Martin Scorsese ‘beswel goed’, en liet de films van zijn favoriete regisseur uit zijn top vijf van Beste Films die nooit een Oscar wonnen – om het voor de rest ook leuk te houden.