Eigenlijk is alles en iedereen rondom het voetbal dom. Bestuurders zijn dom, want geen enkele voetbalbestuurder kan minder uitgeven dan er binnenkomt. Voetballers zijn verwerpelijk, omdat ze na een reservebeurt “geestelijk in de knoop zitten” of na een transfer “het niet meer kunnen opbrengen” en niet meer kunnen spelen. Supporters zijn het allerergste. En dan nog niet eens de totale randdebielen die anderen in elkaar slaan. Nee, het zijn die trouwe supporters, ‘de harde kern’, die verpesten het echt. Niet de echte hooligans, maar de paar honderd buiten die kring.
De clubliefde van zulke mensen is oprecht. Ze gaan door weer en wind voor hun voetbalclub, steken er massa’s vrije tijd in om spandoeken te maken en regelen als het moet inzamelacties. Niets dan hulde daarvoor. Wat ze wel fout doen: Het voetbal claimen. De clubs claimen. In hun wereld zijn zij het voor wie de club bestaat. Zij zijn voor wie de voetballers hun best moeten doen. Niet die andere 90 procent van de bezoekers.
Wansmaak troef bij de harde kern
Die harde kern heeft een aantal opmerkelijke eigenschappen. Zo houden ze, zonder uitzondering allemaal van spuuglelijke ‘oude’ letters. Ze zijn bijster onorigineel in het bedenken van liedjes (al denken ze allemaal dat ‘you ‘ll never walk alone’ alleen bij hun club échtécht gemeend wordt gezongen), maar des te beter in het onverstaanbaar blèren ervan. Een gemeenschappelijke eigenschap die deze supporters ook hebben is een enorme afkeer tegen ‘hoge heren’. Haat tegen clubbestuurders die niet snappen dat je een euro maar een keer kan uitgeven is nog wel te billijken. Maar iedereen die op de hoofdtribune zit hoort eigenlijk bij het hockey thuis (en dat is heel laag in hun belevingswereld). Ook sponsoren of leden van de Raad van Toezicht, die de club in leven houden, moeten het vaak bekopen. Want zij zitten er alleen maar voor hun netwerk, net als iedereen met een opleiding. Deze lui schelden ook de hele tijd op de scheidsrechter. Zelf hebben ze nog nooit een wedstrijdje gefloten, maar élke scheidrechter is partijdig in hun ogen. Oja, en ze zijn vooral ook tegen het ‘moderne voetbal’. Dat moderne voetbal is in elk opzicht beter is dan in de jaren ’80, maar daar malen ze niet om.
Zij zijn de sfeermakers, dus hebben ze een stem. Deze echte supporters zijn degenen die pathetisch de spelers op gaan wachten, alsof iemand daar ooit beter is van gaan voetballen. Zij zijn degenen die altijd het vertrek van coach nummer zoveel eisen, want dat helpt! Dit soort goede supporter is ook het type dat geweld afkeurt, maar wel vindt dat de politie provoceert. En het allerbelangrijkste: dat mag allemaal, want het is hún avondje uit. Daar kunnen ze de dagelijkse sleur van zich afschreeuwen.
Denk aan de normale voetballiefhebbers
Clubs moeten stoppen zoveel invloed te geven aan dit soort MBO-mensen, met klotebaantjes die blijkbaar zo’n kutleven hebben dat het nodig is hun frustraties op de tribune van zich af te schreeuwen. Er zitten namelijk nog een heleboel mensen op de tribune, die gewoon voetbal willen kijken. Die gewone supporters willen gewoon zitten en niet gestoord worden door kabaalmakers die stoeltjes maar niets vinden. Die willen van een wedstrijd genieten zonder afgeleid te worden door idioten die liever een stadion hebben zonder overkapping en expres smerig ‘traditioneel’ eten. Die willen niet dat de gemeente uit angst voor die paar honderd idioten maargeld blijft stoppen in een BVO. Dat maakt het voetbal er saaier op, maar wel zo leuk om naartoe te gaan .
Huub Bellemakers zat tussen 1987 en 2001 in het Gemeentelijk Sportpark/Willem II stadion. Hij heeft echter wel een leven.
CC-foto: Vincent Teeuwen