Cult

Primeur: Oscarwinnaars 2011

08-01-2011 12:00

27 februari aanstaande worden de jaarlijkse Academy Awards weer uitgereikt in het Kodak Theatre in Hollywood, Californië. Maar liefst 24 van die gouden beeldjes gaan er uit de door PricewaterhouseCoopers verzegelde envelopjes komen, tijdens een spectaculaire show die uren duurt maar slechts minuten boeit. Natuurlijk, het is interessant om te weten welke kledingkunstenaars dit jaar de beste kostuums in elkaar hebben gebreid, welke technicus net wat beter met beeld en geluid kan schuiven dan alle anderen, of welke korte documentaire rond een controversieel politiek onderwerp er nu weer met het goud vandoor gaat. En iedereen wil wel weten wie er het afgelopen filmjaar het beste was met schmink en pruiken. Dus geven ze deze of gene acteur of komiek een microfoon (dit jaar Anne Hathaway en James Franco), en laten ze hen alle 34 centimer lange gouden beeldjes aan elkaar grappen en grollen. Terwijl iedereen toch weet dat er maar een handjevol Oscars zijn die er daadwerkelijk toe doen.

Makkelijk gezegd zijn dat, behalve Beste Film, Beste Regie en Beste Script, de vier acteer-Oscars en de prijzen voor Cinematography, Editing en Original Score. Tien awards, dat lijkt voldoende. De eerste drie zijn de kapstok, die middelste vier de jassen, de laatste drie de extras of finishing touches – een mooie paraplu of een kekke hoed. Inderdaad, een bijzonder beroerde metafoor. Maar het plaatje is compleet – waarbij opgemerkt moet worden dat de Oscar voor Beste Script opgesplitst is naar Best Original Screenplay en Best Adapted Screenplay, en het er dus stiekem toch elf zijn – maar goed, het hele zaakje wordt voor het gemak over slechts vier films verdeeld.

Grind stampen
Wat voor niet-overdrachtelijke jassen of hoeden de personages in de films daadwerkelijk dragen, of wat het mooiste ‘losse’ liedje was, kan iedereen eigenlijk wel gestolen worden. En hoe hard de mensen op de foley-afdeling in post-productie op grind staan te stampen om je ook auditief het idee te geven dat de mensen op het scherm inderdaad over een grindpad lopen, is ook nauwelijks een prijs waard. Laat staan al die animatie, make-up en visuele effecten-Oscars, die bij de gemiddelde bookmaker geen cent opleveren – de eerste is namelijk altijd Pixar, de tweede en derde laten zich verdelen over de cast die het meest van een normale verschijning vandaan staat (Star Trek, Avatar etc.). We houden het dus op tien voorspellingen. Of ja, elf dus.

Beste Film The Social Network
Beste Regie Davind Fincher (The Social Network)
Beste Script (original) David Seidler (The King’s Speech)
Beste Script (Adapted) Aaron Sorkin (The Social Network)
Hoofdrol (M) Colin Firth(The King’s Speech)
Hoofdrol (V) Natalie Portman (Black Swan)
Bijrol (M) Christian Bale (The Fighter)
Bijrol (V) Melissa Leo (The Fighter)
Cinematography Danny Cohen (The King’s Speech)
Editing Andrew Weisblum (Black Swan)
Original Score Alexandre Desplat (The King’s Speech)

Beste Film
Beste Film dit jaar: The Social Network. Een sterke en intrigerende biopic, waarbij script, regie en hoofdrol op een zeldzaam hoog niveau samenkomen om het verhaal rond Mark Zuckerberg en de oprichting van Facebook te vertellen. David Fincher filtert uit de ironische paradox rond Facebook – het feit dat de grondlegger van ’s werelds grootste sociale medium alles behalve sociaal is – een perspectief waarbij je toch voor hem kiest en zijn verhaal wil horen. Vooral als dat door de jonge Eisenberg verteld wordt in de razendsnelle en vlijmscherpe dialogen van Aaron Sorkin.

Fincher, Sorkin, Eisenberg – idealiter drie Oscars, want de beste collectieve prestatie van het jaar. Sowieso is David ‘Fight Club’ Fincher nu vaak genoeg belachelijk gemaakt. Is The Social Network zijn beste film? Nee, waarschijnlijk niet. Maar zo werkt Oscar niet. Oscar loopt consequent achter de feiten aan. Regelmatig moeten de beste prestaties wijken voor mensen die nog iets te goed hadden van de Academy. Al Pacino speelde Michael Corleone, Frank Serpico en Dog Day Afternoon’s Sonny Wortzik, maar won voor Scent of a Woman. Paul Newman werd genomineerd voor titelrollen in Hud, The Hustler, Cool Hand Luke en zes (!) anderen, maar won voor The Color of Money. Bij regisseurs is dat niet anders. Danny Boyle maakte Trainspotting en Shallow Grave, maar won voor Slumdog Millionaire. Scorsese? Let’s not go there. Er zijn zelfs grootmeesters die nog altijd op hun bekroning zitten te wachten – zoals Sidney Lumet (12 Angry Men, Dog Day Afternoon, Network) en Ridley Scott (Alien, Blade Runner, Gladiator). En natuurlijk dat handjevol allergrootsten, die nooit bekroond werden – wijlen Stanley Kubrick, Alfred Hitchcock, Robert Altman, Ingmar Bergman, Federico Fellini.

Oscarkamertjespolitiek
Om vergelijkbare redenen wint daarom niet Jesse Eisenberg maar Colin Firth de categorie Beste Mannelijke Hoofdrol – terwijl zijn tour de force in A Single Man vorig jaar een meer indrukwekkende vertolking was. Toen moest hij echter plaats maken voor Jeff Bridges, die in de afgelopen decennia talloze betere rollen heeft weggezet dan de cowboy die hem in Crazy Heart uiteindelijk het goud opleverde. Eisenberg is nog jong en zal later in zijn carrière een vergelijkbare (of eventueel mindere) prestatie moeten leveren om alsnog te winnen.

Christian Bale wint Beste Bijrol voor The Fighter, en verslaat daarmee onder meer Michael Douglas (die de eerste acteur in de geschiedenis had kunnen worden om voor dezelfde rol – Gordon Gekko in Wall Street en Wall Street 2: Money Never Sleeps – twee keer een Oscar te winnen). Zonder dat daar overigens veel Oscarkamertjespolitiek bij komt kijken – hij speelde gewoon de Beste Bijrol. Fysiek, mentaal, houding en maniertjes, Bale wás ex-bokser en ex-crackverslaafde Dicky Ecklund en moet daar een beeldje voor krijgen. Soms is het gewoon wel zo simpel.

Althans, daar gaan we dan maar vanuit. Het zou redelijk des Oscars zijn voor de grotere naam en de grotere film te kiezen, en het beeldje aan Geoffrey Rush te geven voor zijn sublieme aandeel in The King’s Speech. Waar overigens prima mee te leven valt. De interactie tussen Firth en Rush draagt het vlotte, typisch Britse script van David Seidler, waar je ze dan net zo goed alle drie voor kunt belonen.

Lesbische scènes
Bij de vrouwen doe je er goed aan je geld op Natalie Portman te zetten, de Jodie Foster van haar generatie. Beiden role models, beiden intelligenter dan nodig voor het vak (Foster studeerde aan Yale, Portman aan Harvard), beiden heel jong in hun beste film (Foster als 12-jarige naast De Niro in Taxi Driver (1976), Portman op dezelfde leeftijd naast Jean Reno en Gary Oldman in Léon (1994)), en beiden een Oscar vóór hun dertigste – Foster zelfs twee; na The Accused (1988) ook voor The Silence of the Lambs (1991). Sowieso heeft mejuffrouw Portman in Black Swan meerdere, redelijk expliciete lesbische scènes met Mila Kunis, en verdient ze dus iedere award die ze kan krijgen. En drie anderen. Hetzelfde geldt dan eigenlijk voor haar regisseur (Darren Aronofsky, van vrolijke drugsfilm Requiem for a Dream en de reden dat Mickey Rourke een Oscar zou moeten hebben, The Wrestler), maar dan zou Fincher alsnog moeten wijken. Terwijl die toch echt aan de beurt is in 2011.

Vrouwelijke bijrol? Melissa Leo (The Fighter). No contest. Of het moet Amy Adams zijn, voor dezelfde film en haar gemiste kansen voor Junebug (2005) en Doubt (2008). Of Mila Kunis, voor Black Swan en de eerder genoemde reden. Of natuurlijk Helena Bonham Carter, door zich in The King’s Speech eens niet van haar meest Tim Burtoneske kant te laten zien, maar die een bijzonder warme, sterke vrouw achter een sterke man speelt. Iedereen genoemd? Nee. Jacki Weaver (Animal Kingdom). Nooit van gehoord.

Loterij
Dan die drie extra Oscars nog. Original Score is een relatieve inkopper voor Alexandre Desplat (The King’s Speech), die een drietal eerdere nominaties in de afgelopen vier jaar niet uitbetaald zag. Al gooit ook het werk van Trent Reznor & Atticus Ross (The Social Network) hoge ogen, zijn de kansen voor eerstgenoemde toch wat groter. Editing moet haast wel Andrew Weisblum (Black Swan) zijn, of moet dat nog één keer uitgelegd..? Cinematografie tot slot, is wellicht het moeilijkst in te schatten. In het beste geval gaat deze Oscar naar Roger Deakins voor het prachtig aaneengeschoten True Grit (en zou dat niet eens gewoon tijd worden), maar in de praktijk wordt hij vergeven aan Jeff Cronenweth of Danny Cohen, respectievelijk voor het bijzondere camerawerk in The Social Network (denk bijvoorbeeld aan de ingenieuze wijze waarop de Henley Royal Regatta in beeld werd gebracht) en de haast historische beelden van een jaren ’30 en ’40 London in The King’s Speech. Oscar kennende kun je van het laatste uit gaan. Maar goed. Het blijft een loterij.

Rob Nijman vindt onnodig vroege Oscarvoorspellingen alleen leuk als de nominaties nog niet bekend zijn, zeker als de Golden Globes (de graadmeters voor de Oscars) ook nog niet zijn uitgereikt.