De tweede film van Anton Corbijn, The American, is ongrijpbaar. Het is een thriller met een nogal middelmatig verhaal, uitgewerkt als trage arthouse-film. Als thriller is de film niet geslaagd, als drama ook niet. En dat is jammer. Van een kunstenaar als Anton Corbijn zou je meer mogen verwachten. Het script van The American is gebaseerd op de roman A Very Private Gentleman van Martin Booth. Voor een moeilijk verhaal heeft Corbijn dus niet gekozen.
Sterker nog, hij schuwt het cliche niet eens. Een huurmoordenaar (George Clooney) die door het leven gaat onder verschillende namen, wil uit het wereldje stappen. Natuurlijk gaat dit niet zonder slag of stoot want hij wordt opgejaagd. Niet alleen door een stel Zweden, maar evengoed door zijn eigen opdrachtgever die hem in Italië heeft gestationeerd voor een belangrijke klus. Uiteraard leert hij daar een beeldschone vrouw kennen die het vaarwel zeggen van zijn oude vak allemaal nog meer de moeite waard maakt, maar die tegelijkertijd zijn kwetsbaarheid vergroot.
Oppervlakkig
Een moderne thriller dus, die maar weinig gemeen heeft met Corbijns debuut Control, een biopic over de ondergang van zanger Ian Curtis van de Britse cultband Joy Division. De personages in The American zijn, in tegenstelling tot zijn debuut, nauwelijks serieus te nemen: het zijn James Bond-achtige figuren, zoals het personage van Thekla Reuten, die een mooie maar dodelijke huurmoordenaar speelt waar Clooney zaken mee moet doen. Zij en ook Clooney’s nieuwe liefde, een afvallige prostituee, hebben geen enkele diepgang, en dat is niet veel. Clooney wordt gepresenteerd als meedogenloos, maar blijkt toch een gevoelige man die het liefst vlindertjes bestudeert in zijn vrije tijd. Uiteraard een verwijzing naar zijn wil om te transformeren. Verder houdt de diepgang daar wel op. Toch draait alles om het personage van Clooney, de very private gentleman die het verhaal moet dragen. Hij heeft er de kop voor en als acteur heeft hij zichzelf allang bewezen. Ook in deze film toont hj zich een groot acteur. Maar van iemand als Corbijn verwacht je meer van een karakter. Meer diepgang dan alleen de wens te veranderen, meer geschiedenis, al wordt die maar lichtjes aangestipt. Die ontbreekt dus, en van de spetterende actiescenes moet de film het ook al niet hebben. Wat overblijft is een platte, heel langzame thriller over een zwijgzame eenling in een oud Italiaans streekdorpje die je blijft volgen omdat je wil weten of het hem lukt te ontkomen aan zijn belagers. Het antwoord volgt in de laatste minuten, en dat was dat.
Leone
Mogelijk heeft Corbijn bewust gekozen voor een plat verhaal met platte karakters. De meerwaarde van de film zou dan kunnen schuilen in de eredienst. En dat lijkt ook de bedoeling van The American: een eerbetoon aan de grote regisseur Sergio Leone. Leone, bekend van klassiekers als Once upon a Time in the West en The Good, The Bad and The Ugly, koos weliswaar ook voor personages die zo plat als een dubbeltje waren, maar kwam ermee weg: zijn stijl is uniek, broeierig en sfeervol. Maar de spaghettiwestern is een wereld op zich. En dat is nu juist het vervelende aan The American. Het wil graag iets zijn wat het maar niet wordt. Het schuurt erlangs maar mist doel, het is mooi maar niet mooi genoeg, en dat is voor de kijker die op net iets meer zit te wachten, ronduit frustrerend. Het etiket ‘pretentieus’ was zelden zo toepasselijk.