‘In dit gebouw vragen ze je: “Zou je nu, in dezelfde situatie, weer hetzelfde doen?” En elke keer lieg ik niet en zeg “ja”. En daarna blijf ik hier.’
De ik-persoon in het openingsverhaal, Loopdrang, zit in een gekkenhuis. Wat heeft hij (of zij?) gedaan? Waarom zit hij hier? De lezer komt het niet te weten. En zo is er bij alle tien verhalen in deze bundel veel dat Thijs de Boer achterhoudt. De verhalen zijn kaal, tot op het bot van het vlees ontdaan, tot ze alleen nog de essentie bevatten van wat hij wil laten zien. De hoofdpersonen in de meeste verhalen hebben één ding gemeen: ze zijn de weg kwijt in het leven.
De verhalen zijn plotloos, ze geven een sfeer, een situatie, een gevoel. Soms werkt dat en lees je een verhaal alsLoopdrang. Als je het uit hebt weet je niets, maar het dwingende gevoel van onheil blijft je bij. OfSchoon, een vervreemdende en ontwrichtende reis door de geest van een jongen die fantasie en waarheid als jongleerballen in de lucht houdt. Steeds verder lijkt hij af te glijden in de waanzin. Als lezer voel je dat niet alles wat hij denkt waar is, maar wat wel en wat niet? Tegen het einde van het verhaal zit hij in een café met zijn vader en vraagt waarom hij als baby weggegeven is, nadat mama is doodgegaan. De vader antwoordt dat hij nooit afgestaan is.
‘Hij zegt: “En met mama is alles goed.”
Nu wacht ik op dat alles ineens stopt. Dat er een nieuwe scène begint. Maar er gebeurt niets.
En we zitten daar.
En ik begrijp het niet.’
Vervreemdende teksten, waarbij je als lezer meegevoerd wordt en steeds minder weet wat waarheid is en wat fictie, en natuurlijk is het hele verhaal fictie, verzonnen door de schrijver.
Thijs de Boer weet je te boeien, je kunt zijn boek vaak niet wegleggen, je moet doorlezen. En dat terwijl er niets gebeurt en datgene wat er staat zo naargeestig en beklemmend is dat je het helemaal niet wilt meevoelen. Daar is hij op zijn best.
Soms zijn de verhalen te kaal en dan blijf je als lezer met een onbevredigd gevoel achter. BijvoorbeeldHet kleine ding, een verhaal over een ex-junk die met een baby op de buik door de stad achter een vrouw met baby aanloopt. Het verhaal loopt gruwelijk af, maar is dat wel zo? Het biedt te weinig houvast om je bij de hoofdpersoon betrokken te voelen, om het verhaal mee te leven. Van de tien verhalen zijn er vier die mij als lezer niet kunnen boeien en weinig indruk achterlaten. Dit is jammer, de bundel had ook zonder gekund.
Thijs de Boer schrijft zijn verhalen soms in de ik-vorm, soms in de hij-vorm. Het is prachtig hoe hij vanuit een zieke geest, waar je als lezer volledig in zit, toch een zeer afstandelijke, onemotionele sfeer weet te creëren.
Een debuut van een schrijver met een volledig eigen stem.
Uitgever: | Nieuw Amsterdam |
Pagina’s: | 143 |
Prijs: | 16.50 |
ISBN: | 9789046807149 |
Jaar: | 2010 |
Website auteur: | http://www.thijsdeboer.com |