Vrouw, halverwege de twintig/ begin dertig, zit in het café. Het haar keurig in model geföhnd, gezicht beschilderd, decolleté in de etalage. En dan staat ze op. Haar voeten worden zichtbaar. Mannen deinzen verschrikt achteruit, bier slaat acuut dood in de glazen. Daar heb je er weer één: een Uggsdrager. En dat terwijl het de laatste jaren eindelijk beter leek te gaan met het modebewustzijn van de poldervrouw. Opgejut door fashionglossy’s als Elle en Cosmopolitan waagden steeds meer vrouwen zich ook buiten zon- en feestdagen in hippe jurkjes en kekke tops de straat op. Verdwenen waren de slobberbroeken, grote T-shirts en – oh gruwel – gezondheidssandalen. Elke dag werd rokjesdag. Tot Uggs dus.
Schaapherderssloffen
Voor de gelukkige enkeling die hun opmars tot nu toe is ontgaan: Uggs zijn eigenlijk schapenherdersschoenen, bedoeld om de voeten warm te houden tijdens de koude Australische winters . Tenminste, totdat iemand op het lumineuze idee kwam de met schapenbont gevoerde pantoffels tot modehype te bestempelen. De eerste keer dat Nederland werd geconfronteerd met het fenomeen Uggs zaten ze aan de voeten van de een of andere Hollywood starlet. Hoogst waarschijnlijk een karakteractrice als Paris Hilton, Pamela Anderson of Lindsay Lohan die allemaal de afgelopen jaren regelmatig met het vermaledijde schoeisel op de kiek zijn gezet. En zoals dat gaat met trends: binnen mum van tijd wandelde half vrouwelijk Nederland rond op de onflatteuze schapenlaarzen. Want zo zijn wij. Zonder enige vorm van zelfreflectie laten we ons meeslepen door de hausse. Kritiekloos proppen we onze Hollandse heupen in superlow skinnyjeans, benadrukken beginnende buikjes met loeistrakke taillerokken en hijsen klapkuiten in lederen leggings.
Kuisheidsgordel
Waar veel trends na een modeseizoen een zachte dood sterven, lijkt het Uggs-virus echter onuitroeibaar. Elke zomer is er hoop dat de schapenslof nou eindelijk het onderspit heeft gedolven, elke herfst volgt onherroepelijk de teleurstelling als de eerste exemplaren weer in het straatbeeld verschijnen. Onvermoeibaar blazen de Uggsbezitters bovendien de loftrompet over het door hen zo geliefde schoeisel. ‘Ze zijn zo lekker warm’, roepen ze verliefd ze als iemand vraagt waarom ze in hemelsnaam van die achterlijke dingen aan hun voeten hebben. Ja, zo ken ik er nog wel een paar. Een slaapzak helpt vast ook enorm goed tegen de winterse kou, maar toch lopen er maar weinig in slaapzak gewikkelde mensen op straat rond. Daar komt nog bij dat het kwik in Nederland de laatste jaren sowieso nauwelijks onder het vriespunt daalt. Wel regent het hier veel. En Uggs, die zijn dus niet waterdicht. Dus daar loop je dan door de plassen te sjokken, terwijl de schapensloffen aan je voeten zich langzaam vol water zuigen.
Varkenspootjes
Ook leuk: ‘Ja maar, ze zitten zo lekker.’ Dat mag je wel hopen inderdaad. Schoenen die én spuuglelijk zijn én ook nog eens een ware marteling vormen voor je voeten; daar zit natuurlijk helemaal niemand op te wachten. Mode is helemaal niet bedoeld om het gemak te dienen. Mode is bedoeld om onze sterke punten het beste te doen uitkomen. En dat is geen gemakkelijke opgave met van harige gevallen aan je voeten. Zelfs het meest ranke been wordt, eenmaal gestoken in Uggs, tot oncharmante varkenspoot gedegradeerd. Dat maakt Uggs de kuisheidsgordel van de 21ste eeuw: onsexy, onflatteus, onopwindend. Er is eigenlijk maar een ding erger dan een vrouw op Uggs; een man op Uggs.