Geachte heer Nijenhuis, beste NRC, ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen. Ik wil per direct mijn digitale abonnement op NRC Handelsblad opzeggen. De reden is deze. De manier waarop u het nodig acht om de abonnementsprijzen voor uw product drastisch te verhogen, is van een stuitende arrogantie die slechts wordt afgedekt met een flinterdun verweer: ‘Dat we daarmee niet de krant voor iedereen zijn, accepteren we’, schrijft u. Die uitleg impliceert dat lezers die nu afhaken bij NRC Handelsblad, het aan zichzelf te wijten hebben als ze uw product niet op de waarde weten te schatten die u er zelf aan toekent. Niet alleen krijgen ze een stempel opgedrukt dat neigt naar ‘dom’, u ontneemt ze ook op voorhand elk weerwoord. U heeft zich immers al schouderophalend neergelegd bij opzeggingen.
Deze druppel die mijn emmer doet overlopen, sluit perfect aan op de lijn die het steeds archaïscher wordende NRC al een tijdje volgt. Toen in 2010 eerst Derk Sauer, toen u en daarna Peter Vandermeersch ten tonele verschenen in Rotterdam, leken er goede, vooruitstrevende tijden aan te komen voor ‘mijn’ krant. Nieuwe bezems vegen immers schoon. Vooral het rauwdouwerige van mediamagnaat Sauer en de rücksichtsloze veranderingsdrang van Vandermeersch leken beloftevol. De praktijk van de laatste maanden wees echter anders uit.
Vermaledijde sociale media
Voor iemand die, zoals ik, zijn volledige inkomen verdient als freelance journalist en redacteur voor verschillende doch zonder uitzondering online media, was het namelijk af en toe flink slikken de laatste tijd als NRC in haar hoofdredactionele commentaren vanuit een ivoren toren bloggers aan de schandpaal nagelde, het bestaan van kinderporno aan ‘het internet’ weet en afgelopen week nog het falen van het eerste Wildersproces in de schoenen van Twitter probeerde te schuiven (‘nuance past niet in 140 tekens’, schreef u eerder al op pagina 2 over dat vermaledijde sociale medium). Altijd anoniem bovendien, terwijl het nota bene op dat door uw redactie blijkbaar zo verfoeide internet al lang achterhaalde mores is om anoniem stelling te nemen.
Begrijpt u me niet verkeerd, ik ben zeer voor stellingname, waarbij nuance wat mij betreft ook geen prioriteit behoeft. De manier waarop uw krant momenteel echter schuttersputjes graaft, tekent een verloren strijd van een oude generatie overbetaalde redacteuren die hun krantenoplage (en daarmee hun financiële zekerheid) zien eroderen. Wat mij al een tijdje steekt, is dat NRC er – middels die anonieme zeurstukjes – voor kiest om de vinger naar anderen te wijzen. Het ligt nooit aan uw soort mensen, om het zo maar eens te verwoorden. Internet is de vijand, weblogs zijn haar mijnenvelden en Twitter is haar scherpschutter.
Defensieve houding
Het spijt mij zeer om te zien dat een krant die ik al zeventien jaar lees om haar sterke buitenlandsectie, brede opiniepagina’s en heldere wetenschappelijke duiding blijkbaar niet gelooft in haar eigen kracht en dat laat blijken door een rancuneuze, ongepast defensieve houding aan te nemen richting de 2.0 buitenwacht. Daarbij blijkt het eigen gelijk nu tot op uitgeversniveau doorgedrongen te zijn, want ook de eigen abonnee is niet meer heilig. Sterker nog, in tegenstelling tot Peter Vandermeersch’ intentie om de krant ‘dynamischer’ te maken (voor zover dat op papier überhaupt nog mogelijk is) en daarmee in het centrum van het politieke en intellectuele debat te staan, lijkt u er met de plotselinge en onevenredige prijsverhoging bewust voor te kiezen om van NRC tóch een elitaire bode te maken, in plaats van een ‘krant voor iedereen’. De laatste zin van uw blog onderstreept die gedachte. In een tijd waarin nieuwsgaring en –verspreiding vrijer en opener is dan ooit, is het een curieus besluit om jezelf op deze manier af te sluiten van nota bene je digitale abonnees, de toekomst van de krant. Of gelooft u soms echt nog in papier?
Het besluit om op te zeggen, is mij niet licht gevallen. Zoals gezegd lees ik NRC al zo’n 17 jaar en dat is ruim meer dan de helft van mijn leven. Sterker nog, het is uw krant geweest die mijn interesse voor ‘de wereld’ en ‘de journalistiek’ gewekt heeft. Maar het arrogante gemak waarmee NRC haar product zomaar 72 procent duurder maakt zonder daar beloftes van verbetering tegenover te zetten, weegt nu toch in negatieve zin op tegen de emotionele waarde die de krant voor me had. Ja, de verdieping en de duiding in ‘het NRC’ zijn altijd goed geweest en in dat opzicht mag u uiteraard over kwaliteitsjournalistiek spreken. Maar op het digitale vlak heeft – bijvoorbeeld – De Volkskrant momenteel een mijlenverre voorsprong op uw krant. Bovendien schrijft daar niemand nog een anoniem commentaar en wordt er nog wel eens naar de mening van een blogger (of andere internetadept) gevraagd zonder die vervolgens op de achterpagina nog een keer in de rug te steken. Zolang ik dergelijke vooruitgang bij uw krant niet bespeur, vrees ik dat NRC helaas inderdaad niet meer de krant voor mij is.
Voor zolang het nog mag duren, het ga u goed.
Bart Nijman heeft deze brief vandaag op de post gedaan en is binnenkort, zeer tegen zijn eigen verwachtingen in, Volkskrantabonnee.