Eigenlijk is het Fleetwood Mac van 1975 en daarna in niets te vergelijken met het Fleetwood Mac van de negen albums daarvoor. Zoals vorige week al te lezen was, zorgden het vertrek van bluesman Peter Green en de toevoeging van gitarist Danny Kirwan al voordat de band naar Los Angeles verhuisde dat hun geluid van Amerikaans georiënteerde blues opschoof in de richting van rock. Het aantrekken van het duo Buckingham en Nicks geeft de band vanaf 1975 een enorme impuls in twee opzichten: Fleetwood Mac wordt muzikaal gezien aantrekkelijk voor een hele brede doelgroep en dankzij de mooie verschijning van Stevie Nicks heeft de groep een aantrekkelijk boegbeeld. De onderlinge relaties, het substantiemisbruik en de daaruit voortvloeiende roddels zorgen voor een smeuïg geheel. Gek genoeg houdt die mix ondanks alle persoonlijke sores ook nog eens tot 1987 stand, maar uiteraard niet zonder slag of stoot.
Fleetwood Mac zou echter niet de zelfde faam hebben gehad die ze nu hebben, als die persoonlijke ellende niet had bestaan. “Devastation leads to writing good things”, zei Stevie Nicks ooit tegen Rolling Stone over ‘Go Your Own Way’. “I very much resented him telling the world that ‘packing up, shacking up’ with different men was all I wanted to do,” legde ze uit. “He knew it wasn’t true. It was just an angry thing that he said. Every time those words would come onstage, I wanted to go over and kill him. He knew it, so he really pushed my buttons through that. It was like, ‘I’ll make you suffer for leaving me.’ And I did.” Maar hoe briljant is het marketing- en imagotechnisch, emotioneel en – natuurlijk – muzikaal bezien als je de tekst moet zingen van een liedje dat in een boodschap voor de hele wereld uitlegt waarom je wederhelft de relatie verbroken heeft?
Slaan met een tamboerijn
In een live-opname uit 1977 is perfect te zien hoe fel, oprecht en eerlijk het lied is. Een openingszin als ‘Loving you isn’t the right thing to do’ spreekt sowieso velen aan, maar wie de clip er bij ziet, krijgt het gevoel achter het lied duidelijk in beeld. Lindsey Buckingham die zich met felle toewijding en zonder op te kijken op zijn gitaar staat uit te leven op het nummer, Stevie Nicks die het refrein op de voorgrond meezingt met een uitdrukkingsloze blik in haar ogen – of zien we daar toch tranen opwellen? Tijdens een solo van Buckingham kijkt ze in zijn richting. De kijker ziet haar op de rug, maar zelfs dan is in haar hele houding iets ingehoudens te zien, alsof ze ieder moment kan ontploffen en haar tamboerijn op haar ex stuk gaat slaan. In de loop van het nummer zie je haar echter toch wat moeizaam grijnzen, op een manier die ‘wat kan mij het ook allemaal nog schelen’ uit lijkt te drukken. Als de band zich rond het drumstel van Mick Fleetwood verzamelt om het lied naar een einde te spelen, verdwijnt Nicks naar een donkerder hoekje van het podium, waar ze vanuit het donker met haar tamboerijn boven het hoofd de grote onbereikbare pretendeert te zijn. Helaas is de video niet te embedden, maar zeker het doorklikken waard.
Het immense succes van Rumours laat zich dus verklaren in de persoonlijke, oprechte en herkenbare toon van het album. Terwijl de relaties van de bandleden uit elkaar vallen en het misbruik van drank en drugs ernstige vormen aan begint te nemen, rust de zware taak op de schouders van het als band herboren gezelschap om met een vervolg te komen. Dat wordt Tusk in 1979. New Wave en een beetje punk worden door (met name) Buckingham samengevoegd in een (prijzig) dubbelalbum dat eigenlijk te lang is (een versie-afhankelijke 20 of 21 nummers) en integraal op de radio werd uitgezonden voor de release, hetgeen door thuisopnemers dankbaar werd aangegrepen en er mede toe leidde dat er ‘slechts’ vier miljoen exemplaren van verkocht werden, wat door Warner in de schoenen van Buckingham werd geschoven. Bandoprichter Peter Green speelt overigens ook een deuntje mee op wat op dat moment met 1 miljoen dollar aan productiekosten de duurste plaat ooit gemaakt was. Nicks-evergreen Sara is waarschijnlijk het hoogtepunt op een plaat die druipt van een combinatie van liefdesverdriet (veelal trage, melancholische nummers) tegenover ontluikende nieuwe liefde (het bijna Caribisch klinkende ‘You and me’, bijvoorbeeld). Het wat bozige, Rumours-achtige titelnummer ‘Tusk’ is overigens ook een memorabel Fleetwood Mac-nummer.
Veilig jaren ’80-product
De blaam die Buckingham (en daarmee de rest van de band) vanuit het label ten deel viel, leidde tot twee dingen: soloprojecten (van Nicks en Buckingham, maar later ook van andere bandleden) en een meer behoudend vervolgalbum: Mirage in 1982. Dit is een nogal conventioneel en veilig jaren ’80-product geworden dat dankzij een aantal radiovriendelijke liedjes (zoals ‘Oh Diane’) en de – destijds – duurste videoclip allertijden voor ‘Gypsy’ wel een mainstream succes werd. Op de albumhoes staat Stevie Nicks met haar hoofd in haar nek tegenover Buckingham, die over zijn schouder naar Christine McVie kijkt om de fans in verwarring te houden. Urban legend over de hoes: als je de afbeelding een kwartslag rechtsom draait, vormen de handen van Buckingham en Nicks de beeltenis van een oud vrouwtje – hetgeen volgens fanfora zou betekenen dat de twee hoe dan ook voor het leven bij elkaar zullen zijn. Of tot elkaar zijn veroordeeld, afhankelijk van welke interpretatie je er aan wil verbinden. De handensuggestie is door de band nooit bevestigd overigens.
Na Mirage nemen de solo-experimenten toe terwijl Fleetwood Mac als collectief even op pauze gaat. Niet alleen om muzikale redenen overigens: Mick Fleetwood gaat failliet (hoe is een raadsel als je al een paar jaar op rij de miljoenen binnen ziet stromen, maar ‘iets met een extravagante levensstijl’ dekt de lading heel behoorlijk), Stevie Nicks, solo het meest succesvolle bandlid, checkt zichzelf in 1986 in bij Betty Ford om van verschillende verslavingen (coke en kalmeringspillen, voornamelijk) af te komen en John McVie krijgt in 1987 een door alcohol veroorzaakte toeval. Voordeel daarvan is wel dat hij sindsdien geen druppel meer drinkt. Ondanks alle, deze keer niet per se liefdesgerelateerde persoonlijke sores en soloprojecten, komt de band in 1987 nog wel tot Tango in the Night, vooral omdat Buckingham het ‘saaie’ Mirage niet als sluitstuk van de alsnog uit elkaar vallende band wil hebben.
Berusting en kameraadschap
Met ‘Big Love’ (Buckingham), ‘Seven Wonders’ (Nicks), ‘Everywhere’ en ‘Little Lies’ (beiden Christine McVie) bevat dat album klassiekers die nog altijd regelmatig op de radio voorbijkomen en die het gecombineerde talent van de band onderstrepen: Buckingham mag dan wel de muzikale leider van de band geweest zijn in de twaalf jaar tussen Fleetwood Mac en Tango in the Night, zonder de songschrijfcapaciteiten van Stevie Nicks en Christine McVie was het collectief nooit zo ver gekomen. Tango begon als soloproject van Buckingham, maar wordt uiteindelijk met twaalf miljoen exemplaren de tweede beste verkochte plaat van Fleetwood Mac.
Daarna verlaat Buckingham alsnog de band, nog voor de tour rond de plaat begint. Hij wordt vervangen door de twee gitaristen Billy Burnette en Rick Vito, waarmee Tango in the Night de laatste échte dans van het gezelschap blijkt. Er volgen nog drie albums (Behind the Mask in 1990, Time in 1995 en Say You Will in 2003, geen van allen erg indrukwekkend) waarop alle bandleden bijdragen, maar in de eerste twee gevallen is Buckingham geen officieel bandlid en draagt hij minimaal bij aan de albums. In het laatste geval weer wel, maar dan is Christine McVie inmiddels eigenlijk met pensioen, al speelt ze op een paar nummers mee. Uitgezonderd een eenmalig optreden in 1993 op verzoek van Bill Clinton, die ‘Don’t Stop’ als campagnesong heeft gekozen, speelt de band in deze bezetting sowieso tot 1997 niet meer samen live. Anno nu treedt het gezelschap (zonder Christine McVie) nog altijd op, met de Unleashed wereldtour in 2009 als (permanent?) laatste wapenfeit. Oud, maar nog niet uitgeblust en met een rijke, goed gevulde en zeer bewogen geschiedenis om op terug te kijken betrad het gezelschap toen de internationale podia, waarbij een bepaalde berusting en kameraadschap de toon bepaalde in een serie ontspannen en met liefde gepresenteerde optredens. Het mocht even duren, maar rust en wijsheid komen echt met de jaren.
De betrekkelijkheid van krankzinnigheid
Onderstaand nummer is een live-uitvoering van solonummer van Lindsey Buckingham uit 1984, mede beroemd geworden omdat het voorkwam in de politieserie Miami Vice. Het gaat over de betrekkelijkheid van krankzinnigheid: die is relatief ten opzichte van de omgeving of de situatie waarin je je bevindt. Daarnaast zei hij het volgende over dit nummer: “Looking at it that way we all tend to go insane a little bit, I think that’s ok. […] It is ok to go insane, it can be quite cathartic actually, to watch yourself go out to the edge and sort of reel yourself back in – now hopefully you do reel yourself back in.”
Bart Nijman noemde in 2009 een optreden van Fleetwood Mac in Ahoy één van de beste concerten van het jaar. Dit is deel 2 en tevens het slot van een eh.. tweeluik dus.