In de nasleep van de schietpartij in Tucson, Arizona, waarbij zes mensen het leven lieten en congreslid Gabrielle Giffords in kritieke toestand moest worden opgenomen in het ziekenhuis, werd in de Verenigde Staten fel gedebatteerd over de toon van het publieke debat. Velen waren het erover eens dat de retoriek die werd gebruikt, losgezongen was van de realiteit. Er werd gebruik gemaakt van woorden en metaforen die eerder deden denken aan een permanente staat van burgeroorlog dan aan beschaafde meningsverschillen in de politieke arena.
Populariteit
Is er nu, ruim twee maanden later, veel veranderd? Je zou kunnen zeggen van wel. Twee publieke figuren die na de schietpartij in Arizona veel kritiek te verwerken kregen, Sarah Palin en Glenn Beck, verliezen allebei terrein. Steeds meer Republikeinen denken negatief over Palin, en haar approval ratings dalen steeds verder. Ook Republikeinse stemmers in Iowa volgen de landelijke trend. De kansen voor Palin om tijdens de eerste voorverkiezing voor de Republikeinse nominatie te stunten in die Hawkeye State, nemen steeds verder af.
Die andere persoonlijkheid, Glenn Beck, organiseerde ongeveer een half jaar geleden een Rally to Restore Honor. Becks populariteit leek niet op te kunnen, maar inmiddels is hij een groot deel van zijn publiek kwijt geraakt. In een jaar tijd daalden zijn kijkcijfers van 2,9 miljoen naar 1,8 miljoen. Zijn laatste boek is het eerste van zijn hand dat niet op nummer 1 heeft gestaan in de New York Times bestseller-lijst. Beck krijgt steeds meer kritiek van zijn conservatieve collega’s, zoals Bill O’Reilly. The New Republic geeft als verklaring dat Beck, om zijn kijkerspubliek vast te houden, steeds bizardere uitspraken begon te doen. Tijdens de protesten in Egypte koos hij bijvoorbeeld de kant van Mubarrak en hij waarschuwt al een tijdje voor het gebruik van Google, omdat het bedrijf “deep in bed” zou zitten met de Amerikaanse overheid.
Hersteld evenwicht
Hebben de woorden van Obama in Arizona dan effect gehad, of is er sprake van een andere, meer tijdloze ontwikkeling? In dezelfde maand dat het debat over retoriek in de Verenigde Staten werd gevoerd, werden ook tientallen nieuwe congresleden beëdigd. Het Huis van Afgevaardigden ging over van een Democratische naar Republikeinse meerderheid en in de Senaat is het verschil tussen de partijen minimaal. Hierdoor wordt Obama gedwongen tot het sluiten van compromissen met Republikeinen, en in zijn State of the Union address deed hij daarvoor handreikingen.
Daarmee is het logisch dat de vraag naar radicaal commentaar zoals dat van Beck en Palin over de Washingtonse politiek afneemt. De politieke balans is immers meer in evenwicht dan de afgelopen twee jaar, door de komst van een sterk door Republikeinen gedomineerd Huis van Afgevaardigden. Nu de Republikeinen onder leiding van John A. Boehner harde maatregelen voorstellen om het begrotingstekort op te lossen, neemt de behoefte aan de meer extreme opinies af.
Gekkies
De meerderheid van de Amerikanen houdt er gematigde politieke opvattingen op na, ze worden getypeerd als middle-of-the-road. Voor hen zijn de Republikeinen niet per se een geschenk uit de hemel, maar eerder een welkom herstel in de politieke balans. Beide partijen zullen daardoor moeten opschuiven naar het midden en de partij die daar het minste toe in staat blijkt zal het in 2012 zwaar gaan krijgen.
Een interessant voorbeeld van het werkbare midden is de Republikeinse senator Scott Brown. Hij werd na het overlijden van zijn voorganger Teddy Kennedy tussentijds gekozen met hulp van de Tea Party Movement, maar die groep vraagt nu om zijn hoofd. Eenmaal in office deed Brown zijn best om zijn staat zo goed mogelijk te vertegenwoordigen door als Republikeinse afgevaardigde van de progressiefste staat in Amerika vaak mee te stemmen met zijn Democratische collega’s, dit tot woede van zijn Tea Party achterban. Vaak blijken de gekkies in de praktijk dus zo gek nog niet, en voelen ze de politieke wensen in hun staat feilloos aan.
250 jaar hitsige retoriek
Dat geladen retoriek bovendien niet nieuw is in Amerika, bewees Barry Friedman in 2009, met zijn boek The Will of the People. Daarin omschrijft hij in zijn behandelingen van Supreme Court tevens de sfeer van het politiek discours sinds 1776. De Verenigde Staten hebben bijna 250 jaar prima gefunctioneerd, maar wie de voorspellingen over de toekomst van het land terugleest die door de 18e, 19e en 20e eeuw zijn gedaan kan niet anders dan glimlachen. Hitsige retoriek is er altijd geweest en zal er vermoedelijk ook altijd zijn. De geschiedenis leert dat ook de hoogst oplopende emoties in de Verenigde Staten altijd wel een uitweg vinden.
In de aanloop naar 2012 is het de vraag hoe bipartisan Obama en John A. Boehner echt zijn. Obama heeft in ieder geval keer op keer laten blijken dat hij bereid is tot het sluiten van compromissen. De bevriezing van alle overheidssalarissen valt slecht bij zijn progressieve achterban, maar is een duidelijke stap in de richting van de Republikeinen. Boehner worstelt nog met verdeeldheid in zijn eigen fractie in het Huis van Afgevaardigden. Veel kandidaten moeten de Washingtonse mores nog leren en lijken nauwelijks bereid tot compromissen. Het is de vraag in hoeverre Boehner ze onder controle heeft. De Republikeinen zullen een herhaling van 1994 willen voorkomen, toen ze een grote verkiezingswinst behaalden maar onder leiding van Newt Gingrich hun hand overspeelden met keiharde oppositie tegen Bill Clinton. De government shutdown ging veel Amerikanen te ver, en de Republikeinen kregen de schuld. In 1996 werden ze afgestraft en Clinton mocht een tweede termijn volmaken. Dat risico hangt nu ook in de lucht, met of zonder een populariteit voor Palin en Beck.
Thijs Kleinpaste schrijft regelmatig over Amerikaanse politiek op DeJaap