Stel, je bent een jaar of 6, 7 en je besluit op je rode fietsje buiten te gaan spelen in je eentje. Op een bankje bij een vijvertje zitten 5 jongens van een jaar of 19. Er staan scooters bij, een stuk of drie gasten zijn minstens 1.90, eentje rookt en sommigen drinken bier. De meeste kinderen zouden uit de buurt blijven, maar dit jongetje niet. Ik dacht dat hij gewoon schijt aan ons had, dat hij er geen gevaar in zag, of lef had. Want hij gooide zijn fietsje naast ons neer en begon op een standbeeld te klimmen. Hij praatte zelfs tegen ons.
Zo onverschrokken als ik mijn vrienden en mijzelf beschreef, zo vriendelijk gaf ik hem aanwijzingen bij het klimmen.
Grootste fout van mijn leven, bleek achteraf. Hoe meer dat knulletje begon te praten, hoe meer ik me verbaasde. Hij sprak enkel wartaal en gaf op vragen volstrekt willekeurige antwoorden.
Een vriend van mij gaf zijn laatste beetje chips aan hem, en toen wilde hij zijn naam pas vertellen. Jantje Zwart; roomblank, halflang sluik blond haar, bruine ogen en vier brede witte voortanden met veel ruimte ertussen.
Naarmate hij langer om ons heen zoemde werd zijn gedrag steeds vreemder en irritanter. Hij begon met het gooien van zijn eigen fiets, maar dat ging over in het gooien van kluiten aarde, aan onze spullen zitten en de vreemdste dingen zeggen.
Ineens gooide hij mijn jas op de grond, waardoor die vies werd, liet zowel zijn billen zien als wat er aan de andere kant zat, begon tegen ons over zijn anus en dat deze al een tijdje kapot was, en zat tot zijn ellebogen in de prullenbak.
Gelukkig ging hij uiteindelijk toch weg. Wij waren de wanhoop nabij en zeer geërgerd. Nadat we even waren blijven zitten, om bij te komen en uit ongeloof, gingen we ook maar weg, uit angst dat hij terug zou komen om ons weer het leven zuur te maken.
Achteraf maak ik me ook een beetje zorgen. Wat was er allemaal mis met dat jochie? En hoe zou zijn thuissituatie zijn?
Dit artikel verscheen eerder op Torpedomagazine.nl