De Noordermarkt is de op een na oudste markt van Amsterdam. Al in 1618 vond de markt voor het eerst plaats: toen veel vanaf bootjes, inmiddels hebben de verkopers een kraam tot hun beschikking. Aanvankelijk was de markt door de gemeente bestempeld tot ‘lappen- en voddenmarkt’, maar in de loop der jaren werden er steeds meer tweedehands artikelen aan het aanbod toegevoegd. Daar komt dan ook het Jordanese gezegde “het lijkt hier wel de Noordermarkt” vandaan, want zoiets betekent als: “het is hier een ontzettende rommel”.
Stylisten, fashionista’s en andere modeliefhebbers weten het al jaren: de Noordermarkt op maandagochtend is dé ideale plek voor vintagestruiners. Maar: wie wil scoren, moet vroeg zijn. Om 10.00 zijn veel van de echte koopjes namelijk allang door de kenners uit de enorme stapels kleding gevist. Een lange adem is dan ook een must op deze markt, die nogal een overweldigende indruk kan maken. Met zijn wirwar van kramen, waarin stapels riemen, bergen tassen, schoenen, bontmanteltjes en jurken hoog zijn opgestapeld en elke vierkante centimeter is volgestouwd met rekken vol jassen en truien, komt een scherpe blik hier goed van pas.
Naast kleding is het bovendien ook goed mensen kijken op de markt. Hippe vintage trekt minstens zo hip volk. Wie denkt dat de gemiddelde Noordermarktganger zich vanwege het vroege tijdstip waarschijnlijk snel in een praktische joggingbroek of slobbertrui heeft gehesen, komt bedrogen uit. Het draait hier niet alleen om (koopjes) scoren, maar ook om zien en gezien worden. Wie weet word je immers wel gespot door een eveneens naar vintage struinende visagist of modejournalist.