Waar? Bij de broodjeszaak op Amsterdam cs
Hoe laat? lunchtijd.
Wie? Een meneer met petje op, een rij wachtenden en een kordate dame
Meneer: Hebt u ook ander beleg dan dit? (Wijst met vies gezicht op de broodjes)
Dame: (onverstoorbaar tomaat in plakjes snijdende) Zeg t maar jongen, dan maak ik het voor je.
M, luid: Ik ben veganist, ik mag dit dus allemaal niet.
D: Veganist? Dat heb ik niet.
M: Nee, IK ben veganist. Ik eet geen dierlijke producten.
D, tray opengeklapte broodjes beleggende: Neem je ‘n broodje kaas jongen. Of ei.
M, triomfantelijk: Neenee, dát mag dus niet hè! Jullie hebben geen veganistisch beleg. Dat bestaat wel hoor.
D: Mjaaa?
M: Ja. Humus, bijvoorbeeld.
D, ongeduldig: Nooit van gehoord, en ik heb t ook niet. En nooit van gehoord dus.
M: …..
D: Wil je nou n broodje kaas?
M: Nee, dat mag ik niet. Is beter voor het respect voor de dieren enzo.
Rij: Zucht. Steun. Mopper.
M: Dierenleed. Dat vind ik dus niet kunnen. Doe maar een broodje met sla, en tomaat. Maar zonder boter.
D: Een broodje met sla.
M: Nouja, en komkommer dus, en tomaat. Dat mag ik wel.
D, stopt met broodjes smeren en kijkt meneer indringend aan: Zeg dat dan jongen. Dan maak ik het voor je.