Dat Obama zich al geruime tijd probeert te positioneren als de president van alle Amerikanen, de vader des vaderlands die boven de partijen staat, mag voor vaste lezers van DeJaap geen verrassing meer heten. Obama heeft, waarschijnlijk geleid door zijn vooraanstaande strategen Jim Messina, David Plouffe en David Axelrod, besloten dat bipartisanship de beste koers is opweg naar herverkiezing in 2012. Daar waar de conservatieve vleugel van de Republikeinse partij, aangewakkerd door de Tea Party Movement, het politieke debat naar het extreme probeert te trekken, hoopt Obama de steun van gematigde kiezers te winnen door naar het midden van het politieke spectrum op te schuiven. Die strategie maakt hem voorlopig echter de kop van jut, met aanvallen van alle kanten als gevolg.
Om zichzelf als de president boven de partijen neer te zetten, hield Obama zich lang afzijdig in het debat omtrent de begroting van 2011 die Amerika in haar greep hield. Pas toen de government shutdown echt dichtbij kwam, ging de president zich ermee bemoeien en dwong hij een deal af dat een compromis was tussen beide partijen. Obama was dus niet één van de onderhandelaars van zijn eigen Democratische partij, maar de brug die politiek Amerika moest verbinden, zo luidt in ieder geval het beeld dat het Witte Huis probeert te schetsen.
Presidentiëel
Dat Obama vanaf rechts, door Republikeinen van verschillend pluimage, aangevallen zou worden, viel te verwachten. Daar waar geen van de Republikeinse kandidaten een echt presidentiële uitstraling lijkt te hebben, misschien op Mitt Romney na, wil conservatief Amerika vooral het beeld dat Obama die uitstraling wel heeft ontkrachten. Een begrijpelijke aanval waarin de vraag of Obama wel in Amerika geboren is wederom de kop op steekt.
Een groter probleem heeft Obama nu het commentaar ook vanuit zijn eigen achterban aanzwelt. Om te beginnen viel zowel links als rechts over hem heen, toen hij besloot het voortouw te nemen in de missie in Libië. Irak en Afghanistan zijn de twee oorlogen waar Amerika zich dit decennium nog bij kan neerleggen, een nieuwe oorlog, bovendien zonder goedkeuring door het Congres, stuit op veel verzet. Daarnaast vindt een deel van de Democratic base, de trouwe linker flank van de partij, dat Obama te veel en te makkelijk heeft toegegeven aan de eisen van de Republikeinen in de begroting. De steun die hij in het midden en op rechts probeert te winnen, lijkt hem dus aanhang op links te kosten.
Washington D.C.
Een derde groep begint zich tot grote angst van Team Obama nu ook te roeren: zwarte Amerikanen. In het compromis over de begroting komt Washington D.C., de Amerikaanse hoofdstad die niet tot één van de 50 staten behoort maar rechtstreeks door het Congres bestuurt wordt, er redelijk bekaaid vanaf. Onderwijs en abortusklinieken in de hoofdstad moeten het met enorme bezuinigingen doen. Washington D.C. is tevens de “zwartste stad” van Amerika en de bereidheid van Obama om hen met deze bezuinigingen op te zadelen, werpt de vraag op wat de eerste zwarte president eigenlijk voor zwarte Amerikanen betekend heeft.
De komende tijd zit Obama bijna in een onmogelijke spagaat. Hij wil de fanatieke achterban, zijn grassroots movement, die hem in 2008 naar de overwinning hielp weer mobiliseren, terwijl hij gematige kiezers probeert te overtuigen dat hij de enige aangewezen persoon is om Amerika in tijden van polarisatie te verbinden en vooruit te helpen. Die strategie vraagt het uiterste van Team Obama, en maakt hem voorlopig tot de kop van jut.
Adriaan Andringa zal tot de presidentsverkiezingen in 2012 regelmatig verslag doen van het Amerikaanse politieke schouwspel.