Verontwaardigd verhief ze haar stem, de leerlinge uit havo-5. Dat het toch een schande was dat er mensen waren die zomaar designkleding kopieerden. Om verschillende redenen, zo hoorde ik haar zeggen, was dit niet acceptabel. Zo wist ze te vertellen dat de kopieën meestal van slechte kwaliteit zijn, wat slecht zou zijn voor de naam van de ontwerper. Daarnaast – en dat was natuurlijk helemaal een schande – was het diefstal, de ontwerper ziet immers geen cent van deze op markten verkochte nepdesignerkleding, -tassen, -brillen of parfum. En dat terwijl deze er zo hard voor had moeten werken.
Het waren de laatste minuten van de les, de tassen al ingepakt op tafel en deze dame gepikeerd over nepdesignerkleding. Ik luisterde mee, met stijgende verbazing. Ten eerste omdat ik verrast was dat dit een issue is waar de dame in kwestie zich op haar leeftijd zo druk om maakte, maar voornamelijk omdat haar houding ten opzichte van modeontwerpers schijnbaar niet voor elke creatieve tak geldt. In haar handen speelden namelijk de witte dopjes van 32GB zakcomputer-die-toevallig-ook-kan-bellen al, om in de oren te verdwijnen zodra de zoemer ging. Juist dat verlokte mij tot een vraag.
Dubbele moraal
“Vind je dat ook van de MP3’s op je harde schijf?” Verward keek ze me aan. “Hoezo?”, vroeg ze. “Hoeveel liedjes heb je in je computer staan en voor hoeveel heb je betaald?” De dubbele moraal, zo direct voorgeschoteld, ontging haar niet. Haar telefoon stond vol met nepdesignerkleding, een enkel exemplaar in de duizenden betaald. Net als zovelen die hun dag vullen met muziek, de dopjes in de oren gedurende elke loze minuut. Daar waar wij schijnbaar geen enkel probleem hebben om groot geld neer te leggen om een Adidas in plaats van een Addiddas of een Coco Chanel liever dan een Coko Kaneel te hebben, zijn wij niet langer bereid om voor het echte muzikale product te betalen.
Uiteraard loopt de vergelijking op vele vlakken geheel mank. Al in de aard van de bootleg-kleding zit het verschil, daar die ten eerste uit winstmotieven ontstaat en ten tweede nooit een exacte kopie betreft. Gelijkend, ja, maar exact, nee. De kleding is vaak zelfs van inferieure kwaliteit, want als de winst binnen is hoeft de kledingpiraat zich geen zorgen meer te maken om de naam. Die naam wordt immers door een ander met zorg beheerd. Vertrouwend op de status die het juiste vestje op de middelbare school geeft, kunnen zij de nepvestjes blijven verkopen.
Verspreiding door liefhebbers
Bij de verspreiding, de kopie en het delen van mp3’s ligt dat anders. Muziek wordt veelal verspreid dóór liefhebbers van de artiest, náár liefhebbers van de artiest. Daar zitten meestal geen financiële motieven achter. Sterker nog, bij een brede verspreiding is het niet slecht, maar goed voor de artiest die vollere zalen zal trekken en wellicht meer shirts bij concerten zal verkopen, of gelimiteerde tour-lp’s zonder downloadcode. Bovendien betreft het hier wel een (nagenoeg) exacte kopie. Kwalitatief doet de mp3 nauwelijks meer onder voor lp of cd, behalve wanneer je ze afspeelt over een goede installatie (maar daar is ook geen geld voor), dus daar hoef je het niet voor te laten.
An sich niets mis mee. In de jaren ’80 en ’90 had je daarvoor een uitgebreid netwerk van tape-traders, die meestal unieke opnames (live, bonus, gelimiteerd) van bepaalde artiesten met elkaar op cassettebandje uitwisselden. Dat was echter wel een beperkte groep van muziekfreaks, die alles van bepaalde artiesten wilden horen, ook al was dat niet altijd de beste kwaliteit. Tegenwoordig is iedereen onderdeel geworden van het tape-tradernetwerk en wisselen we op grote schaal mp3’s met elkaar uit, met het verschil dat het niet meer over unieke of moeilijk te verkrijgen muziek gaat, maar om elke release die een artiest officieel uitbrengt. Voor niets laden we die binnen. Zonder gene zetten we honderden, duizenden of honderdduizenden onbetaalde items in onze tiepdoos, sleeptop of zaktelefoon en vervolgens pochen we over onze muziekcollectie. Alle bandjes die we kennen, waar we alle albums van hebben, met een druk op de knop verkregen status (en met een druk op de knop verdwenen status).
Naikee en Goetsji
Daar zit de overeenkomst. Schijnbaar vinden we muziek zo belangrijk dat we elke seconde van de dag onze muziek willen kunnen luisteren. Die muziek zegt iets over wie wij zijn, waar we bij horen. Net als Naikee schoenen en een Goetsji pak. Maar de maker daarvoor belonen, dat vinden we niet langer noodzakelijk. Auteursrechten, creatief eigendom. Daar wordt bij de aanschaf van bootlegkleding en het vrijelijk neerladen van uw favoriete artiest aan voorbij gegaan. Omdat het voor het grijpen ligt, grijpen we het. Iets wat mij doet denken aan een andere leerling, die van mening was dat het nemen van een fiets die niet op slot staat geen diefstal is. Nu is je fiets niet meervoudig vastketenen erg dom, zeker in de grote steden van ons land, maar daarmee geen vrijbrief voor anderen deze te ontvreemden.
Waarmee we bij de hoofdvraag zijn aangekomen: welke waarde hechten wij aan auteursrecht en creatief/geestelijke eigendom? Geen, lijkt het antwoord. Kunstenaars – en dan met name muzikanten – lijken te moeten accepteren dat hun werk onderdeel is van het culturele goed en dat iedereen daar gratis van gebruik van dient te kunnen maken. Sterker, wil de muzikant geld verdienen met muziek, dan kan hij het beste een schnabbel/coverband beginnen en daar andermans werk gaan spelen. Daar krijgt hij meer voor dan wanneer hij zijn eigen werk ergens live ten gehore brengt, liefst zonder daar de gehele rechten voor af te dragen.
Iets meer dan erkenning
De tijd terugdraaien en iedereen terug de winkel in dwingen, lijkt – iedereen, behalve nepliberaal Fred Teeven – ondoenlijk. Via straffen en censuur wordt niemand zich bewust van de kleine winkeldiefstal die ze eigenlijk begaan. Maar er zal wel een besef moeten komen van de dubbele moraal waarmee we leven. De identiteit die wij halen uit onze kleding en onze muziek geeft aan welke waarde wij hechten aan deze producten, maar dat betekent echter wel dat wij een manier zullen moeten bedenken om dat besef van waarde bij de maker van al dat moois, dat ons tot de mooie mensen die we zijn maakt, aan te laten komen. Bij voorkeur in iets meer dan erkenning, want daar eet hij of zij geen boterham van.
Mijn leerlinge beseft dat het creatieve proces bloed, zweet en tranen kost. Dat dit werken is. Dat als je nepkleding koopt, je de designer van zijn inkomen berooft. Wellicht moet dat besef ook eens doordringen bij elke klik op de downloadbutton: dat wat daar achter ligt, is van iemand.
Met dank aan de aardige mensen op Twitter.
Tjeerd van Erve is muziekrecensent voor Nu.nl en Gonzo (Circus). Hij is tevens geschiedenisdocent en daarom zeer nostalgisch ingesteld qua muziekbeleving. Tjeerd beschrijft nieuws en actualiteit aan de hand van muziek. Voor alles is immers een soundtrack.