Als je de knuppel in het hoenderhoek gooit, weet je dat je wat weerstand kan verwachten. Dat gebeurde ook na het stuk dat collega Thomas Hendrikx en ik afgelopen vrijdag in de Volkskrant schreven. Naast vele reacties in de categorie “hehe, eindelijk twee PvdA’ers die zeggen waar het op staat”, las ik ook reacties van mensen die de apartheid erbij haalden, de overeenkomst tussen mijn naam en die van een bepaalde nazi-arts benadrukten en beweerden dat Thomas en ik eigenlijk gewoon PVV-wolven in PvdA-schaapskleren waren. Voorspelbaar, maar op de een of andere manier verbaasde het me toch. Wat me minder verbaasde was de reactie van een Groen-Linkser, Miko Flohr. Hij plaatste in een gedegen artikel een aantal terechte nuances, maar vergat de kernboodschap te ontkrachten. Iets wat GroenLinksers wel vaker doen na een prikkelend stuk van de JS. En dat is misschien ook wel goed.
Want ja, Flohr heeft gelijk als hij zegt dat Aboutaleb, Asscher en Bos een ander integratieverhaal vertellen dan de cultuurrelativisten van Nieuw-Links, dat de PvdA zich positief onderscheidt van andere linkse partijen door bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen, dat de PVV-kiezers niet allemaal van de PvdA afkomstig zijn, dat links zich moet distantiëren van PVV-gebrul over ‘islamiseringstsunami’s’ en ‘rifapen’ en dat er wellicht kiezers naar D66 en GroenLinks vertrekken als de PvdA de ‘nationale gedachte’ opneemt in haar verhaal. Allemaal waar.
Identiteitscrisis
Flohr ontkracht echter niet onze stelling dat in Nederland een identiteitscrisis is ontstaan door ontkerkelijking, ontzuiling, individualisme, globalisering, forse immigratie uit landen met andere culturen. Kortom het wegvallen sociale verbanden en oude zekerheden. Flohr ontkracht niet dat de PvdA heeft gefaald als volkspartij door lange tijd geen antwoord te hebben op de bovenstaande ontwikkelingen en dat het falen van de PvdA en ook het CDA wind in de zeilen van het populisme blies. En daarmee blijft de kern van ons betoog overeind. Flohr gaat alleen in op het Multi-culti gedeelte van ons verhaal en laat de rest voor wat het is, maar hekelt tegelijkertijd aan het eind van zijn artikel ‘onze nationale obsessie voor integratie en immigratie’.
Flohr heeft het in zijn stuk steeds over de electorale strijd op links en rechts. Terwijl het, en nu hang ik even de genuanceerde groenlinkser uit, volgens mij allemaal iets complexer is. Flohr vergeet de sociaal-culturele progressief/conservatief as. Een as die door de sociaal-culturele issues, die we in ons stuk noemden, aan belang toenam.. Het sociaal-economische link/rechts denken is voor het electoraat niet meer leidend. Dit zag je, welliswaar door gedeeltelijk andere sociaal-culturele issues, al eerder in Amerika gebeuren bij de zogenaamde ‘Reagan-democrats’. Ook brak de ontzuiling het politiek speelveld open. CDA’ers liepen niet alleen naar de VVD en PVV over, maar evengoed ook naar de ChristenUnie, Groenlinks en in het zuiden soms naar de SP. Progressieve VVD’ers omarmden D66. PvdA-kiezen vertrokken niet alleen naar GroenLinks, SP en D66, maar evengoed naar de PVV. Ook vergeet Flohr in zijn electorale analyse de electorale opkomst van nieuwkomers die massaal PvdA stemmen, de daling van de opkomst bij landelijke verkiezingen van 95% eind jaren zestig naar 75% nu en de stijging van het opleidingsniveau. Vaak geldt: hoe hoger opgeleid, hoe progressiever, zie bijvoorbeeld het artikel van David Goodhart in deze publicatie.
Solidariteit
Maar als we even afstand nemen hiervan, verschijnt een van mijn grootste bezwaren tegen de reactie van Flohr: hij heeft het alleen maar over (te) simpele electorale analyses. Terwijl ik dan denk – maar misschien ben ik daar erg naïef in – politiek moet toch gaan over idealen? Over waar je voor staat? En ik maar denken dat Groenlinksers de grootste idealisten waren!
Wat was ook alweer de gedachte van de sociaal-democratie en andere linkse bewegingen? In mijn visie een politieke stem geven aan de gewone man. Solidariteit tussen kansrijk en kansarm, gelukkigen en ongelukkigen. En als Flohr zegt dat ‘de electorale strijd op links’ niet gaat over de problemen in de volkswijken, als hij het heeft over ‘wat we echt belangrijk vinden’ en vervolgens suggereert dat het multiculti-vraagstuk en de nationale identiteitscrisis daar niet bijhoren, als hij het heeft over ‘luidruchtig Nederland’ en blijkbaar niet verder kijkt dan die luidruchtigheid, geeft hij precies aan wat het probleem van links is! Linkse partijen zijn te ver doorgeschoten op de progressieve as. Ze roepen dat mensen verder moeten kijken dan hun neus lang is als het over de Europese grondwet gaat, maar vergeten dit zelf te doen als het de mensen betreft voor wie ze zeggen op te komen. En dan krijg je vervreemding, populisme of gaan mensen überhaupt niet meer stemmen.
Nationale gedachte
Het is de taak van een volkspartij als de PvdA om maatschappelijke onvrede te kanaliseren en soms even hard het beestje bij de naam te noemen. Het is de taak van de PvdA om in een maatschappij waarin velen zijn losgeslagen van hun ankers, proberen alle groepen in de samenleving te verbinden op basis van wat de sociaal-democratische politicus en verzetsstrijder Herman Wiardi Beckman beschreef als ‘de nationale gedachte’; onze basale gemeenschappelijke waarden, ons beeld van de Nederlandse volksaard, of daar we zelf nou helemaal aan voldoen of niet, ons verleden en onze toekomst, die zich voor een groot deel binnen deze landsgrenzen afspelen. En het is dan ook de taak van de PvdA om keiharde grenzen te stellen aan iedereen die inbreuk maakt op onze basale waarden als gelijkheid tussen man, vrouw, homo en hetero en zich niet houdt de gemeenschappelijke afspraken die we in dit land hebben. Of dat nou uit een andere cultuur en/of religie voortkomt of niet.
Wiardi Beckman kreeg in het begin van de jaren 30 het verwijt dat hij met zijn ‘nationale gedachte’ te veel zijn oren liet hangen naar de opkomende nationaal-socialisten. Een veel en veel groter kwaad dan de PVV ooit zal worden, ondanks de checklist van joop.nl. Hij wees op de bevolking die tijdens de economische crisis naar houvast zocht, op de rijke historie van de nationale gedachte in het socialisme, bij Troelstra, Jaures, Marx en de socialistische internationale, op de idee dat internationale samenwerking pas van de grond komt met sterke naties en op het feit dat het beknotten van fundamentale vrijheden van minderheden simpelweg on-Nederlands is. Wij sociaaldemocraten moesten volgens Wiardi Beckman gewoon ‘onszelf blijven’. En dat is ook nu, in deze andere tijd het geval. Het kanaliseren van maatschappelijke onvrede, het benoemen van de identiteit van een natie en het verdedigen van fundamentele verworvendenheden en vrijheden moeten we dan ook niet overlaten aan de PVV. En ik weiger me ook in die hoek te laten drukken. Die dingen behoren tot de hart van de sociaal-democratie en de volkspartij die de PvdA zegt te zijn.
De PvdA moet daarom gewoon zichzelf blijven of beter gezegd: zichzelf hervinden.