Behalve liederen om de troepen te ondersteunen lijkt er nog weinig plaats voor oorlogsvoering in muziek. En dat terwijl er, ‘dankzij’ de lange traditie van strijd die de mensheid kent natuurlijk inmiddels een lange geschiedenis is van heldensaga’s, strijdliederen en andere vertellingen op muziek. In de populaire muziek zijn er een aantal belangrijke uitzonderingen waarvan een flink deel neerkomt op protestliederen. In de metal scene kiest men voor een geheel eigen benadering: daar sluit strijd juist naadloos aan op alle andere thema’s in het genre dat bekend staat om haar bombastische klanken en teksten over de meest gruwelijke onderwerpen. Het subgenre dat daarin nog het meest aansluit bij de hippie en punk protestliederen is vaak de Thrash (denk “Metallica”) dat de strijd graag één op één doorvertaald naar tekst, vergezeld van snelle gitaarsalvo’s.
Met misschien wel de grootste metalband aller tijden, Metallica, hebben we dan ook gelijk alle aspecten van dit typische subgenre ineen. De grote doorbraak, mét videoclip, kwam met het nummer One. Niet het snelste nummer dat ze ooit schreven, maar wel met de klaagzang van een oorlogsslachtoffer als thematiek: zowel binnen als buiten de scène inmiddels een klassieker. Ook de andere grote Thrashmetal bands konden het oorlogsthema niet laten liggen, met de bagage van de protestsongs en de punk hoogtijdagen van de jaren ’70 net achter de rug sloot het in het laatste koude oorlogdecennium. Megadeth speelde Holy Wars, Slayer Angel of Death en Anthrax, nouja, ok: dat waren die gekke jongens die van comics hielden.
Daarna hielden veel bands het ineens voor gezien. Natuurlijk, ze waren er wel, maar Nirvana en House deden een goede poging de vloer aan te vegen met de metalheads. Tot ze aan het begin van de nieuwe eeuw ineens weer overal opdoken. Toevallig onder begeleiding van weer nieuwe conflicten, die nog meer dan de eerste Golfoorlog weer volop in het nieuws waren. In het kielzog van elfen- en vikingbands kwam daar ineens ook weer de thrash-metal om de hoek kijken. In de new wave speelden Municipal Waste de lollige muziek van Anthrax versneld na en probeerde eenmansproject Toxic Holocaust zoveel mogelijk cliché’s in één nummer te stoppen met wederom maar één boodschap: War is Hell. Want dat is het algehele thema van al deze mannen in de afgelopen 25 jaar: vertel maar op cynische toon de gevolgen van de strijd, de luisteraar mag er mee doen wat ie wil.
Het is misschien onvoorstelbaar voor diegenen die de weg al kwijt raken bij een onderscheid in subgenre’s dat Metal blijkbaar kent, maar met een andere muzikale benadering volgen bijna automatisch ook andere teksten. In schril contrast met de cynische teksten van de Thrash zijn er de bands die de strijd belichten met een scala aan heroïsche liederen. Van de Scandinavische bands die graag proberen aan te sluiten bij tradities met folk elementen valt te verwachten dat ze graag zingen over hun voorvaderen, de Vikingen van andere bands is de connectie iets minder duidelijk te leggen.
Met een serie aan slagveld-gerelateerde albums timmert de, eveneens Scandinavische, band Sabaton inmiddels flink aan de weg. Het waarom van deze teksten, die vooral relatief recente conflicten bezingen, blijft onduidelijk maar niemand vind het ook echt nodig ze bevragen.
Waarom ook? De bij uitstek masculiene verhalen over oorlog en ontbering sluiten zo naadloos aan bij het genre in zijn geheel dat je je gaat afvragen waarom er niet al eerder veel meer bands voor deze benadering gekozen hadden. (In hetzelfde genre zitten vooral bands die strijd alleen weten te relateren aan de boeken van Tolkien.)
Bij de grimmige thema’s zal het altijd wel blijven, dat het genre in zijn geheel verder wel degelijk met haar tijd meegaat bewijzen bands als Lamb of God die op een cynisch-kritische toon de laatste oorlog in Irak bezingen.