Goed nieuws uit Mexico? Jazeker!

02-06-2011 10:00

Vorige week gaf ik, tijdens een bezoek aan Nederland, een drietal gastcolleges aan de School voor Journalistiek (SvJ) in Utrecht en de Fontys Hogeschool voor Journalistiek (FHJ) in Tilburg, laatstgenoemde mijn oude opleiding. Uiteraard kwamen er de nodige vragen van de aanwezige studenten. Sommige gingen over hoe je als freelancer aan het werk ging, de onvermijdelijke ‘is het dan niet gevaarlijk daar?’-vraag passeerde meerdere malen de revu. En de relevantste vraag van allemaal: valt er eigenlijk wel goed nieuws te melden over Mexico?

Aanvankelijk vond ik het een vreemde vraag. Of er goed nieuws te melden is in Mexico? Natuurlijk! Overal valt goed nieuws over te melden, toch? Maar eigenlijk is het helemaal geen gekke vraag. Immers, als je de journalistiek erop naslaat, komt Mexico bijna zonder uitzondering negatief in het nieuws. Natuurlijk is de drugsoorlog daar de belangrijkste reden van. Zelf schrijf ik onevenredig veel over de drugsoorlog. Deels heeft dat met ‘vraag’ vanuit de nieuwsconsument te maken: een verhaal over afgehakte hoofden verkoopt in het algemeen beter in het verre Nederland, dan een ingewikkelde analyse over een fiscale hervormingen. Anderzijds komt het ook door pure gemakzucht van de kant van journalisten: we doen als correspondenten met zijn allen ook amper een poging die vraag aan te passen aan de realiteit. We zijn gemakzuchtig.

Groei en lage inflatie
Dat is jammer, want de realiteit is dat er ook zeker best goed nieuws te melden valt over Mexico. Op economisch gebied gaat het in het algemeen goed met dit land. Zeker, de economie van Mexico is een stroperige en wordt gedomineerd door een klein aantal enorme bedrijven, die in sommige sectoren een echt monopolie in handen hebben. Maar de economie draait erg goed: dit jaar groeien we met ruim 4%, terwijl voor 2012 een groei van 5% wordt verwacht. Geen land ter wereld leed meer onder de afgelopen crisis dan Mexico, maar het land herstelt vrij goed. Nog belangrijker: de inflatie is de laagste van Latijns-Amerika met ongeveer 3%, waardoor van dreigende crises door bijvoorbeeld stijgende voedselprijzen (zoals in Haïti of Guatemala) in Mexico geen sprake is.

Tuurlijk, er is veel drugsgeweld en in sommige gebieden gaat het op dat vlak ronduit dramatisch. Maar lang niet het hele land wordt erdoor getroffen. Het zuiden, met name toeristische deelstaten als Quintana Roo (Cancún en Playa del Carmen), Yucatán (bekend van de ruïnes Chitchén Itzá), Campeche, Chiapas en Oaxaca, blijft het drugsgeweld bespaart. Het toerisme in Mexico is dan ook booming, met groeicijfers die de indices van vóór het begin van de drugsoorlog en de Varkensgriep inmiddels evenaren of zelfs overstijgen.

Culturele snelkookpan
Ook cultureel gaat het erg goed. Mexico Stad is een borrelende snelkookpan van creativiteit. Architectuur bloeit als nooit tevoren, met het Soumaya Museum (waar rijkste man ter wereld Carlos Slim zijn enorme privé-collectie gratis tentoonstelt) als wellicht het beste voorbeeld. Het conservatorium van de Nationale Autonome Universiteit van Mexico poept de ene na de andere operazanger van wereldniveau uit. In Guadalajara wordt een splinternieuw filiaal van het Guggenheim gebouwd.

Trouwens, over de hoofdstad gesproken: twintig jaar geleden vielen er vogels dood neer die van de ene naar de andere kant van de stad probeerden te vliegen. De luchtvervuiling was verschrikkelijk. Inmiddels staat Mexico Stad niet eens meer in de top tien van meest vervuilde steden ter wereld. De huidige burgemeester, Marcelo Ebrard, mocht onlangs de prijs voor ‘World Mayor 2010’ in ontvangst nemen, met name vanwege zijn pogingen de CO2-uitstoor terug te dringen. Mexico heeft enkele opvallende successen geboekt in het beschermen van zijn bossen, met name door intensievere samenwerking met lokale gemeenschappen.

Succesvolle diplomatie
Op internationaal gebied staat Mexico steeds meer zijn mannetje. Klimaatconferentie COP16, eind vorig jaar in Cancún, werd een gematigd succesje. Dat kwam vooral vanwege minister van Buitenlandse Zaken Patricia Espinosa, die alom gewaardeerd werd voor haar grote inzet om de deelnemende landen dichter bij elkaar te brengen. Mexicanen krijgen steeds vaker topposities bij internationale instituties. Nu is Augustin Carstens, president van de centrale bank, kandidaat om Dominique Strauss-Kahn op te volgen bij het IMF. En hoewel hij het waarschijnlijk zal moeten afleggen tegen Christine Lagarde, wordt hij als kandidaat zeker wel serieus genomen.

Het gaat cultureel relatief goed met de indiaanse gemeenschappen in Mexico. Steeds meer indiaanse talen kunnen worden gestudeerd op Mexicaanse universiteiten. En hoewel nog steeds een marginale groep in Mexico, duiken in de media steeds vaker verhalen op van indiaanse Mexicanen die op kleine schaal successen boeken als ondernemer, of van indiaanse gemeenschappen die zich succesvol autonoom weten te organiseren.

Democratisering
Tenslotte mag dan niet geweldig gaan met de Mexicaanse democratie (door drugsgeweld, corruptive en straffeloosheid), die democratie is er wél en niet meer terug te draaien. In 2000 verloor de Partij van de Geïnstitutionaliseerde Revolutie haar dictatoriale positive en sindsdien is er een bescheiden democratiseringsproces op gang gebracht. Dat proces piept en kraakt en is kwetsbaar, maar blijft toch kleine vooruitgang boeken. De Mexicanen zijn mondiger en kritischer dan 20 jaar geleden en laten zich niet meer zomaar de mond snoeren. Grootschalige vervolging van politieke tegenstanders door het regime behoort nu echt tot het verleden.

Gaat het dan toch goed in Mexico? Nee, dat niet. Het land heeft grote problemen. Behalve het drugsgeweld blijft er erg veel milieuvervuiling, wordt de kloof tussen arm en rijk groter, is de politiek door en door corrupt en heerst er een grote mate van straffeloosheid. Op veel vlakken gaat het land eerder achteruit dan vooruit.

Maar dat wil niet zeggen dat er niets positiefs te zeggen valt over dit land. Dat het grote publiek dat niet weet, ligt voor een belangrijk deel aan ons journalisten. Onze eenzijdige en gemakzuchtige focus op geweld, migratieproblemen en corruptie maken de positieve ontwikkelingen onzichtbaar en scheppen daarom het beeld van een land waar het een en al doffe ellende is. Onzin, maar we maken het er zelf naar. Dan moeten we ook niet gaan zeuren dat we al die negativiteit moeten debunken. We zouden ook best eens wat meer over leuke zaken kunnen schrijven. Dan zullen we een stukje gemakzucht moeten opofferen. Zou toch best moeten kunnen, lijkt me.

Jan-Albert Hootsen is Zuid-Amerikacorrespondent voor onder andere Trouw, het ANP en de Wereldomroep. Tweewekelijks schrijft hij voor DeJaap.