East Rutherford, New Jersey, Giants Stadium. 2 oktober 2009. Een zware gestalte in zwarte cape doemt op vanuit de coulissen. Langzaam beweegt hij zich naar zijn vaste plek op het podium, voor de toeschouwer linksvoor. Voetje voor voetje, stram schuifelend, met dikke dreadlocks over de monumentale schouders en ondersteund door zijn baas en beste vriend Bruce Springsteen lijkt hij de afstand ternauwernood te kunnen overbruggen. De ‘Big Man‘ gaat zitten op de gereedstaande kruk, schuift zijn grote zwarte hoed iets omhoog en kijkt vanachter zijn zonnebril het stadion rond. De crowd, tot dan toe in gepaste stille afwachting, zet het op een brullen en op het gezicht van Clarence Clemons breekt een glimlach door van oor tot oor. Showtime.
Healing Floor
With all that pain and agony I went through on the last tour — I’d do it again. There’s something about being on stage. I call it the Healing Floor. I do all this shit up there and then I think back later and say, ‘How the hell did I do that?’ But it’s what I’m supposed to do. It revives me. – Clarence, eerder dit jaar tegen Springsteen-biograaf Peter Ames Carlin.
De saxofonist, lid van de E-Street Band sinds 1971, werd de laatste jaren geplaagd door slijtage van zijn gewrichten. Hij had, ondanks vele operaties, chronische pijn en kon bijna niet meer lopen. Zijn aanwezigheid op het podium, zijn Healing Floor, werd er niet minder om. Maar wel anders.
Het ontging niemand dat er een gouden troon op het podium stond, waar Clemons het grootste deel van de show zittend doorbracht. Fans die het geluk hadden dichtbij het podium te staan vingen de bezorgde blikken van Bruce op, als het bijna tijd was voor een van Clarence’s onverbiddelijke solo’s: Die solo zou er wel komen, en goed ook, maar zou het met Clarence gaan? Het ging, altijd. Want alles geven op het podium, nooit op routine draaien, iedere bezoeker in iedere crowd honderd procent geven plús toegift en godsgruwelijk veel plezier maken terwijl je dat doet was het cement van misschien wel de mooiste rock ‘n roll vriendschap aller tijden.
Big Man
Asbury Park, New Jersey, Student Prince Bar. September 1971
He walked to the stage and said, ‘I wanna play with you.’ What could I say? I said ‘sure.’ -Bruce Springsteen
Dit voorval is bezongen in Tenth Avenue Freeze Out, de song over het ontstaan van de band. De iele rocker en de enorme saxspeler waren een vreemde match, maar vanaf die dag had de E Street Band zijn soul gevonden. “The Big Man joined the band”, hier een opname van Tenth Avenue Freeze Out uit 1978.
http://www.youtube.com/watch?v=e5buOHjOGiI
Springsteen is the Boss, maar Clemons was de Big Man. Dit gegeven was de basis van hun podiumact, waarbij Springsteen zijn second in command steevast overlaadde met superlatieven, die dan glunderend maar met deemoedig neergeslagen ogen in ontvangst werden genomen. Ook bij interacties met het publiek was een grote rol weggelegd voor het Boss/Big Man spelletje. Over en weer domme vragen stellen, elkaar op het verkeerde been zetten, toneelstukjes, dansjes.
Ter illustratie: een recente intro uit Londen, gevolgd door een liveopname uit de jaren ’80.
http://www.youtube.com/watch?v=ZWDqV-n7fYs
Kracht
De vriendschap, de geintjes, het plezier en de loyaliteit, en de miljoenen fans die ervan genoten en die zich nu zo diep, bijna persoonlijk geraakt voelen door het overlijden van Clarence Clemons, het zou er allemaal niet zijn zonder de muziek. Het was Clarence die vanaf de eerste plaat van Bruce Springsteen en de E Street band, Greetings from Asbury Park, NJ, precies dat ingrediënt toevoegde dat de plaat deed uitstijgen boven alweer een best wel goed album van alweer een Dylan-epigoon.
Het was Clarence die op de legendarische rock ‘n roll-plaat Born To Run zorgde voor een sound die de BOEM-tussen-je-ogen rock versoepelde en recht je hart liet binnendenderen zonder afbreuk te doen aan de scherpte en rebellie van de tracks. Het was Clarence die voor het publiek meteen weer Big Man werd toen de E Street Band na een jarenlange onderbreking weer bij elkaar kwam, alsof er niks gebeurd was werd hij weer die solide, onontkoombare, onweerstaanbare kracht op het podium, voor de toeschouwer linksvoor.
Jungleland
De Big Man is dood, en hoewel Springsteen zich in een reactie niet uitlaat over het voortbestaan van de E Street band is de lege plek op het podium, voor de toeschouwer linksvoor, nooit meer op te vullen zoals Clarence Clemons dat deed.
Londen, Verenigd Koninkrijk, Hyde Park. 28 juni 2009
Clarence Clemons is hier every inch de Big Man. Just one look, a whisper..and he’s gone.
Annabel Nanninga schreef dit als In Memoriam voor Clarence Clemons. Een biografie/discografie kunt u vinden op Clarence’s eigen site (moeilijk bereikbaar wegens grote belangstelling) of op zijn Wikipedia-pagina.
Beeld: Martin Olbrich