“Als ik iets kan betekenen?” is de slotzin van de zure rentmeester Borkin (Fred Goessens) nadat na ruim vijf uur het onvermijdelijke noodlot heeft toegslagen. Nee, denkt de toeschouwer, nee, niemand die nu nog iets goeds kan betekenen. De kans om het goede te doen hebben Ivanov (Jacob Derwig) en Platonov (Fedja van Huet), de protagonisten van De Russen, meermalen gekregen, maar even zo vaak verspeeld.
Feest
Tsjechov schreef Platonov en Ivanov, twee stukken die in een grandioze bewerking van Tom Lanoye als het ware in elkaar zijn geschoven tot één epos, in respectievelijk 1878 en 1887. In de besluiteloosheid van de karakters, in hun teleurstelling om verloren idealen en in hun onmacht om de regie in hun levens te behouden herkent men echter moeiteloos dat wat we tegenwoordig een dertigersdilemma, een midlife– of zelfs quarterlifecrisis zouden noemen.
Ivanov, ooit een bevlogen idealist die in een boerengemeenschap zijn experimentele bedrijf startte en tegen alle sociale mores in met de joodse Sara (Halina Reijn) trouwde, draagt zijn teleurstelling over het mislukken van zowel zijn bedrijf als zijn huwelijk aanvankelijk met introverte verbetenheid. Dan blijkt Sara terminaal ziek en dient de jonge Sasja (Hélene DeVos) zich aan, die bekent al jaren verliefd op hem te zijn. Juichend wentelt Ivanov zich in de belofte van een nieuwe, frisse start en verliest daarmee het laatste beetje respect van de dorpelingen: Sara, die door haar huwelijk met een niet-jood verstoten is door haar familie, is nog niet eens dood.
Lennon
Platonov, voormalig revolutionair, is de leraar op de dorpsschool. Getrouwd, lief zoontje, een man van enig aanzien. Hij zwicht voor elke verleiding: drank, vrouwen, feesten. Zijn liefhebbende vrouw Alexandra (Janni Goslinga) is scherp en doortastend maar lijkt blind te zijn voor zijn escapades, met onder andere de generaalsweduwe Anna (Chris Nietveld). Platonov is te gast op een feestje van Ivanov als zijn jeugdverliefdheid op Sofia (Karina Smulders) weer opvlamt. Het eerste en tweede bedrijf van het stuk spelen zich af op het dak van een gebouw, een fantastisch decorontwerp van Kloosterboer Decor, beneden is het feest.
Op het dak wordt geruzied, geflirt, gezoend, geroddeld en gehangen. Platonov wisselt achteloos wat vrijages met vrouwen af met egocentrische bespiegelingen, Ivanov pijnigt zich met al even navelstaarderig geweeklaag en halfzachte pogingen om er te zijn voor zijn doodzieke vrouw. Het befaamde citaat “Life is what happens to you while you’re busy making other plans” van John Lennon dringt zich op. Alle personages zijn zo druk met wie ze willen zijn, zo escapistisch en toch gevangen in hun leventjes, hun sociale structuur en, fysiek, op dat platte dak terwijl beneden het feestje doordendert, dat ze vergeten hun leven te leiden en dat van hun naasten een beetje dragelijk te houden.
Krokodillentranen
Je gaat ze gaandeweg haten. Ivanov met zijn pathetische schuldbesef beklaagt zich over zijn egoïsme maar blijft tot het uiterste voor zichzelf kiezen. Platonov die alles en iedereen in zijn omgeving te gronde richt met zijn drankzucht en promiscuïteit plengt krokodillentranen die oplossen als sneeuw voor de zon zodra hij zonder kleerscheuren lijkt weg te komen met zijn wandaden. De drammerige vrouwen Anna en Sofia die zich tragikomisch verlagen om bij player Platonov in de gunst te blijven. Het overmoedige, naïeve moppie Sasja die haar ‘ondernemende liefde’ vol schijnbare zelfopoffering door de strot van Ivanov wil duwen, die haar terecht een redderscomplex verwijt. Je zou ze allemaal eens flink door elkaar willen rammelen. Get a grip!
De enige die met minachting door het gekakel en gekoketteer heen prikt is Osip (Hans Kesting), de solitaire kruimeldief die hand- en spandiensten verricht voor weduwe Anna, voor wie hij een diepe liefde koestert. Hij hoort en ziet alles, duikt af en toe op als een engel der wrake en sluipt in een omtrekkende beweging om het narcistische troepje heen. Hij observeert, gaat af en toe een interactie aan, lijkt soms te hopen op erkenning maar hij weet dat hij niet mee wil en kan spelen met het spelletje. De dorpelingen kunnen hem niet duiden en slaan hem uiteindelijk dood. Bij de kerk na het uitgaan van de dienst, zoals hij voorspeld had, want “mensen die in groepen samenkomen zijn levensgevaarlijk.”
Junkie XL
Tom Lanoye kan niet genoeg lof toegezwaaid krijgen voor zijn tekst, de twee oude stukken zijn tot één verhaal gesmeed met behoud van de sfeer en taal van Tsjechov. De spanningsbogen in de diverse verhaallijnen zijn gebalanceerd en met name door het bij vlagen zeer geestige spel van Chris Nietvelt en Marieke Heebink (als oude vrijster Babakina) is de enorme bak narigheid die de toeschouwer over zich uitgestort krijgt toch goed te behappen. Ivo ten Hove, vaste regisseur van TGA, laat zijn acteurs flink losgaan maar door de uitstekende casting van de rollen (soms een pijnpuntje bij TGA) is er geen sprake van overacting. Voor de soundscapes en muziek is een Grote Naam gestrikt: Tom Holkenborg alias Junkie XL verzorgde die. Er was niks mis mee, maar het was ook niet significant anders of beter dan eerdere muzikale omlijstingen van TGA-voorstellingen. Een eervolle vermelding voor de videobeelden van Tal Yarden is dan meer op zijn plaats, de projecties waren op zichzelf een complete decorwisseling.
De Russen: een avond onverbiddelijk totaaltheater, met iedere acteur van de enorme cast op de juiste plek in een schurend, confronterend stuk.
De Russen door Toneelgroep Amsterdam
Regie: Ivo van Hove
Tekst: Tom Lanoye/Anton Tsjechov
Gezien in de Stadsschouwburg Amsterdam op 22 juni 2011