Dit weekend ging hij dood. Jan van Beveren. En dat was misschien wel de beste doelman die Nederland ooit gekend heeft. Zijn stijl was lenig en sierlijk als een balletdanser. Een prima keeper die te weinig prijzen won. We noteren één KNVB-beker met Sparta en drie landskampioenschappen, een UEFA-Cup en nog een KNVB-Beker met PSV. Voor veel Randstedelingen ging de man door het leven als een lastige Brabander. Toch werd de keeper in 1948 in Amsterdam geboren waarna hij op vijftienjarige leeftijd verhuisde naar Emmen. Daar speelde hij al snel in het eerste van de lokale amateurvereniging.
Interlands
In 1965 vertrok hij naar Sparta dat in die tijd nog een te vrezen ploeg was. Die wonnen met gemak van Feyenoord en ook Ajax had een slechte aan hen. Niet in het minst door Jan van Beveren. Die man debuteerde dan ook snel in het Nederlands Elftal waarna hij in 1970 bij PSV aan de bak ging. Hij zou daar tot 1980 blijven.
Zijn interlandcarrière ging niet over rozen. Oranje plaatste zich tot het WK van 1974 voor geen enkel groot toernooi. En toen het zich eindelijk plaatste raakte Van Beveren geblesseerd. Bovendien wilde bondscoach Rinus Michels een meevoetballende keeper. Zo verkocht men het aan de buitenwereld. De waarheid is echter anders.
In die tijd kocht de KNVB de sponsorbelangen van grote spelers af en stortte 150.000 gulden op de rekeningen van onder andere Cruijff, Neeskens en Van Hanegem. Van Beveren toonde aan dat het geld uit de gezamenlijke pot kwam, waardoor de andere spelers minder verdienden. Ook weigerde de doelman zijn belangen te laten behartigen door Inter Football, het bedrijf van de schoonvader van Cruijff. Dat alles kwam tot een climax toen bondscoach Michels de keeper voor een onbelangrijke oefenwedstrijd tegen HSV de keus gaf. Van Beveren moest spelen ondanks dat hij geblesseerd was. Omdat hij nog een paar dagen nodig had om te herstellen weigerde hij. Michels stuurde hem meteen naar huis. Weg WK. Weg dwarsligger.
Bedreigingen
Als Van Beveren in 1975 weer voor Oranje mag spelen gaat het weer fout. Samen met zijn collega van PSV Willy van der Kuylen opent hij de aanval op Cruijff en Neeskens. Die mogen een dag later op een trainingskamp verschijnen en bovendien hun vrouwen meenemen. Van der Kuylen maakt daarover een legendarische opmerking. “Daar heb je de koningen uit Spanje.” Als dat in alle kranten verschijnt vermoedt Cruijff daar het kwade genius van de doelman achter en eist het vertrek van de PSV’ers. Van Beveren vertrekt dus.
In 1977 keert hij weer terug bij Oranje. Dat gaat snel mis als Cruijff de nieuwe bondscoach Zwartkruis voor de keuze stelt. Van Beveren speelt weer niet en vertrekt definitief bij Oranje. Verhalen doen de ronde dat de Ajacieden zelfs emmers water in zijn bed zijn gooiden. De pers schildert de doelman in het kielzog van de Amsterdammers af als een verrader en een zeikerd. Hij speelde slechts tweeëndertig interlands.
Als hij tijdens het WK in 1978 commentaar moet geven voor Studio Sport komen er bedreigingen binnen. Zijn gezin zou eraan gaan, hij zou zelf vermoord worden en zijn huis zou worden afgebrand. De status van Jan van Beveren als landverrader is compleet.
Het is de druppel. In 1980 vertrekt hij naar Amerika om een gelukkig mens te worden. Hij speelt daar nog zes seizoenen, handelt wat in postzegels en traint een paar amateurclubs. En nu is hij dood. De man die een legendarisch doelman was en te weinig prijzen won. Een Amsterdammer bovendien die in de ogen van velen als een domme Brabander door het leven ging. Eentje die zijn land verraden had. Held in Eindhoven, gehaat in de rest van het land. De man had beter verdiend.