ThePostOnline

Dichtbij maakt helder

04-07-2011 09:00

Belezen. Zo mag je de man beslist noemen. Weliswaar geen trotse stapel kranten elke morgen, maar een landelijke en een regionale papieren krant consumeert hij wel. Elke dag. Van A tot Z. En hij leest veel boeken. Meerdere boeken tegelijk, zelfs. Non-fictie tegelijk met een thriller. En altijd bezig met het (her)lezen van Nietzsche, ook. Afijn, belezen. Dus is het goed.

Op een woensdag gebeuren er een paar zaken, die overigens net zo goed op dinsdag of vrijdag zouden hebben kunnen plaats vinden:

Ietwat trieste blik verschijnt op zijn al wat gerimpelde gezicht als hij leest dat op de A10 bij een ongeval twee zwaargewonden zijn gevallen.

De discussie over het “Persoonsgebonden Budget” volgt hij en tweet er zelfs wel eens heel erg intellectueel over.

De aanpak van het onderwijs, ach, ook daarover heeft de belezen man wel zo zijn eigen idee en redeneert er die dag eens stevig over met een al even belezen buurman.

In het lome laatste avondlicht leest de belezene zich nog meer belezen. In zijn tuin. Plots hoort hij een snerpend geluid, alsof een race-auto door een bocht suist. En een enorme klap.

ieieieieieie—BOEM!

Verschrikt kijkt hij op uit zijn intellectuele literatuur en maakt zich enorm zorg: Dat moet welhaast ‘om de hoek’ zijn! Hij rent de diepte van zijn tuin in en ziet op een kruispunt, iets verder weg, twee auto’s totaal vernield.

“Ik moet gaan helpen”, denkt hij.

Plots gonst Nietzsche’s “Ihr habt mir zu grausame Augen und blickt lüstern nach Leidenden. Hat sich nicht nur eure Wollust verkleidet und heißt sich Mitleiden?” door het hoofd.

Het draait en draait in zijn hoofd en vertraagt hem.

Hij kent dat zo goed, omdat hij heel intellectueel verantwoord dat citaat aan Elsevier had gestuurd in reactie op een alweer gruwelijke World Press Photo.

Het citaat werd geplaatst, met een Nederlandse vertaling erbij. Hij was toen trots. Hij schudt het van zich af en rent om te helpen. Hij helpt.

Op die maandag 27e juni AD 2011 viert de belezen mans moeder haar 87e verjaardag. Dat doet ze in De Biltsche Hoek. Dat is bij Utrecht, een Van Der Valk in De Bilt.

Dat vergt een reis, want de belezene woont onder de grote rivieren.

Het doet hem deugd, hij ontmoet ook zijn oudere zusters weer eens, te lang niet gezien.

Na veel herkenningsknuffels en wat gebruikelijke ceremoniën ontstaan er her en der wisselende praat-groepjes. De belezene wisselt belezen mee.

Zijn middelste zuster heeft zorg en verdriet. Als leukemiepatiënte, nu na een forse behandeling redelijk uit de voet kunnend, maakt ze zich zorgen.

“Hoe nu?” vraagt ze wanhopig aan haar belezen broer.

“Ik krijg volgens mij straks alleen nog maar hulp als ik anders in een verzorgingshuis terecht zou komen, anders niet meer” snikt ze en pakt de hand van de belezene vast.

“Zijn ze nou helemaal besodemieterd geworden!” briest het in belezenes hoofd.
Hij troost.

De Zoon! Wat een prachtmens. Leest ook, die zoon van 11. Hij gaat naar het Atheneum, na de zomer. Vandaag is het afscheid van de basisschool en de zoon speelt met alle groep-8’ers een mooie musical.

De belezene legt alles feilloos vast met zijn camera, want hij is tenslotte niet voor niets ook vrijetijds geaccrediteerd persfotograaf.

Aan het einde van de ontroerende afscheidswoorden van de hoofdjuf vraagt ze aan alle aanwezige ouders om vooral ook aanstaande donderdag te komen, om afscheid te nemen van twee juffen en de conciërge Rob.

De ogen van de belezen fotograaf schieten naar Rob. “Afscheid nemen”?

“Rob = vriendelijke ontvangstman, al 8 jaar! voor mij en m’n zoon. Rob houdt alles in orde !”Het zoemt door het hoofd en het vraagt om antwoorden.

“Tja,… bezuinigingen. Zit al twintig jaar hier, dus heb er best erg veel moeite mee” zegt Rob rustig wanneer de belezene hem heel intellectueel vraagt: “WAT?”.

“Zijn ze nou helemaal GEK geworden in Den Haag?” briest het door het hoofd van belezene. Hij protesteert.

“Dichtbij maakt helder”, schreeuwt de belezene met tranen in zijn ogen naar niemand. En toch, zo weet hij, is het zo: “Dichtbij maakt helder”.