‘Dronken kinderen doelwit boa’s!’ roeptoeterde de WakkerNederlandbode. Och jeetje. Dat roept het beeld op van een lallende koter die zwalkend in de greep van een arglistig op de loer liggende wurgslang belandt. Zoals wel vaker het geval is bij de de Daily Sjuul is die kop ietwat misleidend: het betreft buitengewoon opsporingsambetnaren (BOA’s dus) die undercover in kroegen op zoek gaan naar jongeren onder de zestien die alcohol drinken. Het is namelijk een Lik-op-stuk-BOA. Een wat?
Comazuipen
Een Lik-op-stuk BOA. Jongelui van tegenwoordig doen aan comazuipen, terwijl alcohol drinken verboden is voor mensen onder de zestien jaar. Schande! Dus de BOA vat de drinker in de kraag en schrijft direct een boete uit. Er vallen nog wat harde woorden in het berichtje. Drankmisbruik in de kiem smoren. Streng beleid. Vervolgd. Bestraft. Maar mijn gedachten dwalen af. Naar vroeger, naar de tijd dat ik zelf een jaar of vijftien was.
Het was toen 1993. Er waren geen Lik-op-stuk-boa’s. Deden we aan comazuipen? Jazeker deden we dat, dat woord bestond nog niet, maar wij zopen wel degelijk coma. We belandden alleen nooit op de eerste hulp. Of in een statistiek. Of in zorgelijke krantenstukjes. Laat staan dat er beleid voor gemaakt werd. Wij konden gewoon naar het Happy Hour van de Kabul gaan op de Warmoesstraat (ja inderdaad, die tent pal naast het politiebureau) en bier per meter bestellen. Meestal ging dat tamelijk tot redelijk goed en waggelde iedereen op zeker moment weer naar huis, maar soms ook niet.
Laveloos
Dan werd je achterop de fiets van een vriend of vriendin gehesen, bij iemand thuis op een bank of stapel jassen gedeponeerd en desgewenst was er enige assistentie bij het overvloedig braken in de vorm van haren uit de WC danwel teiltjes voor het gezicht houden. Was je weer enigszins aanspreekbaar dan toog je rillend in het vale ochtendlicht huiswaarts alwaar je tegen een dodelijk bezorgde ouder iets mompelde over fietssleutelkwijtbandleksorry en je tot ver na het middaguur in bed verschanste.
Geen Lik-op-stuk-BOA te bekennen en toch is het allemaal redelijk goed gekomen met de meesten van ons. Waarmee ik niet wil zeggen dat we de jeugd maar ongebreideld laveloos moeten laten worden, zeker niet. Alcohol is een harddrug, een sociaal geaccepteerde harddrug weliswaar maar toch. Jongeren moeten worden opgevoed in het gebruik ervan en alcoholmisbruik is voor niemand gezond. Maar toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat die ‘schrikbarende stijging’ van het aantal comazuipers een gevolg is van de aandacht ervoor. Die fietshelmpjesgeneratie brengt problematisch beschonken leeftijdgenootjes naar de spoedeisende hulp in plaats van ze op hun bagagedrager naar huis te zeulen. Ik betwijfel of het aantal zo toeneemt, alleen de kinders melden zich sneller en vaker dan vroeger bij het ziekenhuis.
Helmpje
Tel daarbij op dat ontzettend veel tieners thuis zuipen, omdat ze in de kroeg toch geen biertje mogen bestellen. En omdat het goedkoper is dan in de horeca. Indrinken, nadrinken, zuipketen, huisfeestjes, allemaal liederlijk gedoe dat zich onttrekt aan het waakzame oog van de Lik-op-Stuk-BOA. Misschien is het dus een beter idee om te investeren in educatie en preventie in plaats van in Lik-op-Stuk gedoe als ze al met dat biertje in hun knuist staan. En wie toch te ver van het padje af raakt kan dan weer ouderwetsch achterop de fiets. Met helmpje, want veiligheid voor alles!
Annabel Nanninga is tegen betutteling, maar ook tegen drankmisbruik.